Language/German/Grammar/Talking-About-Obligations/nl

Duits → Grammatica → Complete 0 tot A1-cursus → Praten over verplichtingen

Modale werkwoorden

In deze les gaat u leren hoe u over verplichtingen en verantwoordelijkheden kunt praten met behulp van modale werkwoorden.

Modale werkwoorden zijn een type hulpwerkwoord dat wordt gebruikt om de modaliteit van een werkwoord uit te drukken, zoals verplichting, mogelijkheid, toestemming, enzovoort. In het Duits worden modale werkwoorden gebruikt om te praten over verplichtingen en verantwoordelijkheden.

Het belangrijkste om te onthouden bij het gebruik van modale werkwoorden is dat ze altijd gevolgd worden door een infinitief. Hier is een lijst van de meest gebruikte modale werkwoorden in het Duits:

Duits	Uitspraak	Nederlands
müssen	[ˈmʏsn̩]	moeten
sollen	[ˈzɔlən]	moeten
können	[ˈkœnən]	kunnen
wollen	[ˈvɔlən]	willen

Hieronder staan enkele voorbeelden van hoe u deze modale werkwoorden kunt gebruiken:

Verplichting uitdrukken met "müssen"

"Müssen" wordt gebruikt om een verplichting uit te drukken.

Voorbeeld:

• Ich muss Deutsch lernen. (Ik moet Duits leren.)

Verplichting uitdrukken met "sollen"

"Sollen" wordt gebruikt om een verplichting uit te drukken, maar het kan ook worden gebruikt om een advies te geven.

Voorbeelden:

• Du solltest Deutsch lernen. (Je moet Duits leren.)
• Du sollst deine Hausaufgaben machen. (Je moet je huiswerk maken.)

Mogelijkheid uitdrukken met "können"

"Können" wordt gebruikt om een mogelijkheid uit te drukken.

Voorbeeld:

• Ich kann Deutsch sprechen. (Ik kan Duits spreken.)

Wilskracht uitdrukken met "wollen"

"Wollen" wordt gebruikt om wilskracht uit te drukken.

Voorbeeld:

• Ich will Deutsch lernen. (Ik wil Duits leren.)

Samenvatting

In deze les heeft u geleerd hoe u over verplichtingen en verantwoordelijkheden kunt praten met behulp van modale werkwoorden. Vergeet niet dat modale werkwoorden altijd gevolgd worden door een infinitief. Oefen deze structuren om uw Duitse vaardigheden te verbeteren.

Inhoudsopgave - Duitse cursus - 0 tot A1

• Cursus Presentatie

  ---

Basis zinsstructuren

• Onderwerp en Werkwoord
• Zelfstandig naamwoord en Geslacht

  ---

Begroetingen en introductie

• Begroetingen en afscheid
• Jezelf voorstellen

  ---

Bepaalde en onbepaalde lidwoorden

• Geslacht en Lidwoorden
• Meervoudsvormen
• Gevallen: Nominatief en Accusatief

  ---

Getallen, Data en Tijd

• Getallen 1-100
• Dagen van de week en Maanden
• Tijd vertellen

  ---

Werkwoorden en vervoeging

• Werkwoordsvormen
• Tegenwoordige Tijd
• Scheidbare werkwoorden

  ---

Familie en vrienden

• Familieleden
• Praat over je vrienden

  ---

Preposities

• Preposities gebruiken
• Tweewegs preposities

  ---

Eten en drinken

• Eten en maaltijden
• Dranken en drankjes

  ---

Duitsland en Duitstalige landen

• Geografie en Bezienswaardigheden
• Cuisine en Tradities

  ---

Voornaamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden

• Persoonlijke voornaamwoorden
• Bezittelijke voornaamwoorden

  ---

Reizen en Vervoer

• Reis boeken
• Openbaar vervoer

  ---

Modale werkwoorden

• Vaardigheden uitdrukken
• Praat over verplichtingen

  ---

Winkelen en Kleding

• Kleding winkelen
• Boodschappen doen

  ---

Muziek en Entertainment

• Populaire muzikanten en genres
• Films, TV en Literature

  ---

Bijvoeglijke naamwoorden

• Bijvoeglijke naamwoorden
• Vergrotende en Overtreffende Trappen

  ---

Gezondheid en Lichaam

• Praat over gezondheid
• Lichaamsdelen

  ---

Tijd en Temporele preposities

• Tijd-uitdrukkingen gebruiken
• Temporele preposities

Andere lessen

• 0 to A1 Course
• Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Bezittelijke voornaamwoorden
• 0 tot A1-cursus → Grammatica → Werkwoordsvormen
• 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Beschrijvende Bijvoeglijke Naamwoorden
• 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Tegenwoordige Tijd
• Van 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Scheidbare Werkwoorden
• Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Grammatica → Persoonlijke Voornaamwoorden
• Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Geslacht en Artikelen
• Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Het gebruik van voorzetsels
• Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Zelfstandige naamwoorden en geslacht
• 0 tot A1-cursus → Grammatica → Meervoudsvormen
• Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Vergelijkende en overtreffende trappen
• Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Grammatica → Expressing Abilities
• Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Het gebruik van tijdsuitdrukkingen