Language/Iranian-persian/Grammar/Lesson-5:-Present-tense-conjugation-of-regular-verbs/nl





































In deze les gaan we ons verdiepen in een van de belangrijkste aspecten van de Perzische grammatica: de tegenwoordige tijd en hoe we regelmatige werkwoorden kunnen vervoegen. Het beheersen van deze vervoegingen is cruciaal om eenvoudige zinnen te kunnen maken en om effectief te communiceren in het Farsi. Of je nu een gesprek wilt aangaan, vragen wilt stellen of gewoon je dagelijkse activiteiten wilt beschrijven, het begrijpen van de tegenwoordige tijd is essentieel.
We zullen de structuur van de les als volgt indelen:
Wat zijn regelmatige werkwoorden?[edit | edit source]
Regelmatige werkwoorden in het Perzisch zijn werkwoorden die volgens een voorspelbaar patroon worden vervoegd. Dit betekent dat, zodra je het patroon begrijpt, je het op veel verschillende werkwoorden kunt toepassen. In het Perzisch is de infinitief van een regelmatige werkwoord meestal eindigend op "ن" (n).
Vervoeging van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd[edit | edit source]
In het Perzisch hebben we verschillende persoonlijke voornaamwoorden die we gebruiken om de werkwoorden te vervoegen. Hier is een overzicht van deze voornaamwoorden:
1. Ik - من (man)
2. Jij - تو (to)
3. Hij/Zij - او (u)
4. Wij - ما (mā)
5. Jullie - شما (shomā)
6. Zij - آنها (ānhā)
Nu gaan we kijken naar de vervoeging van een paar voorbeeldwerkwoorden in de tegenwoordige tijd. We zullen de werkwoorden "کار کردن" (kār kardan - werken), "خواندن" (khāndan - lezen), en "نوشتن" (neveshtan - schrijven) gebruiken.
Vervoegingstabel[edit | edit source]
Hier is de vervoegingstabel voor de werkwoorden:
Werkwoord | Ik (من) | Jij (تو) | Hij/Zij (او) | Wij (ما) | Jullie (شما) | Zij (آنها) |
---|---|---|---|---|---|---|
کار کردن (werken) | کار میکنم (kār mikonam) | کار میکنی (kār mikoni) | کار میکند (kār mikonad) | کار میکنیم (kār mikonim) | کار میکنید (kār mikonid) | کار میکنند (kār mikonand) |
خواندن (lezen) | میخوانم (mikhānam) | میخوانی (mikhāni) | میخواند (mikhānad) | میخوانیم (mikhānīm) | میخوانید (mikhānīd) | میخوانند (mikhānand) |
نوشتن (schrijven) | مینویسم (minevisam) | مینویسی (minevisi) | مینویسد (minevisad) | مینویسیم (minevisim) | مینویسید (minevisid) | مینویسند (minevisand) |
Zinnen maken in de tegenwoordige tijd[edit | edit source]
Nu we de vervoegingen onder de knie hebben, laten we enkele zinnen maken in de tegenwoordige tijd. Hier zijn enkele voorbeelden:
Perzisch | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
من کار میکنم. | man kār mikonam. | Ik werk. |
تو میخوانی. | to mikhāni. | Jij leest. |
او مینویسد. | u minevisad. | Hij/Zij schrijft. |
ما کار میکنیم. | mā kār mikonim. | Wij werken. |
شما میخوانید. | shomā mikhānīd. | Jullie lezen. |
آنها مینویسند. | ānhā minevisand. | Zij schrijven. |
Ontkenning in de tegenwoordige tijd[edit | edit source]
Om een zin in de tegenwoordige tijd te ontkennen, voegen we het woord "نمی" (namī) toe voor de werkwoordsvorm. Laten we het voorbeeld "کار کردن" (werken) gebruiken:
Perzisch | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
من کار نمیکنم. | man kār namikonam. | Ik werk niet. |
تو کار نمیکنی. | to kār namikoni. | Jij werkt niet. |
او کار نمیکند. | u kār namikonad. | Hij/Zij werkt niet. |
