Language/Standard-arabic/Grammar/Past-tense-conjugation/nl
Verleden tijd verbuiging[edit | edit source]
In het Arabisch, om in de verleden tijd te spreken, moeten we de juiste vorm van het werkwoord gebruiken. Deze vorm verandert aan de hand van wie het doet (het onderwerp). Het verschil ligt in de verleden tijd vervoeging.
Bijvoorbeeld, in het Nederlands we zeggen "ik ging", "jij ging", "hij ging", "wij gingen", "jullie gingen", "zij gingen". In het Arabisch, zijn de verbuigingen anders.
De verledentijdsvorm van het Arabische werkwoord bestaat uit een stam en een klinker of een combinatie van klinkers. De stam is in feite drie medeklinkers die de essentie van het werkwoord vertegenwoordigen. De klinker geeft je informatie over de tijd en het onderwerp van het werkwoord.
Voorbeeld:
Standaard Arabisch | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
كَتَبْتُ | katabtu | Ik schreef |
كَتَبْتَ | katabta | Jij schreef (m) |
كَتَبَتْ | katabat | Jij schreef (v) |
كَتَبَ | kataba | Hij schreef |
كَتَبْنَا | katabna | Wij schreven |
كَتَبْتُمْ | katabtum | Jullie schreven (m) |
كَتَبْتُنَّ | katabtunna | Jullie schreven (v) |
كَتَبُوا | katabuu | Zij schreven |
Let op:
- Alle verleden tijd vervoegingen hebben dezelfde stam van het werkwoord, het enige wat verandert is de klinker. - Arabische werkwoorden worden in verleden tijd aan elkaar geschreven. - Er is geen verschil tussen spreek- en schrijftaal in het Arabisch.
Regelmatige werkwoorden[edit | edit source]
Laten we beginnen met de reguliere werkwoorden. Deze werkwoorden volgen een regelmatig patroon en zijn relatief gemakkelijk te leren.
Het patroon van deze werkwoorden is als volgt:
Kolom 1 | Kolom 2 | Toelichting |
---|---|---|
kataba- | (m) | Eerste persoon enkelvoud mannelijk |
katabat- | (v) | Eerste persoon enkelvoud vrouwelijk |
katabta- | (m) | Tweede persoon enkelvoud mannelijk |
katabti- | (v) | Tweede persoon enkelvoud vrouwelijk |
kataba- | (mv) | Derde persoon enkelvoud mannelijk en derde persoon meervoud |
katabna- | (mv) | Eerste persoon meervoud mannelijk en vrouwelijk |
Er zijn echter werkwoorden die afwijken van dit patroon. Dit zijn de onregelmatige werkwoorden.
Onregelmatige werkwoorden[edit | edit source]
Hoewel de meerderheid van de werkwoorden in het Arabisch regelmatig is, zijn er een aantal onregelmatige werkwoorden die gewoon moeten worden geleerd. Hier zijn enkele voorbeelden:
Werkwoord | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
كَانَ | kaana | Hij was |
أَتَى | ata | Hij kwam |
قَالَ | qala | Hij zei |
شَرِبَ | shariba | Hij dronk |
دَعَا | daa'a | Hij nodigde uit |
اِسْتَيْقَظَ | istayqaza | Hij werd wakker |
Oefeningen[edit | edit source]
- Conjugueer de volgende werkwoorden in verleden tijd: "lopen", "eten", "studeren", "helpen", "zwemmen".
- Geef de verleden tijd vervoeging van "ik praatte met mijn vriend".
- Vertaal de volgende zinnen naar het Arabisch:
- Ik at een pizza.
- Jij sliep vroeg gisteren.
- Wij kwamen laat aan.
Andere lessen[edit | edit source]
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Persoonlijke voornaamwoorden
- 0 tot A1-cursus → Grammar → Negation
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Vorming en gebruik
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Adjectiefovereenkomst en -plaatsing
- Van 0 tot A1-cursus → Grammatica → Verschillen tussen Arabische en Engelse betrekkelijke bijzinnen
- Complete 0 naar A1 cursus → Grammatica → Toekomstige tijd vervoeging
- 0 to A1 Course
- 0 tot A1 cursus → Grammatica → Voorzetsels van tijd en plaats
- Complete Beginnerscursus 0 tot A1 → Grammatica → Vragen vormen
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Arabische medeklinkers
- Volledige cursus 0 tot A1 → Grammatica → Vergelijkend en overtreffend
- Van 0 naar A1-cursus → Grammatica → Vraagwoorden
- Van 0 naar A1-cursus → Grammatica → Bezittelijke voornaamwoorden
- 0 tot A1-cursus → Grammar → Basisvoorzetsels
- Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Tegenwoordige tijd vervoeging