Language/German/Grammar/Subject-and-Verb/nl

Uit Polyglot Club WIKI
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
This lesson can still be improved. EDIT IT NOW! & become VIP
Rate this lesson:
0.00
(0 stemmen)

German-Language-PolyglotClub.jpg
DuitsGrammaticaComplete 0 tot A1 Duitse cursusOnderwerp en Werkwoord

Welkom bij deze les in de Complete 0 tot A1 Duitse cursus! In deze les zullen we leren hoe we basale zinnen kunnen vormen met onderwerp en werkwoord. Voordat we beginnen, is het belangrijk om te weten dat het Duits een taal is met veel grammaticale regels en uitzonderingen, maar maak je geen zorgen! Met deze les en de volgende lessen zul je stap voor stap de Duitse taal leren en uiteindelijk een A1-niveau bereiken.

Onderwerp[bewerken | brontekst bewerken]

In het Duits wordt de volgorde van woorden in zinnen bepaald door het onderwerp. Het onderwerp is het woord dat de handeling uitvoert in een zin. Bijvoorbeeld, in de zin "Ik eet een appel", is "ik" het onderwerp omdat "ik" de handeling uitvoert, namelijk eten.

Hieronder staan enkele voorbeelden van onderwerpen in het Duits:

Duits Uitspraak Nederlands
Ich ikh Ik
Du doe Jij
Er air Hij
Sie zee Zij (enkelvoud)
Wir veer Wij
Ihr eer Jullie
Sie zee Zij (meervoud)

Werkwoord[bewerken | brontekst bewerken]

Het werkwoord in een zin geeft aan wat de handeling is die wordt uitgevoerd. In het Duits wordt het werkwoord vaak aan het einde van de zin geplaatst. Hieronder staan enkele voorbeelden van werkwoorden in het Duits:

Duits Uitspraak Nederlands
Essen essen Eten
Trinken trinken Drinken
Schlafen shla-fen Slapen
Laufen lou-fen Lopen
Spielen shpee-len Spelen
Lesen leh-zen Lezen
Schreiben shry-ben Schrijven

Voorbeeldzinnen[bewerken | brontekst bewerken]

Laten we nu enkele voorbeeldzinnen maken met onderwerp en werkwoord:

  • Ich esse einen Apfel. (Ik eet een appel.)
  • Du trinkst Wasser. (Jij drinkt water.)
  • Er schläft viel. (Hij slaapt veel.)
  • Sie läuft schnell. (Zij loopt snel.)
  • Wir spielen Fußball. (Wij spelen voetbal.)
  • Ihr lest ein Buch. (Jullie lezen een boek.)
  • Sie schreiben einen Brief. (Zij schrijven een brief.)

Samenvatting[bewerken | brontekst bewerken]

In deze les hebben we geleerd hoe we basale zinnen kunnen vormen met onderwerp en werkwoord in het Duits. Vergeet niet dat het onderwerp de handeling uitvoert en het werkwoord aangeeft wat de handeling is. Blijf oefenen en je zult snel Duitse zinnen kunnen maken!


Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson