Language/German/Vocabulary/Public-Transportation/nl

Uit Polyglot Club WIKI
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
This lesson can still be improved. EDIT IT NOW! & become VIP
Rate this lesson:
0.00
(0 stemmen)

German-Language-PolyglotClub.jpg
DuitseWoordenschatComplete 0 to A1 CourseOpenbaar vervoer

Openbaar vervoer in Duitsland[bewerken | brontekst bewerken]

Duitsland heeft een uitgebreid netwerk van openbaar vervoer, waaronder treinen, bussen, trams en metro's. Het openbaar vervoer in Duitsland is over het algemeen punctueel en betrouwbaar. In deze les leer je de belangrijkste woorden en zinnen om openbaar vervoer in Duitstalige landen te gebruiken.

Trein[bewerken | brontekst bewerken]

De trein is een van de meest gebruikte vormen van openbaar vervoer in Duitsland. Hieronder vind je enkele belangrijke woorden en zinnen:

Duits Uitspraak Nederlands
der Zug dɛr tsook de trein
der Bahnhof dɛr baanhoof het treinstation
die Fahrkarte diː ˈfaːrkaʁtə het treinkaartje
Einfache Fahrt, bitte. ˈaɪ̯nfaxə faːʁt ˈbɪtə Enkele reis, alstublieft.
Hin- und Rückfahrkarte, bitte. hɪn ʊnt ˈʁʏkfaʁtkartə ˈbɪtə Retourticket, alstublieft.

Bus en tram[bewerken | brontekst bewerken]

Naast treinen zijn ook bussen en trams populaire vormen van openbaar vervoer in Duitsland. Hieronder vind je enkele belangrijke woorden en zinnen:

Duits Uitspraak Nederlands
der Bus dɛr bʊs de bus
die Straßenbahn diː ˈʃtʁaːsənbaːn de tram
die Haltestelle diː ˈhaltestɛlə de halte
Wann fährt der nächste Bus/Tram? van fɛrt dɛr ˈnɛkstə bʊs/tram Wanneer vertrekt de volgende bus/tram?
Wo ist die Haltestelle? vo ɪst diː ˈhaltestɛlə Waar is de halte?

Metro[bewerken | brontekst bewerken]

Grote steden in Duitsland hebben vaak ook een metronetwerk. Hieronder vind je enkele belangrijke woorden en zinnen:

Duits Uitspraak Nederlands
die U-Bahn diː uːbaːn de metro
die Station diː staˈʃoːn het metrostation
Welche Linie muss ich nehmen? ˈvɛlxə ˈliːni mʊs ɪç ˈneːmən Welke lijn moet ik nemen?
Wo ist der Ausgang? vo ɪst dɛr ˈaʊsgaŋ Waar is de uitgang?

Veelvoorkomende vragen[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder vind je nog enkele veelvoorkomende vragen die je kunt stellen wanneer je gebruik maakt van het openbaar vervoer in Duitstalige landen:

  • Wie viel kostet eine Fahrkarte nach...? (Hoeveel kost een kaartje naar...?)
  • Wann kommt der nächste Zug/Bus/Tram? (Wanneer komt de volgende trein/bus/tram?)
  • Muss ich umsteigen? (Moet ik overstappen?)
  • Wie lange dauert die Fahrt? (Hoe lang duurt de reis?)

Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]

Gefeliciteerd, je hebt nu de belangrijkste woorden en zinnen geleerd om gebruik te maken van openbaar vervoer in Duitstalige landen! Het is aan te raden om deze woorden en zinnen te oefenen voordat je op reis gaat. Veel succes!


Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson