Language/Mandarin-chinese/Grammar/Modal-Verbs-and-Auxiliary-Verbs/nl

Uit Polyglot Club WIKI
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
This lesson can still be improved. EDIT IT NOW! & become VIP
Rate this lesson:
0.00
(0 stemmen)

Chinese-Language-PolyglotClub.jpg
Mandarijn Chinees Grammatica 0 tot A1-cursus Modale werkwoorden en hulpwerkwoorden

Modale werkwoorden en hulpwerkwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

In deze les zullen we kijken naar modale werkwoorden en hulpwerkwoorden in het Mandarijn Chinees. Deze woorden hebben een belangrijke functie in de grammatica van het Chinees en zijn essentieel voor het vormen van zinnen en het uitdrukken van betekenissen.

Modale werkwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

Modale werkwoorden zijn woorden die worden gebruikt om de stemming of houding van de spreker over te brengen. In het Chinees zijn de meest voorkomende modale werkwoorden:

  • 可以 (kěyǐ) - kan, mag
  • 必须 (bìxū) - moet, noodzakelijk
  • 应该 (yīnggāi) - zou moeten, het zou passend zijn om
  • 会 (huì) - zal, kan
  • 能 (néng) - kan, in staat zijn om

Laten we eens kijken naar enkele voorbeelden van hoe deze modale werkwoorden worden gebruikt:

Mandarijn Chinees Uitspraak Nederlands
我 可以 吃 汉堡 吗? Wǒ kěyǐ chī hànbǎo ma? Kan ik een hamburger eten?
你 必须 去 学校。 Nǐ bìxū qù xuéxiào. Je moet naar school gaan.
我们 应该 去 看 电影。 Wǒmen yīnggāi qù kàn diànyǐng. We zouden naar de film moeten gaan.
他 会 说 英语。 Tā huì shuō yīngyǔ. Hij kan Engels spreken.
她 能 帮助 我。 Tā néng bāngzhù wǒ. Ze kan me helpen.

Hulpwerkwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

Hulpwerkwoorden zijn woorden die worden gebruikt om de tijd, stem, aspecten of modaliteit van een werkwoord te veranderen. In het Chinees zijn de meest voorkomende hulpwerkwoorden:

  • 是 (shì) - zijn
  • 有 (yǒu) - hebben, er is, er zijn
  • 在 (zài) - zijn (zich bevinden)
  • 要 (yào) - willen, nodig hebben
  • 会 (huì) - zal, kan
  • 能 (néng) - kan, in staat zijn om

Laten we eens kijken naar enkele voorbeelden van hoe deze hulpwerkwoorden worden gebruikt:

Mandarijn Chinees Uitspraak Nederlands
我 是 学生。 Wǒ shì xuéshēng. Ik ben een student.
他 有 一 本 书。 Tā yǒu yī běn shū. Hij heeft een boek.
她 在 学校。 Tā zài xuéxiào. Ze is op school.
我 要 吃 米饭。 Wǒ yào chī mǐfàn. Ik wil rijst eten.
我 会 说 汉语。 Wǒ huì shuō hànyǔ. Ik kan Chinees spreken.
他 能 做 这 个 工作。 Tā néng zuò zhège gōngzuò. Hij kan dit werk doen.

Met deze modale werkwoorden en hulpwerkwoorden kunt u eenvoudige zinnen vormen en uw gedachten uitdrukken. Oefen met deze woorden en probeer ze in verschillende contexten te gebruiken om uw Chinees te verbeteren.

Inhoudsopgave - Mandarijnse Chinese cursus - 0 tot A1[brontekst bewerken]


Pinyin en Tonen


Begroetingen en Basisuitdrukkingen


Zinsstructuur en Woordvolgorde


Dagelijks leven en Overlevingsexpressies


Chinese Festivals en Tradities


Werkwoorden en Werkwoordgebruik


Hobby's, Sport en Activiteiten


De Geografie en Monumenten van China


Zelfstandige naamwoorden en Voornaamwoorden


Beroepen en Eigenschappen


Chinese Traditionele Kunst en Ambachten


Vergelijkend en Superlatief


Steden, Landen en Toeristische Bestemmingen


Modern China en Actuele Gebeurtenissen


Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson