Language/Japanese/Grammar/Verb-Conjugation/nl

Uit Polyglot Club WIKI
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
This lesson can still be improved. EDIT IT NOW! & become VIP
Rate this lesson:
0.00
(0 stemmen)

Japan-flag-Japanese-Lessons-PolyglotClub.png
JapansGrammaticaComplete 0 tot A1 Japanse cursusWerkwoordsvervoeging

Werkwoordsvervoeging[bewerken | brontekst bewerken]

Als je Japans leert, is het belangrijk om te weten hoe je werkwoorden moet vervoegen. In deze les leer je hoe je werkwoorden vervoegt in de tegenwoordige en verleden tijd en in positieve en negatieve vormen.

Tegenwoordige tijd[bewerken | brontekst bewerken]

Om een werkwoord in de tegenwoordige tijd te vervoegen, moet je de stam van het werkwoord gebruiken en er vervolgens een passend einde aan toevoegen. Voor reguliere werkwoorden eindigt de stam van het werkwoord op de 'u'-klank. Hieronder vind je een tabel met de verschillende uitgangen voor de tegenwoordige tijd:

Japans Uitspraak Nederlands
行く (iku) [ikɯ] Gaan
食べる (taberu) [tabeɾɯ] Eten
見る (miru) [miɾɯ] Kijken
泳ぐ (oyogu) [ojoɡɯ] Zwemmen

Als je een werkwoord wilt vervoegen in de negatieve vorm, voeg je simpelweg "nai" (ない) toe aan de stam van het werkwoord. Bijvoorbeeld:

  • 食べる (taberu) - Eten:
    • 食べない (tabenai) - Niet eten

Verleden tijd[bewerken | brontekst bewerken]

In het Japans zijn er twee soorten verleden tijd: de verleden tijd van acties die zijn voltooid en de verleden tijd van acties die niet zijn voltooid. Laten we beginnen met de verleden tijd van acties die zijn voltooid.

Om een werkwoord in de verleden tijd te vervoegen, voeg je eenvoudigweg "ta" (た) toe aan de stam van het werkwoord. Hieronder vind je een tabel met de verschillende uitgangen voor de verleden tijd van acties die zijn voltooid:

Japans Uitspraak Nederlands
行く (iku) [ikɯ] Ging
食べる (taberu) [tabeɾɯ] At
見る (miru) [miɾɯ] Zag
泳ぐ (oyogu) [ojoɡɯ] Zwom

Als je een werkwoord wilt vervoegen in de verleden tijd van acties die niet zijn voltooid, voeg je "te iru" (ている) toe aan de stam van het werkwoord. Bijvoorbeeld:

  • 食べる (taberu) - Eten:
    • 食べている (tabeteiru) - Aan het eten zijn

Negatieve vorm[bewerken | brontekst bewerken]

Om een werkwoord in de negatieve vorm te vervoegen, voeg je "nai" (ない) toe aan de stam van het werkwoord. Hieronder vind je een tabel met de verschillende uitgangen voor de negatieve vorm:

Japans Uitspraak Nederlands
行く (iku) [ikɯ] Niet gaan
食べる (taberu) [tabeɾɯ] Niet eten
見る (miru) [miɾɯ] Niet kijken
泳ぐ (oyogu) [ojoɡɯ] Niet zwemmen

Vragen[bewerken | brontekst bewerken]

Om een vraagzin te vormen in het Japans, voeg je simpelweg "ka" (か) toe aan het einde van de zin. Bijvoorbeeld:

  • 行く (iku) - Gaan:
    • 行くか (ikuka) - Ga je?

Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]

In deze les heb je geleerd hoe je werkwoorden kunt vervoegen in de tegenwoordige en verleden tijd en in positieve en negatieve vormen. Het is belangrijk om deze basisprincipes te begrijpen bij het leren van de Japanse taal. Oefen regelmatig en je zult snel vertrouwd raken met de vervoegingen van Japanse werkwoorden.


Inhoudsopgave - Japanse cursus 0 tot A1[brontekst bewerken]


Hiragana-basisprincipes


Begroetingen en introducties


Geografie en geschiedenis


Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden


Familie en sociale relaties


Religie en filosofie


Deeltjes en voegwoorden


Reizen en toerisme


Onderwijs en wetenschap


Voorzetsels en uitroepen


Kunst en media


Politiek en samenleving


Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson