Language/German/Grammar/Using-Time-Expressions/nl
Inleiding[bewerken | brontekst bewerken]
Welkom bij de les over het gebruik van tijdsuitdrukkingen in het Duits. In deze les leer je hoe je tijduitdrukkingen kunt gebruiken met werkwoorden en andere zinsdelen. Dit zal je helpen om je Duitse gesprekken te verbeteren en je communicatievaardigheden te ontwikkelen. Deze les is bedoeld voor absolute beginners op het niveau van A1. Laten we beginnen!
Tijdsuitdrukkingen met werkwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Een veelvoorkomende manier om tijdsuitdrukkingen in het Duits te gebruiken, is in combinatie met werkwoorden. Tijdsuitdrukkingen geven aan wanneer een actie plaatsvindt. Hieronder vind je enkele veelvoorkomende tijdsuitdrukkingen in het Duits:
Duits | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
Gestern | ges-tairn | Gisteren |
Heute | hoy-te | Vandaag |
Morgen | mohr-gen | Morgen |
Jetzt | yets | Nu |
Später | shpay-ter | Later |
Früher | fry-her | Vroeger |
Immer | im-mer | Altijd |
Noch nie | nohk nee | Nog nooit |
Je kunt deze tijdsuitdrukkingen eenvoudig gebruiken met werkwoorden om aan te geven wanneer een actie plaatsvindt. Bijvoorbeeld:
- Ich habe gestern Deutsch gelernt. (Ik heb gisteren Duits geleerd.)
- Wir werden morgen in die Stadt gehen. (We gaan morgen naar de stad.)
- Er arbeitet jetzt. (Hij werkt nu.)
Tijdsuitdrukkingen met andere zinsdelen[bewerken | brontekst bewerken]
Je kunt tijdsuitdrukkingen ook gebruiken met andere zinsdelen, zoals bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden. Hieronder vind je enkele voorbeelden:
- Ich habe viel Zeit. (Ik heb veel tijd.)
- Sie kommt später. (Ze komt later.)
- Das Konzert war gestern. (Het concert was gisteren.)
Oefeningen[bewerken | brontekst bewerken]
- Vertaal de volgende zinnen naar het Duits:
- We gaan vanavond naar de bioscoop.
- Ik heb vandaag veel geleerd.
- Hij heeft nog nooit sushi gegeten.
- Gebruik de juiste tijdsuitdrukkingen om de volgende zinnen correct te maken:
- Ich _______ Deutsch lernen. (nu)
- Wir haben _______ im Café getroffen. (gisteren)
- Sie kommt _______ zu spät. (altijd)
Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les heb je geleerd hoe je tijdsuitdrukkingen kunt gebruiken in het Duits. Je hebt geleerd hoe je deze kunt gebruiken met werkwoorden en andere zinsdelen. Vergeet niet om te oefenen met de voorbeelden en oefeningen in deze les om je vaardigheden te verbeteren. Veel succes!
Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Meervoudsvormen
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Tegenwoordige Tijd
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Onderwerp en Werkwoord
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Gevallen: Nominatief en Accusatief
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Geslacht en Artikelen
- 0 to A1 Course
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Het gebruik van voorzetsels
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Beschrijvende Bijvoeglijke Naamwoorden
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Tweewegsvoorzetsels
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Vergelijkende en overtreffende trappen
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Zelfstandige naamwoorden en geslacht
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Bezittelijke voornaamwoorden
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Werkwoordsvormen
- Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Grammatica → Persoonlijke Voornaamwoorden