Language/Moroccan-arabic/Grammar/Possessive-Pronouns/nl

Uit Polyglot Club WIKI
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
This lesson can still be improved. EDIT IT NOW! & become VIP
Rate this lesson:
0.00
(0 stemmen)

Morocco-flag-PolyglotClub.png
Marokkaans ArabischGrammatica0 tot A1-cursusBezittelijke Voornaamwoorden

Bezittelijke Voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

Welkom bij de les over bezittelijke voornaamwoorden in het Marokkaans Arabisch! Deze les is bedoeld voor beginners die willen leren hoe ze bezittelijke voornaamwoorden in het Marokkaans Arabisch kunnen gebruiken. Bezittelijke voornaamwoorden worden gebruikt om aan te geven dat iets of iemand toebehoort aan een persoon.

Enkelvoudige Bezittelijke Voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

Enkelvoudige bezittelijke voornaamwoorden geven aan dat iets toebehoort aan één persoon. In het Marokkaans Arabisch zijn er twee soorten enkelvoudige bezittelijke voornaamwoorden:

Marokkaans Arabisch Uitspraak Nederlands
ديالي diaali mijn
ديالك dialek jouw
ديالو dialou zijn/haar/hun

Voorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

  • Dit is **mijn** huis. - هاد الدار ديالي.
  • Is dit **jouw** auto? - هادي عربيتك؟
  • Dat is **zijn** boek. - هاد الكتاب ديالو.

Meervoudige Bezittelijke Voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

Meervoudige bezittelijke voornaamwoorden geven aan dat iets toebehoort aan meer dan één persoon. In het Marokkaans Arabisch zijn er drie soorten meervoudige bezittelijke voornaamwoorden:

Marokkaans Arabisch Uitspraak Nederlands
ديالنا dialna ons
ديالكم dialkom jullie
ديالهم dialhoum hun

Voorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]

  • Dit is **ons** huis. - هاد الدار ديالنا.
  • Is dit **jullie** auto? - هادي عربيتكم؟
  • Dat is **hun** boek. - هاد الكتاب ديالهم.

Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]

Gefeliciteerd! Je hebt zojuist geleerd hoe je bezittelijke voornaamwoorden in het Marokkaans Arabisch kunt gebruiken. Blijf oefenen en je zult snel in staat zijn om deze grammaticale constructie vloeiend te gebruiken.


Inhoudsopgave - Marokkaanse Arabische Cursus - 0 tot A1[brontekst bewerken]


Introductie


Begroetingen en Basiszinnen


Zelfstandige naamwoorden en Voornaamwoorden


Eten en Drinken


Werkwoorden


Huis en Thuis


Bijvoeglijke naamwoorden


Tradities en Gebruiken


Preposities


Vervoer


Gebiedende wijs


Winkelen en Onderhandelen


Historische Sites en Bezienswaardigheden


Betrekkelijke Bijzinnen


Gezondheid en Noodsituaties


Passieve Stem


Vrije Tijd en Entertainment


Feestdagen en Festivals


Voorwaardelijke Wijs


Regionale Dialecten


Indirecte Rede


Weer en Klimaat


Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson