Language/German/Vocabulary/Numbers-1-100/nl

Duits → Woordenschat → 0 tot A1-cursus → Cijfers 1-100

Cijfers van 1 tot 20

Hier zijn de cijfers van 1 tot 20:

Duits	Uitspraak	Nederlands
Eins	ains	Een
Zwei	tswei	Twee
Drei	drai	Drie
Vier	fier	Vier
Fünf	fienf	Vijf
Sechs	sechs	Zes
Sieben	zieben	Zeven
Acht	acht	Acht
Neun	noin	Negen
Zehn	tseen	Tien
Elf	elf	Elf
Zwölf	tswoolf	Twaalf
Dreizehn	drietzain	Dertien
Vierzehn	fieretzain	Veertien
Fünfzehn	fienfzain	Vijftien
Sechzehn	sechzain	Zestien
Siebzehn	ziebzain	Zeventien
Achtzehn	achtzain	Achttien
Neunzehn	noin-tseen	Negentien
Zwanzig	tsvanzik	Twintig

Het is belangrijk om de juiste uitspraak te kennen. De uitspraak van de Duitse cijfers kan soms moeilijk zijn voor Nederlandstaligen. Het is dus belangrijk om de uitspraak te oefenen, zodat het gemakkelijker wordt om te communiceren in het Duits.

Cijfers van 21 tot 100

Nu we de cijfers van 1 tot 20 kennen, kunnen we verder gaan met de cijfers van 21 tot 100. Hier zijn de cijfers van 21 tot 30:

Duits	Uitspraak	Nederlands
Einundzwanzig	ainoontsvanzik	Eenentwintig
Zweiundzwanzig	tswoi-oon-tsvanzik	Tweeëntwintig
Dreiundzwanzig	dri-oon-tsvanzik	Drieëntwintig
Vierundzwanzig	fier-oon-tsvanzik	Vierentwintig
Fünfundzwanzig	fienf-oon-tsvanzik	Vijfentwintig
Sechsundzwanzig	zeks-oon-tsvanzik	Zesentwintig
Siebenundzwanzig	zieben-oon-tsvanzik	Zevenentwintig
Achtundzwanzig	acht-oon-tsvanzik	Achtentwintig
Neunundzwanzig	noin-oon-tsvanzik	Negenentwintig
Dreißig	drayßig	Dertig

En hier zijn de cijfers van 31 tot 100:

Duits	Uitspraak	Nederlands
Einunddreißig	ainoont-drayßig	Eenendertig
Zweiunddreißig	tswoi-oon-drayßig	Tweeëndertig
Dreiunddreißig	dri-oon-drayßig	Drieëndertig
Vierunddreißig	fier-oon-drayßig	Vierendertig
Fünfunddreißig	fienf-oon-drayßig	Vijfendertig
Sechsunddreißig	zeks-oon-drayßig	Zesendertig
Siebenunddreißig	zieben-oon-drayßig	Zevenendertig
Achtunddreißig	acht-oon-drayßig	Achtendertig
Neununddreißig	noin-oon-drayßig	Negenendertig
Vierzig	fier-tsich	Veertig
Fünfzig	fienf-tsich	Vijftig
Sechzig	zeks-tsich	Zestig
Siebzig	zieb-tsich	Zeventig
Achtzig	acht-tsich	Tachtig
Neunzig	noin-tsich	Negentig
Hundert	hoendert	Honderd

Het leren van de cijfers van 1 tot 100 is een belangrijke stap voor elke beginner die Duits leert. Het helpt om te communiceren in dagelijkse situaties zoals het vertellen van de tijd, het vragen naar leeftijd en het kopen van producten. Blijf oefenen en je zult snel vertrouwd zijn met deze cijfers!

• Oefen de uitspraak van de cijfers van 1 tot 100.
• Oefen het tellen van 1 tot 100.

Inhoudsopgave - Duitse cursus - 0 tot A1

• Cursus Presentatie

  ---

Basis zinsstructuren

• Onderwerp en Werkwoord
• Zelfstandig naamwoord en Geslacht

  ---

Begroetingen en introductie

• Begroetingen en afscheid
• Jezelf voorstellen

  ---

Bepaalde en onbepaalde lidwoorden

• Geslacht en Lidwoorden
• Meervoudsvormen
• Gevallen: Nominatief en Accusatief

  ---

Getallen, Data en Tijd

• Getallen 1-100
• Dagen van de week en Maanden
• Tijd vertellen

  ---

Werkwoorden en vervoeging

• Werkwoordsvormen
• Tegenwoordige Tijd
• Scheidbare werkwoorden

  ---

Familie en vrienden

• Familieleden
• Praat over je vrienden

  ---

Preposities

• Preposities gebruiken
• Tweewegs preposities

  ---

Eten en drinken

• Eten en maaltijden
• Dranken en drankjes

  ---

Duitsland en Duitstalige landen

• Geografie en Bezienswaardigheden
• Cuisine en Tradities

  ---

Voornaamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden

• Persoonlijke voornaamwoorden
• Bezittelijke voornaamwoorden

  ---

Reizen en Vervoer

• Reis boeken
• Openbaar vervoer

  ---

Modale werkwoorden

• Vaardigheden uitdrukken
• Praat over verplichtingen

  ---

Winkelen en Kleding

• Kleding winkelen
• Boodschappen doen

  ---

Muziek en Entertainment

• Populaire muzikanten en genres
• Films, TV en Literature

  ---

Bijvoeglijke naamwoorden

• Bijvoeglijke naamwoorden
• Vergrotende en Overtreffende Trappen

  ---

Gezondheid en Lichaam

• Praat over gezondheid
• Lichaamsdelen

  ---

Tijd en Temporele preposities

• Tijd-uitdrukkingen gebruiken
• Temporele preposities

Andere lessen

• 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Boodschappen Doen
• Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Woordenschat → Een reis boeken
• Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Woordenschat → Begroetingen en afscheid
• Complete 0 to A1 Course → Woordenschat → Openbaar vervoer
• 0 tot A1-cursus → Woordenschat → Tijd vertellen
• Compleet 0 tot A1 Duitse cursus → Woordenschat → Je voorstellen
• Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Woordenschat → Praten over je vrienden
• 0 tot A1-Cursus → Woordenschat → Praten over Gezondheid
• Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Woordenschat → Dranken en drankjes
• Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Woordenschat → Lichaamsdelen
• Beginnerscursus 0 tot A1 → Woordenschat → Voedsel en Maaltijden
• 0 tot A1-cursus → Woordenschat → Familieleden
• Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Woordenschat → Winkelen voor Kleding
• 0 tot A1-cursus → Woordenschat → Dagen van de week en maanden