Language/German/Grammar/Using-Prepositions/nl
Voorzetsels[edit | edit source]
Voorzetsels zijn woorden die worden gebruikt om de relatie tussen woorden in een zin te beschrijven. Ze worden gebruikt om locaties, tijden en relaties aan te geven. In het Duits zijn er veel verschillende voorzetsels en hun gebruik kan soms verwarrend zijn. In deze les leert u hoe u voorzetsels moet gebruiken in combinatie met veelvoorkomende werkwoorden en uitdrukkingen.
Voorzetsels met werkwoorden[edit | edit source]
Wanneer een werkwoord wordt gebruikt met een voorzetsel, kan de betekenis van het werkwoord veranderen. Hier zijn enkele veelvoorkomende voorbeelden:
Duits | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
abhängen von | [ˈapˌhɛŋən fɔn] | afhankelijk zijn van |
sich aufregen über | [zɪç aʊfˈʁeːɡən ˈyːbɐ] | zich opwinden over |
sich freuen auf | [zɪç ˈfʁɔʏ.ən aʊf] | zich verheugen op |
sich kümmern um | [zɪç ˈkʏmɐn ʊm] | zorgen voor |
sprechen über | [ˈʃpʀeːçən ˈyːbɐ] | spreken over |
denken an | [ˈdɛŋkən an] | denken aan |
Voorzetsels met uitdrukkingen[edit | edit source]
Voorzetsels worden ook gebruikt in veelvoorkomende uitdrukkingen. Hier zijn enkele voorbeelden:
- in der Nähe von - in de buurt van
- in der Mitte von - in het midden van
- in Gefahr sein - in gevaar zijn
- im Urlaub sein - op vakantie zijn
- auf dem Land sein - op het platteland zijn
Belangrijke voorzetsels[edit | edit source]
Hieronder staan enkele van de belangrijkste voorzetsels in het Duits:
- an - aan
- auf - op
- in - in
- über - over
- unter - onder
- vor - voor
- hinter - achter
- neben - naast
- zwischen - tussen
Oefeningen[edit | edit source]
Laten we nu enkele oefeningen doen om uw kennis van voorzetsels te testen. Vul de ontbrekende voorzetsels in:
- Ich spreche ____________ Deutsch.
- Meine Schwester wohnt ____________ Berlin.
- Wir treffen uns ____________ der Schule.
- Der Hund liegt ____________ dem Sofa.
- Ich gehe ____________ dem Park spazieren.
Antwoorden: 1. auf 2. in 3. vor 4. auf 5. im
Conclusie[edit | edit source]
U hebt nu geleerd hoe u voorzetsels moet gebruiken in het Duits. Onthoud dat het belangrijk is om de juiste voorzetsels te gebruiken om de betekenis van uw zinnen duidelijk over te brengen. Blijf oefenen en u zult snel voorzetsels gebruiken als een native speaker!
Andere lessen[edit | edit source]
- Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Grammatica → Persoonlijke Voornaamwoorden
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Beschrijvende Bijvoeglijke Naamwoorden
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Vergelijkende en overtreffende trappen
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Zelfstandige naamwoorden en geslacht
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Meervoudsvormen
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Het gebruik van tijdsuitdrukkingen
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Onderwerp en Werkwoord
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Gevallen: Nominatief en Accusatief
- 0 to A1 Course
- Van 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Scheidbare Werkwoorden
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Tweewegsvoorzetsels
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Geslacht en Artikelen
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Tegenwoordige Tijd
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Bezittelijke voornaamwoorden
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Werkwoordsvormen