Language/Standard-arabic/Grammar/Differences-from-English-relative-clauses/nl
Betrekkelijke bijzinnen[edit | edit source]
Een betrekkelijke bijzin is een type bijzin dat wordt gebruikt om extra informatie toe te voegen aan een hoofdzin. Het wordt meestal geïntroduceerd door een betrekkelijk voornaamwoord, zoals "die", "dat" of "wat".
In het Arabisch worden betrekkelijke bijzinnen vaak gevormd door het gebruik van een relatief voornaamwoord, gevolgd door een werkwoord. In het Engels worden betrekkelijke bijzinnen vaak gevormd door het gebruik van een relatief voornaamwoord, gevolgd door een onderwerp en een werkwoord.
Verschillen tussen Arabische en Engelse betrekkelijke bijzinnen[edit | edit source]
Er zijn enkele belangrijke verschillen tussen Arabische en Engelse betrekkelijke bijzinnen die u moet begrijpen om ze correct te kunnen gebruiken.
Plaatsing van het betrekkelijk voornaamwoord[edit | edit source]
In het Arabisch wordt het betrekkelijk voornaamwoord vaak aan het begin van de bijzin geplaatst, terwijl in het Engels het betrekkelijk voornaamwoord vaak na het onderwerp wordt geplaatst.
Hieronder staan enkele voorbeelden om dit te illustreren:
Arabisch | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
الكتاب الذي اشتريته | Al-kitabu alladhi ishtaraytuhu | Het boek dat ik kocht |
الرجل الذي يجري | Ar-rajulu alladhi yajri | De man die rent |
الطالبة التي تدرس | At-talibatu allati tadrusu | De studente die studeert |
Relatieve voornaamwoorden in het Arabisch[edit | edit source]
In het Arabisch zijn er verschillende betrekkelijke voornaamwoorden die kunnen worden gebruikt om betrekkelijke bijzinnen te vormen. Hieronder staan enkele van de meest voorkomende betrekkelijke voornaamwoorden:
- الذي (al-ladhi) - die (mannelijk enkelvoud)
- التي (at-ti) - die (vrouwelijk enkelvoud)
- اللذان (al-ladhani) - die (mannelijk meervoud)
- اللواتي (al-lawati) - die (vrouwelijk meervoud)
Betrekkelijke voornaamwoorden in het Engels[edit | edit source]
In het Engels zijn er verschillende betrekkelijke voornaamwoorden die kunnen worden gebruikt om betrekkelijke bijzinnen te vormen. Hieronder staan enkele van de meest voorkomende betrekkelijke voornaamwoorden:
- who - die (voor personen)
- which - die (voor dingen)
- that - die (voor zowel personen als dingen)
Voorbeelden[edit | edit source]
Hieronder staan enkele voorbeelden van betrekkelijke bijzinnen in het Arabisch en het Engels:
Arabisch | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
الكتاب الذي اشتريته | Al-kitabu alladhi ishtaraytuhu | Het boek dat ik kocht |
الرجل الذي يجري | Ar-rajulu alladhi yajri | De man die rent |
الطالبة التي تدرس | At-talibatu allati tadrusu | De studente die studeert |
Engels | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
The book that I bought | De boek die ik kocht | |
The man who is running | De man die rent | |
The student who is studying | De student die studeert |
Conclusie[edit | edit source]
In deze les heb je geleerd over de verschillen tussen Arabische en Engelse betrekkelijke bijzinnen en hoe je ze correct kunt gebruiken. Het is belangrijk om deze verschillen te begrijpen om effectief te kunnen communiceren in zowel het Arabisch als het Engels.
Andere lessen[edit | edit source]
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Vorming en gebruik
- Complete 0 to A1 Course → Grammatica → Verschillen tussen de actieve en passieve stem
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Persoonlijke voornaamwoorden
- 0 to A1 Course
- 0 naar A1-cursus → Grammatica → Mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden
- Complete 0 naar A1 cursus → Grammatica → Toekomstige tijd vervoeging
- 0 tot A1 cursus → Grammatica → Voorzetsels van tijd en plaats
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Adjectiefovereenkomst en -plaatsing
- Van 0 naar A1-cursus → Grammatica → Bezittelijke voornaamwoorden
- Complete Beginnerscursus 0 tot A1 → Grammatica → Vragen vormen
- 0 tot A1-cursus → Grammar → Negation
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Vorming en Plaatsing
- 0 tot A1-cursus → Grammar → Basisvoorzetsels
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Conjugatie in de verleden tijd