Language/Spanish/Grammar/Subject-Pronouns/nl

From Polyglot Club WIKI
< Language‎ | Spanish‎ | Grammar‎ | Subject-Pronouns
Revision as of 13:45, 30 April 2023 by Maintenance script (talk | contribs) (Quick edit)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search
Rate this lesson:
0.00
(0 votes)

Spanish-Language-PolyglotClub.png
Spanish-Countries-PolyglotClub.jpg
SpaansGrammaticaComplete 0 tot A1 Spaanse CursusOnderwerp Voornaamwoorden

Wat zijn onderwerp voornaamwoorden?

Onderwerp voornaamwoorden zijn woorden die het onderwerp van de zin vervangen. In het Nederlands zijn de meest voorkomende onderwerp voornaamwoorden: 'ik', 'jij', 'hij', 'zij', 'het', 'wij', 'jullie', en 'zij'. In het Spaans zijn de subject pronouns: 'yo', 'tú', 'él', 'ella', 'usted', 'nosotros', 'vosotros', 'ellos' en 'ellas'.

Het gebruik van onderwerp voornaamwoorden

Onderwerp voornaamwoorden worden gebruikt om een persoon of iets anders te vervangen. Een onderwerp voornaamwoord kan aan het begin van een zin of na een komma komen. Bijvoorbeeld:

  • 'Hij is geïnteresseerd in Spaanse cultuur.' - 'Él está interesado en la cultura española.'
  • 'Wij houden van paella' - 'Nosotros amamos la paella.'

Hieronder vindt u een tabel die de verschillende onderwerp voornaamwoorden in het Spaans laat zien, samen met hun uitspraak en vertaling in het Nederlands:

Spaans Uitspraak Nederlands
Yo /jo/ ik
/tu/ jij
Él /el/ hij
Ella /e.ɟ͡ʝa/ zij
Usted /us'teð/ u (formeel)
Nosotros/nosotras /no'sotɾos/ /no'sotɾas/ wij (mannelijk/vrouwelijk)
Vosotros/vosotras /bo'sotɾos/ /bo'sotɾas/ jullie (mannelijk/vrouwelijk) (alleen gebruikt in Spanje)
Ellos/ellas /e'ʎos/ /e'yas/ zij (mannelijk/vrouwelijk)

Oefeningen

Nu u weet wat onderwerp voornaamwoorden zijn en hoe u ze in een zin kunt gebruiken, laten we oefenen met het invullen van de juiste onderwerp voornaamwoorden in de volgende zinnen:

  1. _____ hablo español.
  2. _____ estudian en la biblioteca.
  3. _____ tomas un helado de vainilla.

Antwoorden:

  1. Yo hablo español.
  2. Ellos estudian en la biblioteca.
  3. Tú tomas un helado de vainilla.

Samenvatting

In dit hoofdstuk heeft u geleerd wat onderwerp voornaamwoorden zijn, hoe u ze in een zin kunt gebruiken en wat de verschillende onderwerp voornaamwoorden in het Spaans zijn. Regelmatig oefenen met deze woorden zal u helpen om uw Spaanse spreek- en schrijfvaardigheid te verbeteren!



Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson