Language/Portuguese/Grammar/Indefinite-Pronouns/nl

From Polyglot Club WIKI
Jump to navigation Jump to search
Rate this lesson:
0.00
(0 votes)

Portuguese-europe-brazil-polyglotclub.png
PortugeesGrammatica0 tot A1 CursusOnbepaalde Voornaamwoorden

Onbepaalde Voornaamwoorden[edit | edit source]

Onbepaalde voornaamwoorden zijn woorden die gebruikt worden om een ​​persoon, plaats, ding of idee aan te duiden zonder deze specifiek te identificeren. In het Portugees worden onbepaalde voornaamwoorden vaak gebruikt in plaats van bepaalde lidwoorden. In deze les leer je de belangrijkste onbepaalde voornaamwoorden in het Portugees en hoe ze verschillen van de bepaalde lidwoorden.

Woorden voor "Iemand" en "Niemand"[edit | edit source]

De volgende tabel toont de belangrijkste woorden voor "iemand" en "niemand" in het Portugees:

Portugees Uitspraak Nederlands
alguém al-gem iemand
ninguém neen-guem niemand

Woorden voor "Iets" en "Niets"[edit | edit source]

De volgende tabel toont de belangrijkste woorden voor "iets" en "niets" in het Portugees:

Portugees Uitspraak Nederlands
algo al-go iets
nada na-da niets

Woorden voor "Ergens" en "Nergens"[edit | edit source]

De volgende tabel toont de belangrijkste woorden voor "ergens" en "nergens" in het Portugees:

Portugees Uitspraak Nederlands
algum lugar al-goem loo-gar ergens
nenhum lugar neen-goem loo-gar nergens

Woorden voor "Altijd" en "Nooit"[edit | edit source]

De volgende tabel toont de belangrijkste woorden voor "altijd" en "nooit" in het Portugees:

Portugees Uitspraak Nederlands
sempre sen-pre altijd
nunca noen-ka nooit

Woorden voor "Iets Andere" en "Nog Een"[edit | edit source]

De volgende tabel toont de belangrijkste woorden voor "iets anders" en "nog een" in het Portugees:

Portugees Uitspraak Nederlands
outro ou-tro een andere
mais um ma-is oem nog een

Voorbeeldzinnen met Onbepaalde Voornaamwoorden[edit | edit source]

Hier zijn enkele voorbeeldzinnen die onbepaalde voornaamwoorden bevatten:

  • Alguém ligou para você hoje? (Heeft iemand vandaag naar je gebeld?)
  • Ninguém gosta de acordar cedo. (Niemand houdt ervan om vroeg op te staan.)
  • Eu quero algo para comer. (Ik wil iets te eten.)
  • Nada é impossível se você acreditar. (Niets is onmogelijk als je gelooft.)
  • Eu deixei minha carteira em algum lugar. (Ik heb mijn portemonnee ergens achtergelaten.)
  • Não encontro nada nesta casa. (Ik vind niets in dit huis.)
  • Sempre quis visitar o Brasil. (Ik wilde altijd al Brazilië bezoeken.)
  • Nunca ouvi falar desse restaurante. (Ik heb nog nooit van dat restaurant gehoord.)
  • Quero outro café, por favor. (Ik wil een andere koffie alsjeblieft.)
  • Mais um pouco de vinho, por favor. (Nog een beetje wijn, alsjeblieft.)

Nu weet je hoe je onbepaalde voornaamwoorden in het Portugees moet gebruiken. In de volgende les zullen we de belangrijkste werkwoorden in het Portugees bespreken.

Inhoudsopgave - Portugese Cursus - 0 tot A1[edit source]


Unit 1: Begroetingen en Basisuitdrukkingen


Unit 2: Werkwoorden - Tegenwoordige Tijd


Unit 3: Familie en Beschrijvingen


Unit 4: Werkwoorden - Toekomende en Voorwaardelijke Tijden


Unit 5: Portugese sprekende landen en culturen


Unit 6: Eten en drinken


Unit 7: Werkwoorden - Verleden Tijd


Unit 8: Reizen en Transport


Unit 9: Onbepaalde Voornaamwoorden en Voorzetsels


Unit 10: Gezondheid en Noodgevallen


Andere lessen[edit | edit source]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson