Language/German/Grammar/Verb-Forms/nl





































Inleiding[edit | edit source]
Welkom bij de les over werkwoordsvormen! In deze les gaan we de basisprincipes van het vervoegen van werkwoorden in het Duits verkennen. Werkwoorden zijn cruciaal in elke taal omdat ze de actie of de toestand van het onderwerp beschrijven. Of je nu vertelt dat je een boek leest of dat je met vrienden afspreekt, het werkwoord is het hart van je zin.
In het Duits zijn er zowel regelmatige als onregelmatige werkwoorden, en het is belangrijk om te begrijpen hoe je deze correct kunt vervoegen. Vandaag zullen we ons richten op de tegenwoordige tijd, wat de basis vormt voor verdere studie.
Hier is een overzicht van wat we zullen behandelen:
Wat zijn werkwoorden?[edit | edit source]
Werkwoorden zijn woorden die een actie, gebeurtenis of toestand beschrijven. In het Duits zijn werkwoorden meestal onderverdeeld in twee categorieën: regelmatige werkwoorden en onregelmatige werkwoorden.
Regelmatige werkwoorden[edit | edit source]
Regelmatige werkwoorden volgen een vast patroon bij het vervoegen. Dit maakt ze eenvoudiger te leren. Het meest voorkomende patroon in de tegenwoordige tijd is:
- stam + -e (ik)
- stam + -st (jij)
- stam + -t (hij/zij/het)
- stam + -en (wij/jullie/zij)
Onregelmatige werkwoorden[edit | edit source]
Onregelmatige werkwoorden volgen geen vast patroon. Dit betekent dat je ze uit je hoofd moet leren. Ze veranderen vaak van klinker in de stam of hebben een geheel andere vorm.
Voorbeeld van regelmatige werkwoorden[edit | edit source]
Laten we eens kijken naar een voorbeeld van een regelmatig werkwoord: spielen (spelen).
Duits | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
ich spiele | ɪç ˈʃpiːlə | ik speel |
du spielst | du ˈʃpiːlst | jij speelt |
er/sie/es spielt | eːɐ̯/ziː/ɛs ˈʃpiːlt | hij/zij/het speelt |
wir spielen | viːɐ̯ ˈʃpiːlən | wij spelen |
ihr spielt | iːɐ̯ ˈʃpiːlt | jullie spelen |
sie spielen | ziː ˈʃpiːlən | zij spelen |
Voorbeeld van onregelmatige werkwoorden[edit | edit source]
Laten we nu een onregelmatig werkwoord bekijken: sehen (zien).
Duits | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
ich sehe | ɪç ˈzeːə | ik zie |
du siehst | du ˈziːst | jij ziet |
er/sie/es sieht | eːɐ̯/ziː/ɛs ˈziːt | hij/zij/het ziet |
wir sehen | viːɐ̯ ˈzeːən | wij zien |
ihr seht | iːɐ̯ ˈzeːt | jullie zien |
sie sehen | ziː ˈzeːən | zij zien |
Oefeningen[edit | edit source]
Hier zijn enkele oefeningen om te oefenen met het vervoegen van werkwoorden. Probeer de juiste vorm van het werkwoord in te vullen.
Oefening 1: Regelmatige werkwoorden[edit | edit source]
Vul de juiste vorm van het werkwoord lernen (leren) in de tegenwoordige tijd in:
1. Ich _______ (lernen)
2. Du _______ (lernen)
3. Er _______ (lernen)
4. Wir _______ (lernen)
5. Ihr _______ (lernen)
6. Sie _______ (lernen)
Oplossingen Oefening 1[edit | edit source]
1. ich lerne
2. du lernst
3. er lernt
4. wir lernen
5. ihr lernt
6. sie lernen
Oefening 2: Onregelmatige werkwoorden[edit | edit source]
Vul de juiste vorm van het werkwoord gehen (gaan) in de tegenwoordige tijd in:
1. Ich _______ (gehen)
2. Du _______ (gehen)
3. Er _______ (gehen)
4. Wir _______ (gehen)
5. Ihr _______ (gehen)
6. Sie _______ (gehen)
Oplossingen Oefening 2[edit | edit source]
1. ich gehe
2. du gehst
3. er geht
4. wir gehen
5. ihr geht
6. sie gehen
Conclusie[edit | edit source]
We hebben nu de basis van werkwoordsvormen in het Duits behandeld! Je hebt geleerd over regelmatige en onregelmatige werkwoorden en hoe je ze in de tegenwoordige tijd vervoegt. Dit is een belangrijke stap in je reis naar het beheersen van de Duitse taal. Blijf oefenen met de vervoegingen en je zult snel vooruitgang boeken!
Video's[edit | edit source]
Grammatica Duits (eenvoudig): werkwoorden vervoegen - YouTube[edit | edit source]
Bijles Duits grammatica 14: Alle werkwoorden o.t.t. in 3 groepen ...[edit | edit source]
Grammatica Duits: oefenen op werkwoorden vervoegen (eenvoudig ...[edit | edit source]
Duits - regelmatige werkwoorden - YouTube[edit | edit source]
Andere lessen[edit | edit source]
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Vergelijkende en overtreffende trappen
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Zelfstandige naamwoorden en geslacht
- Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Grammatica → Expressing Abilities
- 0 to A1 Course
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Tweewegsvoorzetsels
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Beschrijvende Bijvoeglijke Naamwoorden
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Gevallen: Nominatief en Accusatief
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Het gebruik van tijdsuitdrukkingen
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Meervoudsvormen
- Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Grammatica → Persoonlijke Voornaamwoorden
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Bezittelijke voornaamwoorden
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Het gebruik van voorzetsels
- Van 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Scheidbare Werkwoorden
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Geslacht en Artikelen