Language/German/Vocabulary/Food-and-Meals/nl

Uit Polyglot Club WIKI
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
This lesson can still be improved. EDIT IT NOW! & become VIP
Rate this lesson:
0.00
(0 stemmen)

German-Language-PolyglotClub.jpg
DuitseWoordenschatBeginnerscursus 0 tot A1Voedsel en Maaltijden

Basis Woorden en Uitdrukkingen[bewerken | brontekst bewerken]

Voedsel en maaltijden zijn een belangrijk onderdeel van de Duitse cultuur. Tijdens deze les leer je hoe je de meest voorkomende voedingsmiddelen kunt benoemen en beschrijven, en hoe je over maaltijden kunt praten.

Hier zijn enkele basiswoorden en uitdrukkingen om mee te beginnen:

  • eten - voedsel
  • drinken - drankje
  • maaltijd - maaltijd
  • ontbijt - ontbijt
  • lunch - lunch
  • diner - diner
  • snack - snack
  • dessert - dessert
  • honger - honger
  • dorst - dorst
  • smakelijk eten! - eet smakelijk!
  • proost! - proost!
  • ik ben vegetarisch - ik ben vegetarisch
  • ik kan niet tegen lactose/gluten - ik kan geen lactose/gluten verdragen

Voedsel[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder vind je een lijst met de meest voorkomende voedingsmiddelen in het Duits, met de bijbehorende Nederlandse vertaling en uitspraak:

Duits Uitspraak Nederlands
das Brot däs Brot brood
der Käse der Keese kaas
das Fleisch däs Fleysh vlees
der Fisch der Fiesh vis
das Gemüse däs Gehmüse groenten
das Obst däs Obst fruit
die Kartoffel dee Kartoffel aardappel
die Nudeln dee Nudeln pasta
der Reis der Reys rijst
die Suppe dee Soepe soep
das Ei däs Ay ei
das Huhn däs Hoen kip
das Schweinefleisch däs Shveynefleysh varkensvlees
das Rindfleisch däs Rindfleysh rundvlees
das Lammfleisch däs Lamfleysh lamsvlees
die Wurst dee Woerst worst
der Schinken der Schinken ham
der Speck der Speck spek
die Milch dee Milch melk
der Joghurt der Yooghoert yoghurt
der Kaffee der Kaffee koffie
der Tee der Tee thee
das Wasser däs Vasser water
der Saft der Saft sap
das Bier däs Beer bier
der Wein der Wein wijn

Maaltijden[bewerken | brontekst bewerken]

Hieronder vind je enkele veelvoorkomende maaltijden in het Duits:

  • das Frühstück - ontbijt
  • das Mittagessen - lunch
  • das Abendessen - diner
  • die Vorspeise - voorgerecht
  • die Hauptspeise - hoofdgerecht
  • das Dessert - dessert

Voorbeeldzin:

  • Ik wil graag een hoofdgerecht bestellen - Ich möchte gerne ein Hauptgericht bestellen.

Conversaties[bewerken | brontekst bewerken]

Hier volgen enkele voorbeelden van gesprekken die je kunt voeren in een restaurant:

  • Ober: Guten Abend, was möchten Sie trinken? (Goedenavond, wat wilt u drinken?)
  • Klant: Ich möchte bitte ein Bier. (Ik wil graag een biertje alstublieft.)
  • Ober: Möchten Sie auch etwas zu essen bestellen? (Wilt u ook iets te eten bestellen?)
  • Klant: Ja, ich hätte gerne eine Suppe und ein Hauptgericht. (Ja, ik wil graag een soep en een hoofdgerecht.)
  • Ober: Was möchten Sie als Hauptgericht? (Wat wilt u als hoofdgerecht?)
  • Klant: Ich hätte gern das Rindfleisch mit Kartoffeln und Gemüse. (Ik wil graag het rundvlees met aardappelen en groenten.)
  • Ober: Sehr gut, ich werde das sofort für Sie vorbereiten lassen. (Heel goed, ik zal dat direct voor u laten klaarmaken.)
  • Klant: Vielen Dank. (Dank u wel.)

Quiz[bewerken | brontekst bewerken]

Test je kennis met deze quiz. Vul de ontbrekende woorden in:

1. Ich habe _________. (honger) 2. Ich trinke gerne _________. (koffie) 3. Ich bin _________. (vegetarisch) 4. Ich esse kein _________. (vlees) 5. Das _________ schmeckt sehr gut. (dessert)

Antwoorden: 1. Hunger, 2. Kaffee, 3. Vegetarisch, 4. Fleisch, 5. Dessert

Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]

In deze les heb je geleerd hoe je voedingsmiddelen kunt benoemen en beschrijven, en hoe je over maaltijden kunt praten. Je hebt ook enkele basisuitdrukkingen geleerd die je kunt gebruiken in een restaurant. Oefen deze woorden en uitdrukkingen regelmatig om je Duitse taalvaardigheid te verbeteren. Viel Erfolg!


Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson