Difference between revisions of "Language/German/Grammar/Separable-Verbs/nl"
m (Quick edit) |
m (Quick edit) |
||
Line 1: | Line 1: | ||
{{German-Page-Top}} | {{German-Page-Top}} | ||
<div class="pg_page_title"><span lang>[[Language/German/nl|Duits]] </span> → <span cat>[[Language/German/Grammar/nl|Grammatica]]</span> → <span level>[[Language/German/Grammar/0-to-A1-Course/nl|0 tot A1 Cursus]]</span> → <span title>Scheidbare Werkwoorden</span></div> | |||
== Inleiding == | |||
Welkom bij de les over scheidbare werkwoorden! Deze werkwoorden zijn een belangrijk onderdeel van de Duitse grammatica en maken het mogelijk om je zinnen meer nuance en betekenis te geven. In deze les gaan we ontdekken wat scheidbare werkwoorden zijn, hoe ze functioneren in een zin, en hoe je ze kunt gebruiken in verschillende contexten. Dit is cruciaal voor je ontwikkeling in het Duits, vooral als je begint met het bouwen van zinnen en je idee wilt uitdrukken. | |||
We zullen de les als volgt structureren: | |||
* Wat zijn scheidbare werkwoorden? | |||
* Hoe gebruik je scheidbare werkwoorden in zinnen? | |||
* Voorbeelden van scheidbare werkwoorden | |||
* Oefeningen om je kennis te testen | |||
Laten we beginnen! | |||
__TOC__ | __TOC__ | ||
== Scheidbare werkwoorden == | === Wat zijn scheidbare werkwoorden? === | ||
Scheidbare werkwoorden zijn werkwoorden die bestaan uit een basiswerkwoord en een voorvoegsel. Dit voorvoegsel kan worden "gescheiden" van het werkwoord wanneer het in de vervoegde vorm wordt gebruikt. Dit betekent dat wanneer je een zin vormt met een scheidbaar werkwoord, het voorvoegsel naar het einde van de zin gaat, terwijl het werkwoord in de tweede positie blijft. Dit kan in het begin verwarrend zijn, maar met wat oefening zul je het snel onder de knie krijgen. | |||
=== Hoe gebruik je scheidbare werkwoorden in zinnen? === | |||
Wanneer je een scheidbaar werkwoord in een zin gebruikt, volg je deze stappen: | |||
1. Vervoeg het werkwoord in de tegenwoordige tijd. | |||
2. Plaats het voorvoegsel aan het einde van de zin. | |||
3. Plaats de rest van de zin eromheen. | |||
Hier is een eenvoudig voorbeeld: | |||
* Het scheidbare werkwoord "aufstehen" (opstaan) wordt "Ich stehe um 7 Uhr auf." (Ik sta om 7 uur op). | |||
Laten we nu een lijst maken van enkele veelvoorkomende scheidbare werkwoorden in het Duits en hun betekenissen: | |||
{| class="wikitable" | |||
! Duits !! Uitspraak !! Nederlands | |||
|- | |||
| ankommen || ˈanˌkɔmən || aankomen | |||
|- | |||
| aufstehen || ˈaʊfˌʃteːən || opstaan | |||
|- | |||
| mitkommen || ˈmɪtˌkɔmən || meegaan | |||
|- | |||
| fernsehen || ˈfɛrnˌzeːən || televisie kijken | |||
|- | |||
| einkaufen || ˈaɪnˌkaʊfən || boodschappen doen | |||
|- | |||
| zuschauen || ˈtsuˌʃaʊən || bekijken | |||
|- | |||
| aufräumen || ˈaʊfˌʁɔɪ̯mən || opruimen | |||
|- | |||
| losfahren || loːsˈfaːʁən || vertrekken | |||
|- | |||
| weggehen || vɛkˈɡeːən || weggaan | |||
|- | |||
| zurückkommen || tsuˈʁʊkˌkɔmən || terugkomen | |||
|} | |||
=== Voorbeelden van scheidbare werkwoorden === | |||
Laten we nu enkele voorbeeldzinnen bekijken die scheidbare werkwoorden bevatten. Dit helpt je om een beter begrip te krijgen van hoe je deze werkwoorden in context kunt gebruiken. | |||
{| class="wikitable" | {| class="wikitable" | ||
! Duits !! Uitspraak !! Nederlands | ! Duits !! Uitspraak !! Nederlands | ||
|- | |||
| Ich komme um 8 Uhr an. || ɪç ˈkɔmə ʊm aχt uːʁ an || Ik kom om 8 uur aan. | |||
|- | |||
| Wir stehen jeden Morgen früh auf. || viːɐ̯ ˈʃteːən ˈjeːdn ˈmɔʁɡn fryː aʊf || Wij staan elke ochtend vroeg op. | |||
|- | |||
| Kommst du mit? || kɔmst du mɪt || Ga je mee? | |||
|- | |- | ||
| | |||
| Ich sehe jeden Abend fern. || ɪç ˈzeːə ˈjeːdn ˈaːbn̩ fɛrn || Ik kijk elke avond televisie. | |||
|- | |- | ||
| | |||
| Wir gehen am Samstag einkaufen. || viːɐ̯ ˈɡeːən ʔam ˈzamsˌtaːk ˈaɪnˌkaʊfən || We gaan zaterdag boodschappen doen. | |||
|- | |||
| Schau dir das Video an! || ʃaʊ dɪʁ das ˈviːdeˌoː an || Kijk naar de video! | |||
|- | |||
| Ich räume mein Zimmer auf. || ɪç ˈʁɔɪ̯mə maɪ̯n ˈtsɪmɐ aʊf || Ik ruim mijn kamer op. | |||
|- | |- | ||
| | |||
| Wir fahren um 10 Uhr los. || viːɐ̯ ˈfaːʁən ʊm tsɛn uːʁ loːs || We vertrekken om 10 uur. | |||
|- | |- | ||
| | |||
| Sie gehen jetzt weg. || ziː ˈɡeːən jɛtst vɛk || Ze gaan nu weg. | |||
|- | |- | ||
| | |||
| Wann kommst du zurück? || van kɔmst du tsuˈʁʏk || Wanneer kom je terug? | |||
|} | |} | ||
=== | == Oefeningen == | ||
Nu is het tijd om je kennis te testen met enkele oefeningen. Probeer de juiste vorm van het scheidbare werkwoord in de zinnen te gebruiken. | |||
=== Oefening 1: Vul de lege plekken in === | |||
Vul de lege plekken in met het juiste scheidbare werkwoord. | |||
1. Ich _______ um 6 Uhr ______. (opstaan) | |||
2. Wann _______ du ______? (weggaan) | |||
3. Wir _______ am weekend ______. (winkelen) | |||
4. Ich _______ gerne ______. (televisie kijken) | |||
5. Sie _______ nach Berlin ______. (aankomen) | |||
=== Oefening 2: Maak zinnen === | |||
Gebruik de volgende scheidbare werkwoorden om zinnen te maken. | |||
1. mitkommen | |||
2. aufräumen | |||
3. zurückkommen | |||
4. fernsehen | |||
5. losfahren | |||
=== Oefening 3: Vervoeg de werkwoorden === | |||
Vervoeg de volgende scheidbare werkwoorden in de juiste persoon en tijd. | |||
1. aufstehen (ich) | |||
2. einkaufen (wir) | |||
3. ankommen (du) | |||
4. weggehen (sie, enkelvoud) | |||
5. mitkommen (wir) | |||
=== Oplossingen === | |||
Hier zijn de oplossingen voor de oefeningen: | |||
=== Oplossingen Oefening 1 === | |||
1. Ich '''stehe''' um 6 Uhr '''auf'''. | |||
2. Wann '''gehst''' du '''weg'''? | |||
3. Wir '''kopen''' am weekend '''in'''. | |||
4. Ich '''zie''' graag '''televisie'''. | |||
5. Sie '''kommen''' naar Berlin '''aan'''. | |||
=== Oplossingen Oefening 2 === | |||
1. Ich '''kom''' mit. | |||
2. Ich '''ruim''' op. | |||
3. Ich '''kom''' terug. | |||
4. Ich '''zie''' televisie. | |||
5. Wir '''fahren''' los. | |||
=== Oplossingen Oefening 3 === | |||
1. Ich '''stehe''' auf. | |||
2. Wir '''kopen''' in. | |||
3. Du '''kom''' aan. | |||
4. Zij '''gaat''' weg. | |||
5. Wij '''komen''' mee. | |||
Ik hoop dat je deze les nuttig vond en dat je nu een beter begrip hebt van scheidbare werkwoorden in het Duits. Vergeet niet te oefenen, want oefening baart kunst! Veel succes met je verdere studie van de Duitse taal! | |||
{{#seo: | {{#seo: | ||
|title=Scheidbare Werkwoorden in het Duits | |||
|keywords= | |title=Scheidbare Werkwoorden in het Duits | ||
|description= | |||
|keywords=scheidbare werkwoorden, Duitse grammatica, Duitse zinnen, Duits leren, beginners Duits | |||
|description=In deze les leer je over scheidbare werkwoorden in het Duits en hoe je ze in zinnen kunt gebruiken. | |||
}} | }} | ||
{{German-0-to-A1-Course-TOC-nl}} | {{Template:German-0-to-A1-Course-TOC-nl}} | ||
[[Category:Course]] | [[Category:Course]] | ||
Line 66: | Line 243: | ||
[[Category:0-to-A1-Course]] | [[Category:0-to-A1-Course]] | ||
[[Category:German-0-to-A1-Course]] | [[Category:German-0-to-A1-Course]] | ||
<span gpt></span> <span model=gpt- | <span openai_correct_model></span> <span gpt></span> <span model=gpt-4o-mini></span> <span temperature=0.7></span> | ||
Latest revision as of 09:36, 12 August 2024
Inleiding[edit | edit source]
Welkom bij de les over scheidbare werkwoorden! Deze werkwoorden zijn een belangrijk onderdeel van de Duitse grammatica en maken het mogelijk om je zinnen meer nuance en betekenis te geven. In deze les gaan we ontdekken wat scheidbare werkwoorden zijn, hoe ze functioneren in een zin, en hoe je ze kunt gebruiken in verschillende contexten. Dit is cruciaal voor je ontwikkeling in het Duits, vooral als je begint met het bouwen van zinnen en je idee wilt uitdrukken.
We zullen de les als volgt structureren:
- Wat zijn scheidbare werkwoorden?
- Hoe gebruik je scheidbare werkwoorden in zinnen?
- Voorbeelden van scheidbare werkwoorden
- Oefeningen om je kennis te testen
Laten we beginnen!
Wat zijn scheidbare werkwoorden?[edit | edit source]
Scheidbare werkwoorden zijn werkwoorden die bestaan uit een basiswerkwoord en een voorvoegsel. Dit voorvoegsel kan worden "gescheiden" van het werkwoord wanneer het in de vervoegde vorm wordt gebruikt. Dit betekent dat wanneer je een zin vormt met een scheidbaar werkwoord, het voorvoegsel naar het einde van de zin gaat, terwijl het werkwoord in de tweede positie blijft. Dit kan in het begin verwarrend zijn, maar met wat oefening zul je het snel onder de knie krijgen.
Hoe gebruik je scheidbare werkwoorden in zinnen?[edit | edit source]
Wanneer je een scheidbaar werkwoord in een zin gebruikt, volg je deze stappen:
1. Vervoeg het werkwoord in de tegenwoordige tijd.
2. Plaats het voorvoegsel aan het einde van de zin.
3. Plaats de rest van de zin eromheen.
Hier is een eenvoudig voorbeeld:
- Het scheidbare werkwoord "aufstehen" (opstaan) wordt "Ich stehe um 7 Uhr auf." (Ik sta om 7 uur op).
Laten we nu een lijst maken van enkele veelvoorkomende scheidbare werkwoorden in het Duits en hun betekenissen:
Duits | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
ankommen | ˈanˌkɔmən | aankomen |
aufstehen | ˈaʊfˌʃteːən | opstaan |
mitkommen | ˈmɪtˌkɔmən | meegaan |
fernsehen | ˈfɛrnˌzeːən | televisie kijken |
einkaufen | ˈaɪnˌkaʊfən | boodschappen doen |
zuschauen | ˈtsuˌʃaʊən | bekijken |
aufräumen | ˈaʊfˌʁɔɪ̯mən | opruimen |
losfahren | loːsˈfaːʁən | vertrekken |
weggehen | vɛkˈɡeːən | weggaan |
zurückkommen | tsuˈʁʊkˌkɔmən | terugkomen |
Voorbeelden van scheidbare werkwoorden[edit | edit source]
Laten we nu enkele voorbeeldzinnen bekijken die scheidbare werkwoorden bevatten. Dit helpt je om een beter begrip te krijgen van hoe je deze werkwoorden in context kunt gebruiken.
