Language/Spanish/Grammar/Subject-Pronouns/nl
Wat zijn onderwerp voornaamwoorden?[bewerken | brontekst bewerken]
Onderwerp voornaamwoorden zijn woorden die het onderwerp van de zin vervangen. In het Nederlands zijn de meest voorkomende onderwerp voornaamwoorden: 'ik', 'jij', 'hij', 'zij', 'het', 'wij', 'jullie', en 'zij'. In het Spaans zijn de subject pronouns: 'yo', 'tú', 'él', 'ella', 'usted', 'nosotros', 'vosotros', 'ellos' en 'ellas'.
Het gebruik van onderwerp voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Onderwerp voornaamwoorden worden gebruikt om een persoon of iets anders te vervangen. Een onderwerp voornaamwoord kan aan het begin van een zin of na een komma komen. Bijvoorbeeld:
- 'Hij is geïnteresseerd in Spaanse cultuur.' - 'Él está interesado en la cultura española.'
- 'Wij houden van paella' - 'Nosotros amamos la paella.'
Hieronder vindt u een tabel die de verschillende onderwerp voornaamwoorden in het Spaans laat zien, samen met hun uitspraak en vertaling in het Nederlands:
Spaans | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
Yo | /jo/ | ik |
Tú | /tu/ | jij |
Él | /el/ | hij |
Ella | /e.ɟ͡ʝa/ | zij |
Usted | /us'teð/ | u (formeel) |
Nosotros/nosotras | /no'sotɾos/ /no'sotɾas/ | wij (mannelijk/vrouwelijk) |
Vosotros/vosotras | /bo'sotɾos/ /bo'sotɾas/ | jullie (mannelijk/vrouwelijk) (alleen gebruikt in Spanje) |
Ellos/ellas | /e'ʎos/ /e'yas/ | zij (mannelijk/vrouwelijk) |
Oefeningen[bewerken | brontekst bewerken]
Nu u weet wat onderwerp voornaamwoorden zijn en hoe u ze in een zin kunt gebruiken, laten we oefenen met het invullen van de juiste onderwerp voornaamwoorden in de volgende zinnen:
- _____ hablo español.
- _____ estudian en la biblioteca.
- _____ tomas un helado de vainilla.
Antwoorden:
- Yo hablo español.
- Ellos estudian en la biblioteca.
- Tú tomas un helado de vainilla.
Samenvatting[bewerken | brontekst bewerken]
In dit hoofdstuk heeft u geleerd wat onderwerp voornaamwoorden zijn, hoe u ze in een zin kunt gebruiken en wat de verschillende onderwerp voornaamwoorden in het Spaans zijn. Regelmatig oefenen met deze woorden zal u helpen om uw Spaanse spreek- en schrijfvaardigheid te verbeteren!
Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Het Spaanse Alfabet en Uitspraak
- Complete 0 tot A1 Spaans Cursus → Grammatica → Directe Object Pronouns
- 0 to A1 Course
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Beschrijvende Bijvoeglijke Naamwoorden
- Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Tegenwoordige Tijd Werkwoorden
- Complete 0 tot A1 Spaanse Cursus → Grammatica → Indirecte Object Voornaamwoorden
- Van 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Ser en Estar
- Volledige cursus 0 tot A1 → Grammatica → Bepaalde en Onbepaalde Lidwoorden
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Zelfstandige naamwoorden en geslacht
- Volledige 0 tot A1 Spaanse cursus → Grammatica → Wederkerende Werkwoorden
- Por vs Para
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Demonstratieve bijvoeglijke naamwoorden