Language/Moroccan-arabic/Grammar/Past-Tense/nl
Verleden Tijd[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les zullen we leren hoe we regelmatige werkwoorden in het verleden kunnen vervoegen in het Marokkaans Arabisch. Dit is een belangrijk onderdeel van de taal en zal je helpen om gesprekken in het verleden te voeren.
Regelmatige Werkwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
In het Marokkaans Arabisch zijn er drie soorten werkwoorden: regelmatige, onregelmatige en defectieve. In deze les zullen we ons concentreren op de regelmatige werkwoorden.
Regelmatige werkwoorden in het Marokkaans Arabisch eindigen in de infinitiefvorm op "-er". Om deze werkwoorden in het verleden te vervoegen, vervang je simpelweg de "-er" met de uitgang die bij het onderwerp past. Hieronder vind je een tabel met voorbeelden:
Marokkaans Arabisch | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
كَتَبَ | kataba | hij schreef |
شَرِبَ | shariba | hij dronk |
قَرَأَ | qara'a | hij las |
خَبَّرَ | khabbar | hij informeerde |
كَلَّمَ | kallama | hij sprak |
زَرَعَ | zara'a | hij plantte |
Zoals je kunt zien, wordt de uitgang "-a" gebruikt voor mannelijke enkelvoudige onderwerpen en "-at" voor vrouwelijke enkelvoudige onderwerpen. Voor mannelijke meervoudige onderwerpen wordt de uitgang "-u" gebruikt en voor vrouwelijke meervoudige onderwerpen wordt de uitgang "-na" gebruikt.
Oefeningen[bewerken | brontekst bewerken]
Laten we nu wat oefeningen doen om te controleren of je hebt begrepen hoe je regelmatige werkwoorden in het verleden moet vervoegen. Vul de ontbrekende uitgang in de volgende zinnen in:
- أنا كتبت الرسالة. (ana ...)
- أمير شرب الشاي. (amir ...)
- نحن قرأنا الكتاب. (nahnu ...)
- أطباء خبروا المرضى. (atibaa ...)
- أنتم كلمتم المدير. (antum ...)
Antwoorden:
- أنا كتبت الرسالة. (ana katabt al-risaala)
- أمير شرب الشاي. (amir sharib al-shaay)
- نحن قرأنا الكتاب. (nahnu qara'na al-kitaab)
- أطباء خبروا المرضى. (atibaa khabbaru al-maradhi)
- أنتم كلمتم المدير. (antum kallamtum al-mudiir)
Praktijkvoorbeelden[bewerken | brontekst bewerken]
Laten we nu enkele praktijkvoorbeelden bekijken waarbij we regelmatige werkwoorden in het verleden gebruiken:
- كتبت الرسالة بالأمس. (katabt al-risaala bil-ams)
- شربت الشاي في المطعم. (sharibt al-shaay fi al-maT'am)
- قرأنا الكتاب في المكتبة. (qara'na al-kitaab fi al-maktaba)
- خبروا المرضى بالنتائج. (khabbaru al-maradhi bil-nataa'ij)
- كلمتم المدير بالمشكلة. (kallamtum al-mudiir bil-mushkila)
Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]
Goed gedaan! Je hebt nu geleerd hoe je regelmatige werkwoorden in het verleden moet vervoegen in het Marokkaans Arabisch. Blijf oefenen en je zult snel meer vertrouwd zijn met deze belangrijke grammaticale regel.
Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Bezittelijke Voornaamwoorden
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Demonstratieven
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Tegenwoordige tijd
- 0 to A1 Course
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Geslacht en Meervouden
- Complete 0 tot A1 Marokkaans Arabisch Cursus → Grammatica → Alfabet en Schrijven
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Uitspraak