ما کار نمیکنیم. | mā kār namikonim. | Wij werken niet. |
شما کار نمیکنید. | shomā kār namikonid. | Jullie werken niet. |
آنها کار نمیکنند. | ānhā kār namikonand. | Zij werken niet. |
Vragen stellen in de tegenwoordige tijd[edit | edit source]
Om een vraag te vormen, voegen we het vraagwoord "آیا" (āyā) aan het begin van de zin toe. Hier zijn enkele voorbeelden:
Perzisch | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
آیا من کار میکنم؟ | āyā man kār mikonam? | Werk ik? |
آیا تو میخوانی؟ | āyā to mikhāni? | Lees jij? |
آیا او مینویسد؟ | āyā u minevisad? | Schrijft hij/zij? |
آیا ما کار میکنیم؟ | āyā mā kār mikonim? | Werken wij? |
آیا شما میخوانید؟ | āyā shomā mikhānīd? | Lezen jullie? |
آیا آنها مینویسند؟ | āyā ānhā minevisand? | Schrijven zij? |
Oefeningen[edit | edit source]
Laten we nu enkele oefeningen doen om je kennis te testen:
Oefening 1: Vervoeg de werkwoorden[edit | edit source]
1. کار کردن (werken) - Ik __________.
2. خواندن (lezen) - Jij __________.
3. نوشتن (schrijven) - Hij/Zij __________.
4. کار کردن (werken) - Wij __________.
5. خواندن (lezen) - Jullie __________.
Oefening 2: Maak ontkennende zinnen[edit | edit source]
1. من __________ (کار نمیکنم).
2. تو __________ (میخوانی؟).
3. او __________ (کار نمیکند).
4. ما __________ (مینویسیم?).
5. شما __________ (کار نمیکنید).
Oefening 3: Stel vragen[edit | edit source]
1. آیا من __________ (کار میکنم)?
2. آیا تو __________ (میخوانی)?
3. آیا او __________ (مینویسد)?
4. آیا ما __________ (کار میکنیم)?
5. آیا شما __________ (میخوانید)?
Oplossingen[edit | edit source]
Hier zijn de oplossingen voor de oefeningen:
Oplossingen Oefening 1[edit | edit source]
1. کار میکنم (kār mikonam).
2. کار میکنی (kār mikoni).
3. کار میکند (kār mikonad).
4. کار میکنیم (kār mikonim).
5. کار میکنید (kār mikonid).
Oplossingen Oefening 2[edit | edit source]
1. من کار نمیکنم (man kār namikonam).
2. تو کار نمیکنی (to kār namikoni؟).
3. او کار نمیکند (u kār namikonad).
4. ما کار نمیکنیم (mā kār namikonim؟).
5. شما کار نمیکنید (shomā kār namikonid؟).
Oplossingen Oefening 3[edit | edit source]
1. آیا من کار میکنم؟ (āyā man kār mikonam؟).
2. آیا تو میخوانی؟ (āyā to mikhāni؟).
3. آیا او مینویسد؟ (āyā u minevisad؟).
4. آیا ما کار میکنیم؟ (āyā mā kār mikonim؟).
5. آیا شما میخوانید؟ (āyā shomā mikhānīd؟).
Met deze oefeningen heb je een goed begrip ontwikkeld van hoe je regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd kunt vervoegen. Blijf oefenen, en je zult merken dat je steeds beter wordt in het formuleren van zinnen in het Farsi!
Andere lessen[edit | edit source]
- Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Les 22: Complexe zinnen en voegwoorden
- Lesson 14: Past tense of regular verbs
- Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Les 8: Persoonlijke voornaamwoorden voor het lijdend voorwerp
- Lesson 4: Present tense conjugation of the verb to be
- 0 to A1 Course
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Les 21: Het gebruik van infinitieven
- 0 to A1 Course → Grammar → Les 9: Bezittelijke voornaamwoorden
- Lesson 3: Word order in Persian sentences
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Les 15: Woordvolgorde in zinnen in de verleden tijd
- 0 to A1 Course → Grammar → Les 20: Het gebruik van de gebiedende wijs