Language/Portuguese/Grammar/Indefinite-Pronouns/nl
Onbepaalde Voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Onbepaalde voornaamwoorden zijn woorden die gebruikt worden om een persoon, plaats, ding of idee aan te duiden zonder deze specifiek te identificeren. In het Portugees worden onbepaalde voornaamwoorden vaak gebruikt in plaats van bepaalde lidwoorden. In deze les leer je de belangrijkste onbepaalde voornaamwoorden in het Portugees en hoe ze verschillen van de bepaalde lidwoorden.
Woorden voor "Iemand" en "Niemand"[bewerken | brontekst bewerken]
De volgende tabel toont de belangrijkste woorden voor "iemand" en "niemand" in het Portugees:
Portugees | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
alguém | al-gem | iemand |
ninguém | neen-guem | niemand |
Woorden voor "Iets" en "Niets"[bewerken | brontekst bewerken]
De volgende tabel toont de belangrijkste woorden voor "iets" en "niets" in het Portugees:
Portugees | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
algo | al-go | iets |
nada | na-da | niets |
Woorden voor "Ergens" en "Nergens"[bewerken | brontekst bewerken]
De volgende tabel toont de belangrijkste woorden voor "ergens" en "nergens" in het Portugees:
Portugees | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
algum lugar | al-goem loo-gar | ergens |
nenhum lugar | neen-goem loo-gar | nergens |
Woorden voor "Altijd" en "Nooit"[bewerken | brontekst bewerken]
De volgende tabel toont de belangrijkste woorden voor "altijd" en "nooit" in het Portugees:
Portugees | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
sempre | sen-pre | altijd |
nunca | noen-ka | nooit |
Woorden voor "Iets Andere" en "Nog Een"[bewerken | brontekst bewerken]
De volgende tabel toont de belangrijkste woorden voor "iets anders" en "nog een" in het Portugees:
Portugees | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
outro | ou-tro | een andere |
mais um | ma-is oem | nog een |
Voorbeeldzinnen met Onbepaalde Voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Hier zijn enkele voorbeeldzinnen die onbepaalde voornaamwoorden bevatten:
- Alguém ligou para você hoje? (Heeft iemand vandaag naar je gebeld?)
- Ninguém gosta de acordar cedo. (Niemand houdt ervan om vroeg op te staan.)
- Eu quero algo para comer. (Ik wil iets te eten.)
- Nada é impossível se você acreditar. (Niets is onmogelijk als je gelooft.)
- Eu deixei minha carteira em algum lugar. (Ik heb mijn portemonnee ergens achtergelaten.)
- Não encontro nada nesta casa. (Ik vind niets in dit huis.)
- Sempre quis visitar o Brasil. (Ik wilde altijd al Brazilië bezoeken.)
- Nunca ouvi falar desse restaurante. (Ik heb nog nooit van dat restaurant gehoord.)
- Quero outro café, por favor. (Ik wil een andere koffie alsjeblieft.)
- Mais um pouco de vinho, por favor. (Nog een beetje wijn, alsjeblieft.)
Nu weet je hoe je onbepaalde voornaamwoorden in het Portugees moet gebruiken. In de volgende les zullen we de belangrijkste werkwoorden in het Portugees bespreken.
Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Voorzetsels
- 0 to A1 Course
- Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Conditionele Werkwoordsvormen
- Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Onregelmatige Werkwoorden
- Complete 0 tot A1 Portugees Cursus → Grammatica → Toekomende Tijd
- Van 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Regelmatige Werkwoorden
- 0 tot A1 cursus → Grammatica → Ser en Estar