Language/Vietnamese/Grammar/Future-Tense-Verbs/nl

From Polyglot Club WIKI
< Language‎ | Vietnamese‎ | Grammar‎ | Future-Tense-Verbs
Revision as of 22:56, 12 August 2024 by Maintenance script (talk | contribs) (Quick edit)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search
Rate this lesson:
0.00
(0 votes)


Vietnamese-Language-PolyglotClub.png
Vietnamese Grammatica0 tot A1 CursusToekomstige Tijd Werkwoorden

Inleiding[edit | edit source]

Welkom bij de les over toekomstige tijd werkwoorden in het Vietnamees! In deze les zullen we ons verdiepen in hoe je toekomstige gebeurtenissen en acties kunt uitdrukken in de Vietnamese taal. Dit is een belangrijk onderdeel van de grammatica, omdat het je in staat stelt om plannen en verwachtingen te formuleren. Of je nu wilt zeggen dat je morgen gaat werken of dat je volgend jaar op vakantie gaat, deze les zal je helpen om dat in het Vietnamees te doen.

We zullen beginnen met een overzicht van de structuur van de toekomstige tijd, gevolgd door voorbeelden en praktische oefeningen om je vaardigheden te ontwikkelen. Laten we beginnen!

Wat is de Toekomstige Tijd?[edit | edit source]

De toekomstige tijd in het Vietnamees wordt vaak uitgedrukt met behulp van het werkwoord "sẽ" (zal). Dit werkwoord wordt gebruikt voor alle werkwoorden om de toekomst aan te geven. Het is eenvoudig te gebruiken en voegt een gevoel van anticipatie toe aan je zinnen.

Structuur van de Toekomstige Tijd[edit | edit source]

Om de toekomstige tijd te vormen, volg je deze eenvoudige structuur:

  • Onderwerp + "sẽ" + werkwoord + eventuele andere zinsdelen.

Bijvoorbeeld:

  • Ik zal eten: Tôi sẽ ăn.

Voorbeelden van Toekomstige Tijd Werkwoorden[edit | edit source]

Laten we nu enkele voorbeelden bekijken van hoe we de toekomstige tijd in het Vietnamees kunnen gebruiken. Hieronder is een tabel met 20 veelvoorkomende werkwoorden in de toekomstige tijd:

Vietnamees Uitspraak Nederlands
Tôi sẽ đi học. /tɔɪ̯ sɪ̄ ʔi ˀhɔ́k/ Ik zal naar school gaan.
Anh sẽ làm việc. /ʔaŋ sɪ̄ lɛm viək/ Jij zal werken.
Chúng tôi sẽ ăn cơm. /t͡ʃuŋ tɔɪ̯ sɪ̄ ʔan kɤ̄m/ Wij zullen rijst eten.
Cô ấy sẽ đọc sách. /kɔʔ ʔɛ́ sɪ̄ ɗɔ́k sak/ Zij zal een boek lezen.
Họ sẽ chơi bóng đá. /hɔː sɪ̄ t͡ʃɤ̄i bɔ́ŋ ɗâː/ Zij zullen voetbal spelen.
Tôi sẽ gặp bạn. /tɔɪ̯ sɪ̄ ɡap ɓan/ Ik zal je ontmoeten.
Anh ấy sẽ nấu ăn. /ʔaŋ ʔɛ́ sɪ̄ nɤ́ ʔan/ Hij zal koken.
Chúng ta sẽ đi du lịch. /t͡ʃuŋ ta sɪ̄ diˀ juː lɪk/ Wij zullen reizen.
Cô ấy sẽ học tiếng Anh. /kɔʔ ʔɛ́ sɪ̄ hɔ́k tiəŋ ʔaɲ/ Zij zal Engels leren.
Họ sẽ tổ chức lễ hội. /hɔː sɪ̄ tɔː t͡ʃɨ́k lɛ́ hɔːi/ Zij zullen een festival organiseren.
Tôi sẽ mua sắm. /tɔɪ̯ sɪ̄ mūa sʌ́m/ Ik zal winkelen.
Anh sẽ sửa chữa xe. /ʔaŋ sɪ̄ sɨ̄a t͡ʃʊ̄a se/ Jij zal de auto repareren.
Chúng tôi sẽ tập thể dục. /t͡ʃuŋ tɔɪ̯ sɪ̄ tʌ́p tʰēʊˀ ʣɨ́k/ Wij zullen sporten.
Cô ấy sẽ viết thư. /kɔʔ ʔɛ́ sɪ̄ viɛ́t hɨː/ Zij zal een brief schrijven.
Họ sẽ học bài mới. /hɔː sɪ̄ hɔ́k bàɪ̯ mɤ̄i/ Zij zullen een nieuw hoofdstuk leren.
Tôi sẽ đi bộ. /tɔɪ̯ sɪ̄ diˀ bə́ʊ̯/ Ik zal lopen.
Anh ấy sẽ mua một chiếc xe. /ʔaŋ ʔɛ́ sɪ̄ mūa mɔ̄t t͡ʃiək se/ Hij zal een auto kopen.
Chúng ta sẽ đi ăn tối. /t͡ʃuŋ ta sɪ̄ diˀ ʔan tɔ́i/ Wij zullen dineren.
Cô ấy sẽ thăm bà. /kɔʔ ʔɛ́ sɪ̄ tʰam bãː/ Zij zal oma bezoeken.
Họ sẽ chúc mừng sinh nhật. /hɔː sɪ̄ t͡ʃʊ́k mɨŋ sin jɨ́t/ Zij zullen gefeliciteerd met de verjaardag.
Tôi sẽ đi ngủ. /tɔɪ̯ sɪ̄ diˀ ɡuː/ Ik zal slapen.

Oefeningen en Praktische Scenario's[edit | edit source]

Laten we nu kijken naar enkele oefeningen om de toekomstige tijd in het Vietnamees toe te passen. Deze oefeningen zijn ontworpen om je begrip van de toekomstige tijd te versterken en je te helpen je vaardigheden te oefenen.

Oefening 1: Vertaal naar het Vietnamees[edit | edit source]

Vertaal de volgende zinnen naar het Vietnamees:

1. Ik zal werken morgen.

2. Jij zal studeren in de universiteit.

3. Wij zullen naar het strand gaan.

Antwoorden:

1. Tôi sẽ làm việc vào ngày mai.

2. Anh sẽ học ở đại học.

3. Chúng tôi sẽ đi biển.

Oefening 2: Vul in de lege plekken in[edit | edit source]

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:

1. Tôi ______ (gaan) duiken morgen.

2. Cô ấy ______ (lezen) een boek na school.

3. Họ ______ (spelen) voetbal volgende week.

Antwoorden:

1. Tôi sẽ đi lặn vào ngày mai.

2. Cô ấy sẽ đọc một cuốn sách sau giờ học.

3. Họ sẽ chơi bóng đá vào tuần tới.

Oefening 3: Maak zinnen met "sẽ"[edit | edit source]

Maak je eigen zinnen met "sẽ" voor de volgende onderwerpen:

1. Jij

2. Wij

3. Zij

Antwoorden kunnen variëren, voorbeeld:

1. Anh sẽ đi chợ. (Jij zal naar de markt gaan.)

2. Chúng tôi sẽ xem phim. (Wij zullen een film kijken.)

3. Họ sẽ đi du lịch. (Zij zullen reizen.)

Oefening 4: Vertaal de volgende zinnen naar het Nederlands[edit | edit source]

1. Tôi sẽ gặp bạn vào thứ bảy.

2. Cô ấy sẽ nấu món ăn ngon.

3. Họ sẽ tổ chức một buổi tiệc.

Antwoorden:

1. Ik zal je ontmoeten op zaterdag.

2. Zij zal een lekker gerecht koken.

3. Zij zullen een feestje organiseren.

Oefening 5: Maak vragen met "sẽ"[edit | edit source]

Stel vragen met "sẽ" voor de volgende onderwerpen:

1. Jij

2. Wij

3. Zij

Antwoorden kunnen variëren, voorbeeld:

1. Anh sẽ đi đâu? (Waar ga jij heen?)

2. Chúng tôi sẽ làm gì? (Wat zullen wij doen?)

3. Họ sẽ đến khi nào? (Wanneer komen zij?)

Oefening 6: Vul de juiste werkwoorden in[edit | edit source]

Kies de juiste werkwoorden om de zinnen te voltooien:

1. Tôi ______ (kopen) một chiếc xe.

2. Anh sẽ ______ (schrijven) một verhaal.

3. Cô ấy sẽ ______ (studeren) voor het examen.

Antwoorden:

1. Tôi sẽ mua một chiếc xe.

2. Anh sẽ viết một câu chuyện.

3. Cô ấy sẽ học cho kỳ thi.

Oefening 7: Maak een dialoog[edit | edit source]

Schrijf een korte dialoog tussen twee vrienden die plannen maken voor het weekend. Gebruik "sẽ" in je zinnen.

Antwoorden kunnen variëren, voorbeeld:

  • A: Cuối tuần này, bạn sẽ làm gì?
  • B: Tôi sẽ đi xem phim. Còn bạn thì sao?
  • A: Tôi sẽ đi chơi với gia đình.

Oefening 8: Vertaal naar het Vietnamees[edit | edit source]

Vertaal de volgende zinnen naar het Vietnamees:

1. Hij zal morgen naar de markt gaan.

2. Wij zullen samen koken.

3. Jij zult de presentatie geven.

Antwoorden:

1. Anh sẽ đi chợ vào ngày mai.

2. Chúng tôi sẽ nấu ăn cùng nhau.

3. Anh sẽ thuyết trình.

Oefening 9: Maak een lijst van plannen[edit | edit source]

Maak een lijst van 5 dingen die je zult doen deze week. Gebruik "sẽ" in elke zin.

Antwoorden kunnen variëren, voorbeeld:

1. Tôi sẽ đi làm.

2. Tôi sẽ gặp bạn.

3. Tôi sẽ học tiếng Việt.

4. Tôi sẽ xem một bộ phim.

5. Tôi sẽ nấu ăn.

Oefening 10: Vertaal naar het Nederlands[edit | edit source]

Vertaal de volgende Vietnamees zinnen naar het Nederlands:

1. Tôi sẽ đi đến nhà bạn.

2. Họ sẽ đến thăm chúng tôi.

3. Cô ấy sẽ đi học vào sáng mai.

Antwoorden:

1. Ik zal naar jouw huis gaan.

2. Zij zullen ons bezoeken.

3. Zij zal morgen ochtend naar school gaan.

Conclusie[edit | edit source]

In deze les hebben we geleerd hoe we de toekomstige tijd in het Vietnamees kunnen gebruiken met de hulp van het werkwoord "sẽ". Dit is een essentieel onderdeel van de taal dat je zal helpen om je plannen en verwachtingen uit te drukken. Blijf oefenen met het maken van zinnen en het vertalen, en je zult snel comfortabeler worden met het gebruik van de toekomstige tijd in het Vietnamees.

Veel succes met je verdere studie!


Andere lessen[edit | edit source]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson