Language/Iranian-persian/Grammar/Lesson-14:-Past-tense-of-regular-verbs/nl

From Polyglot Club WIKI
< Language‎ | Iranian-persian‎ | Grammar‎ | Lesson-14:-Past-tense-of-regular-verbs
Revision as of 15:01, 4 May 2023 by Maintenance script (talk | contribs) (Quick edit)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search
Rate this lesson:
0.00
(0 votes)

Persian-Language-PolyglotClub.png
Farsi-Language-PolyglotClub-Lessons.png
Iraans PerzischGrammatica0 tot A1-cursusLes 14: Verleden tijd van regelmatige werkwoorden

Werkwoorden in de verleden tijd

In deze les gaan we de verleden tijd van regelmatige werkwoorden in het Iraans Perzisch leren. Deze kennis zal je helpen om verleden gebeurtenissen en acties te beschrijven.

Om de verleden tijd van regelmatige werkwoorden te vormen, moeten we de stam van het werkwoord vinden en daar de verleden tijd uit afleiden. De stam van een werkwoord is de infinitief zonder "ن" aan het einde.

Bijvoorbeeld: de stam van het werkwoord "schrijven" is "نوشت".

Om de verleden tijd te vormen, voegen we aan de stam de volgende uitgangen toe, afhankelijk van het onderwerp:

Onderwerp Uitgang
Ik ت
Jij ت
Hij/Zij/Het
Wij یم
Jullie ید
Zij اند

Laten we deze uitgangen toepassen op het werkwoord "نوشت" om de verleden tijd te vormen:

Iraans Perzisch Uitspraak Nederlands
نوشتم "noveštam" Ik schreef
نوشتی "novešti" Jij schreef
نوشت "novešt" Hij/Zij/Het schreef
نوشتیم "noveštim" Wij schreven
نوشتید "noveštid" Jullie schreven
نوشتند "novešteend" Zij schreven

Oefeningen

Laten we nu enkele oefeningen doen om de verleden tijd van regelmatige werkwoorden te oefenen. Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in.

  1. Ik (kopen) een nieuwe auto. => خریدم
  2. Jij (reizen) naar Iran. => سفر کردی
  3. Hij (eten) een pizza. => پیتزا خورد
  4. Wij (dansen) op het feest. => رقصیدیم
  5. Jullie (werken) hard. => سخت کار کردید
  6. Zij (studeren) voor hun examen. => برای امتحانشان مطالعه کردند

Belangrijke woorden en zinnen

  • نوشتن (noveštan) - schrijven
  • خریدن (xaridan) - kopen
  • سفر کردن (safar kardan) - reizen
  • خوردن (xoridan) - eten
  • رقصیدن (raqsidan) - dansen
  • کار کردن (kār kardan) - werken
  • مطالعه کردن (motāle'e kardan) - studeren
  • Gisteren - دیروز (diruz)
  • Vorige week - هفته گذشته (hafta-ye gozashte)
  • Vorig jaar - سال گذشته (sāl-e gozashte)

Conclusie

In deze les hebben we de verleden tijd van regelmatige werkwoorden in het Iraans Perzisch geleerd. We hebben gezien hoe we de stam van een werkwoord kunnen vinden en hoe we de juiste uitgangen kunnen gebruiken om de verleden tijd te vormen. Door te oefenen met de oefeningen en het leren van belangrijke woorden en zinnen, zul je in staat zijn om verleden gebeurtenissen en acties te beschrijven.

Inhoudsopgave - Iraanse Perzische cursus - 0 tot A1


Unit 1: Basisbegroetingen en introducties


Unit 2: Zinsstructuur en basiswerkwoordsvervoeging


Unit 3: Praten over dagelijkse routines


Unit 4: Object- en bezittelijke voornaamwoorden


Unit 5: Perzische cultuur en gebruiken


Unit 6: Eten en drinken


Unit 7: Verleden tijd en vervoeging van regelmatige werkwoorden


Unit 8: Perzische literatuur en kunst


Unit 9: Reizen en vervoer


Unit 10: Gebiedende wijs, infinitieven en complexe zinnen


Unit 11: Perzische geschiedenis en geografie


Unit 12: Vrije tijd en amusement



Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson