Language/German/Grammar/Comparative-and-Superlative-Forms/nl

Duits → Grammatica → Complete 0 tot A1 cursus → Vergelijkende en overtreffende trappen

Vergelijkende en overtreffende trappen

In deze les leer je hoe je de vergelijkende en overtreffende trappen van bijvoeglijke naamwoorden kunt vormen en in zinnen kunt gebruiken. Dit is een belangrijke stap in het leren van de Duitse taal, omdat het je in staat stelt om te communiceren over verschillende gradaties van kwaliteit, kwantiteit en grootte.

De vergelijkende trap

De vergelijkende trap wordt gebruikt om de verschillende gradaties van een eigenschap of kwaliteit te vergelijken tussen twee objecten, personen of situaties. In het Duits wordt de vergelijkende trap gevormd door het toevoegen van "-er" aan het bijvoeglijk naamwoord en het gebruik van "als" in de zin.

Bijvoorbeeld:

Duits	Uitspraak	Nederlands
groß (groot)	[ɡʁoːs]	groot
größer (groter)	[ˈɡʁœsɐ]	groter
Er ist größer als ich.	[eːɐ̯ ɪst ˈɡʁœsɐ als ɪç]	Hij is groter dan ik.

Hier zijn enkele andere voorbeelden van de vergelijkende trap:

• langzamer (langzamer)
• schneller (sneller)
• teurer (duurder)
• billiger (goedkoper)
• besser (beter)
• schlechter (slechter)

De overtreffende trap

De overtreffende trap wordt gebruikt om de hoogste graad van een eigenschap of kwaliteit te benadrukken. In het Duits wordt de overtreffende trap gevormd door het toevoegen van "-sten" aan het bijvoeglijk naamwoord en het gebruik van "am" in de zin.

Bijvoorbeeld:

Duits	Uitspraak	Nederlands
groß (groot)	[ɡʁoːs]	groot
größer (groter)	[ˈɡʁœsɐ]	groter
am größten (het grootst)	[am ˈɡʁœs.tn̩]	het grootst
Er ist am größten.	[eːɐ̯ ɪst am ˈɡʁœs.tn̩]	Hij is het grootst.

Hier zijn enkele andere voorbeelden van de overtreffende trap:

• langsamsten (de langzaamste)
• schnellsten (de snelste)
• teuersten (de duurste)
• billigsten (de goedkoopste)
• besten (de beste)
• schlechtesten (de slechtste)

Oefeningen

• Gebruik de vergelijkende en overtreffende trappen om de volgende zinnen af te maken:

1. Der See ist _____ als der Fluss. (groot)
2. Das Buch ist _____ als der Film. (interessant)
3. Der Berg ist _____ als der Hügel. (hoog)
4. Die Ferienwohnung ist _____ als das Hotel. (bequem)
5. Die Katze ist _____ als der Hund. (snel)

• Gebruik de volgende bijvoeglijke naamwoorden in zinnen met de vergelijkende en overtreffende trappen:

1. schön (mooi)
2. hell (helder)
3. dunkel (donker)
4. laut (luid)
5. leise (stil)
6. stark (sterk)
7. schwach (zwak)

Culturele informatie

Wist je dat Duits de meest gesproken taal is in de Europese Unie? Het wordt gesproken door meer dan 100 miljoen mensen wereldwijd. Duitsland staat bekend om zijn bier, wijn, worst en chocolade, evenals zijn rijke geschiedenis en cultuur. Veel beroemde componisten, filosofen en wetenschappers zijn van Duitse afkomst, waaronder Ludwig van Beethoven, Immanuel Kant en Albert Einstein.

Afronding

In deze les heb je geleerd hoe je de vergelijkende en overtreffende trappen van bijvoeglijke naamwoorden kunt vormen en gebruiken. Het oefenen van deze vaardigheid zal je helpen om je Duitse taalvaardigheden te verbeteren en je communicatie te verrijken. Veel succes met het oefenen en tot ziens in de volgende les!

Inhoudsopgave - Duitse cursus - 0 tot A1

• Cursus Presentatie

  ---

Basis zinsstructuren

• Onderwerp en Werkwoord
• Zelfstandig naamwoord en Geslacht

  ---

Begroetingen en introductie

• Begroetingen en afscheid
• Jezelf voorstellen

  ---

Bepaalde en onbepaalde lidwoorden

• Geslacht en Lidwoorden
• Meervoudsvormen
• Gevallen: Nominatief en Accusatief

  ---

Getallen, Data en Tijd

• Getallen 1-100
• Dagen van de week en Maanden
• Tijd vertellen

  ---

Werkwoorden en vervoeging

• Werkwoordsvormen
• Tegenwoordige Tijd
• Scheidbare werkwoorden

  ---

Familie en vrienden

• Familieleden
• Praat over je vrienden

  ---

Preposities

• Preposities gebruiken
• Tweewegs preposities

  ---

Eten en drinken

• Eten en maaltijden
• Dranken en drankjes

  ---

Duitsland en Duitstalige landen

• Geografie en Bezienswaardigheden
• Cuisine en Tradities

  ---

Voornaamwoorden en bezittelijke voornaamwoorden

• Persoonlijke voornaamwoorden
• Bezittelijke voornaamwoorden

  ---

Reizen en Vervoer

• Reis boeken
• Openbaar vervoer

  ---

Modale werkwoorden

• Vaardigheden uitdrukken
• Praat over verplichtingen

  ---

Winkelen en Kleding

• Kleding winkelen
• Boodschappen doen

  ---

Muziek en Entertainment

• Populaire muzikanten en genres
• Films, TV en Literature

  ---

Bijvoeglijke naamwoorden

• Bijvoeglijke naamwoorden
• Vergrotende en Overtreffende Trappen

  ---

Gezondheid en Lichaam

• Praat over gezondheid
• Lichaamsdelen

  ---

Tijd en Temporele preposities

• Tijd-uitdrukkingen gebruiken
• Temporele preposities

Andere lessen

• 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Tegenwoordige Tijd
• Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Praten over verplichtingen
• Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Zelfstandige naamwoorden en geslacht
• Van 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Scheidbare Werkwoorden
• 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Beschrijvende Bijvoeglijke Naamwoorden
• Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Gevallen: Nominatief en Accusatief
• 0 to A1 Course
• 0 tot A1-cursus → Grammatica → Meervoudsvormen
• Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Tweewegsvoorzetsels
• Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Het gebruik van voorzetsels
• Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Het gebruik van tijdsuitdrukkingen
• 0 tot A1-cursus → Grammatica → Werkwoordsvormen
• Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Onderwerp en Werkwoord
• Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Grammatica → Expressing Abilities