Duits | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
Ich komme um 8 Uhr an. | ɪç ˈkɔmə ʊm aχt uːʁ an | Ik kom om 8 uur aan. |
Wir stehen jeden Morgen früh auf. | viːɐ̯ ˈʃteːən ˈjeːdn ˈmɔʁɡn fryː aʊf | Wij staan elke ochtend vroeg op. |
Kommst du mit? | kɔmst du mɪt | Ga je mee? |
Ich sehe jeden Abend fern. | ɪç ˈzeːə ˈjeːdn ˈaːbn̩ fɛrn | Ik kijk elke avond televisie. |
Wir gehen am Samstag einkaufen. | viːɐ̯ ˈɡeːən ʔam ˈzamsˌtaːk ˈaɪnˌkaʊfən | We gaan zaterdag boodschappen doen. |
Schau dir das Video an! | ʃaʊ dɪʁ das ˈviːdeˌoː an | Kijk naar de video! |
Ich räume mein Zimmer auf. | ɪç ˈʁɔɪ̯mə maɪ̯n ˈtsɪmɐ aʊf | Ik ruim mijn kamer op. |
Wir fahren um 10 Uhr los. | viːɐ̯ ˈfaːʁən ʊm tsɛn uːʁ loːs | We vertrekken om 10 uur. |
Sie gehen jetzt weg. | ziː ˈɡeːən jɛtst vɛk | Ze gaan nu weg. |
Wann kommst du zurück? | van kɔmst du tsuˈʁʏk | Wanneer kom je terug? |
Oefeningen[edit | edit source]
Nu is het tijd om je kennis te testen met enkele oefeningen. Probeer de juiste vorm van het scheidbare werkwoord in de zinnen te gebruiken.
Oefening 1: Vul de lege plekken in[edit | edit source]
Vul de lege plekken in met het juiste scheidbare werkwoord.
1. Ich _______ um 6 Uhr ______. (opstaan)
2. Wann _______ du ______? (weggaan)
3. Wir _______ am weekend ______. (winkelen)
4. Ich _______ gerne ______. (televisie kijken)
5. Sie _______ nach Berlin ______. (aankomen)
Oefening 2: Maak zinnen[edit | edit source]
Gebruik de volgende scheidbare werkwoorden om zinnen te maken.
1. mitkommen
2. aufräumen
3. zurückkommen
4. fernsehen
5. losfahren
Oefening 3: Vervoeg de werkwoorden[edit | edit source]
Vervoeg de volgende scheidbare werkwoorden in de juiste persoon en tijd.
1. aufstehen (ich)
2. einkaufen (wir)
3. ankommen (du)
4. weggehen (sie, enkelvoud)
5. mitkommen (wir)
Oplossingen[edit | edit source]
Hier zijn de oplossingen voor de oefeningen:
Oplossingen Oefening 1[edit | edit source]
1. Ich stehe um 6 Uhr auf.
2. Wann gehst du weg?
3. Wir kopen am weekend in.
4. Ich zie graag televisie.
5. Sie kommen naar Berlin aan.
Oplossingen Oefening 2[edit | edit source]
1. Ich kom mit.
2. Ich ruim op.
3. Ich kom terug.
4. Ich zie televisie.
5. Wir fahren los.
Oplossingen Oefening 3[edit | edit source]
1. Ich stehe auf.
2. Wir kopen in.
3. Du kom aan.
4. Zij gaat weg.
5. Wij komen mee.
Ik hoop dat je deze les nuttig vond en dat je nu een beter begrip hebt van scheidbare werkwoorden in het Duits. Vergeet niet te oefenen, want oefening baart kunst! Veel succes met je verdere studie van de Duitse taal!
Andere lessen[edit | edit source]
- 0 to A1 Course
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Werkwoordsvormen
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Gevallen: Nominatief en Accusatief
- Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Grammatica → Persoonlijke Voornaamwoorden
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Tegenwoordige Tijd
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Vergelijkende en overtreffende trappen
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Beschrijvende Bijvoeglijke Naamwoorden
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Praten over verplichtingen
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Het gebruik van tijdsuitdrukkingen
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Zelfstandige naamwoorden en geslacht
- Complete 0 tot A1 Duitse Cursus → Grammatica → Expressing Abilities
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Bezittelijke voornaamwoorden
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Tweewegsvoorzetsels
- Complete 0 tot A1 Duitse cursus → Grammatica → Onderwerp en Werkwoord
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Het gebruik van voorzetsels