Language/Japanese/Vocabulary/Counting-Numbers-and-Time/nl





































Inleiding
Welkom bij de les over tellen en tijd in het Japans! Dit onderwerp is cruciaal voor beginners omdat het je in staat stelt om basiscommunicatie te hebben in dagelijkse situaties. Of je nu in een restaurant bestelt, een tijd afspreekt met een vriend of gewoon de tijd vraagt, de vaardigheid om te tellen en tijd aan te geven, is essentieel. Deze les zal je niet alleen leren hoe je nummers en tijd in het Japans kunt gebruiken, maar ook hoe je deze kennis kunt toepassen in praktische situaties.
In deze les gaan we de volgende onderwerpen behandelen:
- Basisprincipes van het tellen in het Japans
- Hoe je de tijd in het Japans vraagt en zegt
- Voorbeelden en oefeningen om je vaardigheden te oefenen
Basisprincipes van het Tellen
In het Japans is het tellen iets heel bijzonders. Laten we beginnen met de basisgetallen van 1 tot 10.
Japanse cijfers | uitspraak | Nederlandse vertaling |
---|---|---|
一 | いち (ichi) | één |
二 | に (ni) | twee |
三 | さん (san) | drie |
四 | し / よん (shi/yon) | vier |
五 | ご (go) | vijf |
六 | ろく (roku) | zes |
七 | しち / なな (shichi/nana) | zeven |
八 | はち (hachi) | acht |
九 | きゅう / く (kyuu/ku) | negen |
十 | じゅう (juu) | tien |
Nu dat je de basisgetallen kent, laten we verder gaan met het tellen tot 100. Het is belangrijk om op te merken dat de getallen van 11 tot 99 worden gevormd door de basisgetallen te combineren. Hier zijn enkele voorbeelden:
Japanse cijfers | uitspraak | Nederlandse vertaling |
---|---|---|
十一 | じゅういち (juuichi) | elf |
二十 | にじゅう (nijuu) | twintig |
三十 | さんじゅう (sanjuu) | dertig |
vijftig | ごじゅう (gojuu) | vijftig |
negentig | きゅうじゅう (kyuujuu) | negentig |
honderd | ひゃく (hyaku) | honderd |
Laten we nu enkele veelvoorkomende scenario's bekijken waarin je deze cijfers kunt gebruiken.
Voorbeelden van Tellen
1. Je leeftijd vragen: "Wat is je leeftijd?" - あなたは何歳ですか? (Anata wa nansai desu ka?)
2. Aantal items tellen: "Hoeveel appels heb je?" - りんごはいくつありますか? (Ringo wa ikutsu arimasu ka?)
3. Een prijs vragen: "Hoeveel kost dit?" - これはいくらですか? (Kore wa ikura desu ka?)
Tijd in het Japans
Laten we nu overgaan naar het vertellen van de tijd. In het Japans gebruiken we ook cijfers om de tijd aan te geven. Hier zijn enkele basiszinnen en voorbeelden:
Japanse tijdsaanduiding | uitspraak | Nederlandse vertaling |
---|---|---|
一時 | いちじ (ichiji) | 1 uur |
二時 | にじ (niji) | 2 uur |
三時 | さんじ (sannji) | 3 uur |
四時 | よじ (yoji) | 4 uur |
五時 | ごじ (goji) | 5 uur |
六時 | ろくじ (rokuji) | 6 uur |
七時 | しちじ (shichiji) | 7 uur |
八時 | はちじ (hachiji) | 8 uur |
九時 | きゅうじ (kyuuji) | 9 uur |
十時 | じゅうじ (juuji) | 10 uur |
Om de tijd in het Japans te vragen, kun je zeggen: "Wat is de tijd?" - 今何時ですか? (Ima nanji desu ka?)
Voorbeelden van Tijd
1. Vragen naar de tijd: "Wat is de tijd?" - 今何時ですか? (Ima nanji desu ka?)
2. Afspreken: "Laten we om twee uur afspreken." - 二時に会いましょう (Niji ni aimashou).
3. Uitleggen wanneer iets gebeurt: "De les begint om drie uur." - 授業は三時に始まります (Jugyou wa sanji ni hajimarimasu).
Oefeningen
Nu dat we de basisprincipes van het tellen en het aangeven van de tijd hebben behandeld, laten we enkele oefeningen doen om je kennis te testen.
Oefening 1: Vul de juiste getallen in
Vul de juiste Japanse cijfers in de volgende zinnen:
1. Ik heb ___ (drie) appels.
2. Het is ___ (vijf) uur.
3. Ik ben ___ (twee) jaar oud.
Oefening 2: Vraag en antwoord
Stel een vraag in het Japans over de tijd en beantwoord het. Gebruik de zinnen als voorbeeld:
Vraag:
Antwoord:
Oefening 3: Tellen in een zin
Schrijf een korte zin met een aantal en een item. Bijvoorbeeld: "Ik heb twee boeken."
Oefening 4: Tijd vragen
Schrijf de Japanse zin om te vragen wat de tijd is.
Oefening 5: Vertaling oefening
Vertaal de volgende Engelse zinnen naar het Japans:
1. "Hoe laat is het?"
2. "Ik ben vier jaar oud."
3. "We ontmoeten elkaar om zes uur."
Oefening 6: Woordenschat spel
Speel een spel met een vriend waarbij je om beurten een nummer zegt. Begin met één en ga door tot tien.
Oefening 7: Tijd en activiteit
Schrijf een zin waarin je zegt wat je om een bepaald tijdstip gaat doen. Bijvoorbeeld: "Ik ga om zeven uur naar de sportschool."
Oefening 8: Aantal items
Tel het aantal objecten in je kamer en zeg het in het Japans.
Oefening 9: Levensvragen
Vraag een klasgenoot naar zijn/haar leeftijd en geef je eigen leeftijd ook in het Japans.
Oefening 10: Conversatie oefenen
Oefen een korte conversatie met een partner waarin jullie elkaar vragen naar de tijd en jullie leeftijden.
Oplossingen
Hier zijn de oplossingen voor de oefeningen:
Oplossingen Oefening 1
1. 三 (san)
2. 五 (go)
3. 二 (ni)
Oplossingen Oefening 2
Vraag: 今何時ですか? (Ima nanji desu ka?)
Antwoord: 今二時です (Ima niji desu).
Oplossingen Oefening 3
Bijvoorbeeld: "私は二冊の本を持っています。" (Watashi wa nisatsu no hon wo motteimasu).
Oplossingen Oefening 4
今何時ですか? (Ima nanji desu ka?)
Oplossingen Oefening 5
1. "今何時ですか?" (Ima nanji desu ka?)
2. "私は四歳です。" (Watashi wa yon-sai desu.)
3. "私たちは六時に会います。" (Watashitachi wa rokuji ni aimasu.)
Oplossingen Oefening 6
Zie vorige antwoorden.
Oplossingen Oefening 7
Bijvoorbeeld: "私は七時にジムに行きます。" (Watashi wa shichiji ni jimu ni ikimasu.)
Oplossingen Oefening 8
Bijvoorbeeld: "私は四つの椅子があります。" (Watashi wa yottsu no isu ga arimasu.)
Oplossingen Oefening 9
Vraag: あなたは何歳ですか? (Anata wa nansai desu ka?)
Antwoord: 私は____歳です (Watashi wa ____ sai desu).
Oplossingen Oefening 10
Oefening en antwoorden kunnen variëren.
Andere lessen
- 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Beschrijving van Personen
- 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Begroetingen
- Introducing Yourself and Others