Language/German/Grammar/Separable-Verbs/nl

From Polyglot Club WIKI
< Language‎ | German‎ | Grammar‎ | Separable-Verbs
Revision as of 09:36, 12 August 2024 by Maintenance script (talk | contribs) (Quick edit)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search
Rate this lesson:
0.00
(0 votes)


German-Language-PolyglotClub.jpg
Duits Grammatica0 tot A1 CursusScheidbare Werkwoorden

Inleiding[edit | edit source]

Welkom bij de les over scheidbare werkwoorden! Deze werkwoorden zijn een belangrijk onderdeel van de Duitse grammatica en maken het mogelijk om je zinnen meer nuance en betekenis te geven. In deze les gaan we ontdekken wat scheidbare werkwoorden zijn, hoe ze functioneren in een zin, en hoe je ze kunt gebruiken in verschillende contexten. Dit is cruciaal voor je ontwikkeling in het Duits, vooral als je begint met het bouwen van zinnen en je idee wilt uitdrukken.

We zullen de les als volgt structureren:

  • Wat zijn scheidbare werkwoorden?
  • Hoe gebruik je scheidbare werkwoorden in zinnen?
  • Voorbeelden van scheidbare werkwoorden
  • Oefeningen om je kennis te testen

Laten we beginnen!

Wat zijn scheidbare werkwoorden?[edit | edit source]

Scheidbare werkwoorden zijn werkwoorden die bestaan uit een basiswerkwoord en een voorvoegsel. Dit voorvoegsel kan worden "gescheiden" van het werkwoord wanneer het in de vervoegde vorm wordt gebruikt. Dit betekent dat wanneer je een zin vormt met een scheidbaar werkwoord, het voorvoegsel naar het einde van de zin gaat, terwijl het werkwoord in de tweede positie blijft. Dit kan in het begin verwarrend zijn, maar met wat oefening zul je het snel onder de knie krijgen.

Hoe gebruik je scheidbare werkwoorden in zinnen?[edit | edit source]

Wanneer je een scheidbaar werkwoord in een zin gebruikt, volg je deze stappen:

1. Vervoeg het werkwoord in de tegenwoordige tijd.

2. Plaats het voorvoegsel aan het einde van de zin.

3. Plaats de rest van de zin eromheen.

Hier is een eenvoudig voorbeeld:

  • Het scheidbare werkwoord "aufstehen" (opstaan) wordt "Ich stehe um 7 Uhr auf." (Ik sta om 7 uur op).

Laten we nu een lijst maken van enkele veelvoorkomende scheidbare werkwoorden in het Duits en hun betekenissen:

Duits Uitspraak Nederlands
ankommen ˈanˌkɔmən aankomen
aufstehen ˈaʊfˌʃteːən opstaan
mitkommen ˈmɪtˌkɔmən meegaan
fernsehen ˈfɛrnˌzeːən televisie kijken
einkaufen ˈaɪnˌkaʊfən boodschappen doen
zuschauen ˈtsuˌʃaʊən bekijken
aufräumen ˈaʊfˌʁɔɪ̯mən opruimen
losfahren loːsˈfaːʁən vertrekken
weggehen vɛkˈɡeːən weggaan
zurückkommen tsuˈʁʊkˌkɔmən terugkomen

Voorbeelden van scheidbare werkwoorden[edit | edit source]

Laten we nu enkele voorbeeldzinnen bekijken die scheidbare werkwoorden bevatten. Dit helpt je om een beter begrip te krijgen van hoe je deze werkwoorden in context kunt gebruiken.

Duits Uitspraak Nederlands
Ich komme um 8 Uhr an. ɪç ˈkɔmə ʊm aχt uːʁ an Ik kom om 8 uur aan.
Wir stehen jeden Morgen früh auf. viːɐ̯ ˈʃteːən ˈjeːdn ˈmɔʁɡn fryː aʊf Wij staan elke ochtend vroeg op.
Kommst du mit? kɔmst du mɪt Ga je mee?
Ich sehe jeden Abend fern. ɪç ˈzeːə ˈjeːdn ˈaːbn̩ fɛrn Ik kijk elke avond televisie.
Wir gehen am Samstag einkaufen. viːɐ̯ ˈɡeːən ʔam ˈzamsˌtaːk ˈaɪnˌkaʊfən We gaan zaterdag boodschappen doen.
Schau dir das Video an! ʃaʊ dɪʁ das ˈviːdeˌoː an Kijk naar de video!
Ich räume mein Zimmer auf. ɪç ˈʁɔɪ̯mə maɪ̯n ˈtsɪmɐ aʊf Ik ruim mijn kamer op.
Wir fahren um 10 Uhr los. viːɐ̯ ˈfaːʁən ʊm tsɛn uːʁ loːs We vertrekken om 10 uur.
Sie gehen jetzt weg. ziː ˈɡeːən jɛtst vɛk Ze gaan nu weg.
Wann kommst du zurück? van kɔmst du tsuˈʁʏk Wanneer kom je terug?

Oefeningen[edit | edit source]

Nu is het tijd om je kennis te testen met enkele oefeningen. Probeer de juiste vorm van het scheidbare werkwoord in de zinnen te gebruiken.

Oefening 1: Vul de lege plekken in[edit | edit source]

Vul de lege plekken in met het juiste scheidbare werkwoord.

1. Ich _______ um 6 Uhr ______. (opstaan)

2. Wann _______ du ______? (weggaan)

3. Wir _______ am weekend ______. (winkelen)

4. Ich _______ gerne ______. (televisie kijken)

5. Sie _______ nach Berlin ______. (aankomen)

Oefening 2: Maak zinnen[edit | edit source]

Gebruik de volgende scheidbare werkwoorden om zinnen te maken.

1. mitkommen

2. aufräumen

3. zurückkommen

4. fernsehen

5. losfahren

Oefening 3: Vervoeg de werkwoorden[edit | edit source]

Vervoeg de volgende scheidbare werkwoorden in de juiste persoon en tijd.

1. aufstehen (ich)

2. einkaufen (wir)

3. ankommen (du)

4. weggehen (sie, enkelvoud)

5. mitkommen (wir)

Oplossingen[edit | edit source]

Hier zijn de oplossingen voor de oefeningen:

Oplossingen Oefening 1[edit | edit source]

1. Ich stehe um 6 Uhr auf.

2. Wann gehst du weg?

3. Wir kopen am weekend in.

4. Ich zie graag televisie.

5. Sie kommen naar Berlin aan.

Oplossingen Oefening 2[edit | edit source]

1. Ich kom mit.

2. Ich ruim op.

3. Ich kom terug.

4. Ich zie televisie.

5. Wir fahren los.

Oplossingen Oefening 3[edit | edit source]

1. Ich stehe auf.

2. Wir kopen in.

3. Du kom aan.

4. Zij gaat weg.

5. Wij komen mee.

Ik hoop dat je deze les nuttig vond en dat je nu een beter begrip hebt van scheidbare werkwoorden in het Duits. Vergeet niet te oefenen, want oefening baart kunst! Veel succes met je verdere studie van de Duitse taal!


Andere lessen[edit | edit source]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson