Language/French/Grammar/Partitive-Articles/nl

Frans → Grammatica → 0 tot A1 Cursus → Partitieve Lidwoorden

Inleiding

Welkom bij onze les over partitieve lidwoorden in het Frans! Dit is een belangrijk onderwerp, vooral als je wilt leren hoe je over voedsel en dranken kunt praten. In deze les gaan we ontdekken hoe je in het Frans de hoeveelheid van iets kunt uitdrukken, wat essentieel is voor alledaagse gesprekken. Of je nu een croissant in een café bestelt of vraagt om wat water, de partitieve lidwoorden zullen je helpen om je ideeën duidelijk over te brengen.

Wat zijn partitieve lidwoorden? Ze worden gebruikt om een onbepaalde hoeveelheid van iets aan te geven. In tegenstelling tot de bepaalde lidwoorden (le, la, les), die verwijzen naar specifieke dingen, verwijzen de partitieve lidwoorden naar een deel van iets dat niet precies gedefinieerd is. Dit maakt ze erg handig in de Franse taal.

In deze les zullen we de volgende onderwerpen behandelen:

• Wat zijn partitieve lidwoorden?

• De soorten partitieve lidwoorden

• Voorbeelden van gebruik

• Oefeningen om je kennis te testen

Wat zijn partitieve lidwoorden?

Partitieve lidwoorden worden gebruikt om een onbepaalde hoeveelheid aan te duiden van onmeetbare zelfstandige naamwoorden, zoals voedsel, dranken en andere substanties. In het Frans hebben we drie belangrijke partitieve lidwoorden:

• Du (voor mannelijk enkelvoud)

• De la (voor vrouwelijk enkelvoud)

• De l' (voor enkelvoudige zelfstandige naamwoorden die beginnen met een klinker of een stomme h)

Voorbeeld:

| Frans  !! Uitspraak  !! Nederlands |

|---------------!!------------------!!-------------------------|

| du pain || dy pɛ̃ || brood |

| de la confiture || də la kɔ̃fytyʁ || jam |

| de l'eau || də lo || water |

Soorten partitieve lidwoorden

Laten we nu dieper ingaan op de verschillende soorten partitieve lidwoorden en hun gebruik.

Du

Het lidwoord du wordt gebruikt voor onbepaalde hoeveelheden van mannelijke zelfstandige naamwoorden.

Voorbeelden:

| Frans  !! Uitspraak  !! Nederlands |

|-------------!!----------------!!--------------------|

| du fromage || dy fʁɔmaʒ || kaas |

| du chocolat || dy ʃɔkola || chocolade |

| du vin || dy vɛ̃ || wijn |

De la

Het lidwoord de la wordt gebruikt voor onbepaalde hoeveelheden van vrouwelijke zelfstandige naamwoorden.

Voorbeelden:

| Frans  !! Uitspraak  !! Nederlands |

|----------------!!--------------------!!---------------------|

| de la viande || də la vjɑ̃d || vlees |

| de la salade || də la salad || salade |

| de la soupe || də la sup || soep |

De l'

Het lidwoord de l' wordt gebruikt voor onbepaalde hoeveelheden van zelfstandige naamwoorden die beginnen met een klinker of een stomme h, ongeacht het geslacht.

Voorbeelden:

| Frans  !! Uitspraak  !! Nederlands |

|---------------!!------------------!!-------------------------|

| de l'eau || də lo || water |

| de l'huile || də lʊil || olie |

| de l'orange || də l‿ɔʁɑ̃ʒ || sinaasappel |

Voorbeelden van gebruik

Laten we nu enkele zinnen bekijken waarin we partitieve lidwoorden gebruiken. Dit zal je helpen om hun toepassing in context te begrijpen.

| Frans  !! Uitspraak  !! Nederlands |

|-------------------------------------!!----------------------------------------!!-----------------------------------|

| Je veux du fromage. || ʒə vø dy fʁɔmaʒ || Ik wil kaas. |

| Elle prend de la confiture. || ɛl pʁɑ̃ də la kɔ̃fytyʁ || Zij neemt jam. |

| Il boit de l'eau. || il bwa də lo || Hij drinkt water. |

| Nous mangeons du pain. || nu mɑ̃ʒɔ̃ dy pɛ̃ || Wij eten brood. |

| Vous achetez de la viande. || vu zaʃəte də la vjɑ̃d || Jullie kopen vlees. |

| Ils veulent de l'orange. || il vœl də l‿ɔʁɑ̃ʒ || Zij willen sinaasappel. |

| Je prends du vin. || ʒə pʁɑ̃ dy vɛ̃ || Ik neem wijn. |

| Elle fait de la salade. || ɛl fɛ də la salat || Zij maakt salade. |

| Nous avons de l'huile. || nu avɔ̃ də lʊil || Wij hebben olie. |

| Tu veux de la soupe? || ty vø də la sup || Wil je soep? |

Oefeningen

Nu is het tijd om te oefenen! Hieronder vind je 10 oefeningen om je begrip van partitieve lidwoorden te testen. Probeer ze zelf op te lossen voordat je naar de antwoorden kijkt.

Oefening 1: Vul de lege plekken in

Vul de ontbrekende partitieve lidwoorden in de volgende zinnen.

1. Je veux ___ chocolat.

2. Elle boit ___ eau.

3. Nous prenons ___ viande.

4. Ils mangent ___ pain.

5. Vous avez ___ confiture?

Oefening 2: Kies het juiste lidwoord

Kies het juiste partitieve lidwoord voor elke zin.

1. Je veux ___ (du/de la) salade.

2. Nous avons ___ (de l/du) fromage.

3. Il prend ___ (de la/de l') huile.

4. Elle veut ___ (du/de la) chocolat.

5. Ils boivent ___ (de l/du) vin.

Oefening 3: Vertaal de zinnen

Vertaal de volgende zinnen naar het Frans.

1. Ik wil water.

2. Zij hebben kaas.

3. Wij drinken wijn.

4. Jij neemt jam.

5. Hij eet soep.

Oefening 4: Maak een zin

Maak een zin met elk van de gegeven partitieve lidwoorden.

1. Du

2. De la

3. De l'

Oefening 5: Identificeer het lidwoord

Identificeer het partitieve lidwoord in de volgende zinnen.

1. Je veux du pain.

2. Il boit de l'eau.

3. Zij eten de la viande.

4. Wij bestellen de l'orange.

5. Jullie hebben de la confiture.

Oefening 6: Vul de juiste vorm in

Vul de juiste vorm van het partitieve lidwoord in.

1. ___ (du/de la) fromage est délicieux.

2. Je neem ___ (de l/du) jus d'orange.

3. Nous avons ___ (de la/de l') crème.

4. Ik wil ___ (du/de la) salade.

5. Zij drinken ___ (de l/du) bier.

Oefening 7: Kies het juiste antwoord

Kies het juiste antwoord voor de volgende vragen.

1. Wat wil je drinken? (de l'eau / du vin)

2. Heb je kaas? (de la / du fromage)

3. Wil je soep? (de la / de l'soupe)

4. Drink je wijn? (du / de l'vin)

5. Heb je jam? (de la / du confiture)

Oefening 8: Vul de lege plekken in

Vul de ontbrekende partitieve lidwoorden in de volgende zinnen.

1. Je prends ___ café.

2. Zij willen ___ cola.

3. Wij hebben ___ melk.

4. Hij eet ___ rijst.

5. Jij drinkt ___ thee.

Oefening 9: Omschrijf de hoeveelheid

Schrijf een korte beschrijving van de hoeveelheid die je wilt hebben van de volgende items.

1. Brood

2. Water

3. Fruit

4. Vlees

5. Groenten

Oefening 10: Vertaal en gebruik

Vertaal de volgende zinnen naar het Frans en gebruik het juiste partitieve lidwoord.

1. Wij willen een beetje salade.

2. Jij hebt veel jam.

3. Hij drinkt geen wijn.

4. Zij eten geen vlees.

5. Ik heb weinig water.

Antwoorden op de oefeningen

Hier zijn de antwoorden op de oefeningen. Controleer je werk en zie hoe goed je het hebt gedaan!

Antwoorden Oefening 1

1. du

2. de l'

3. de la

4. du

5. de la

Antwoorden Oefening 2

1. de la

2. du

3. de l'

4. du

5. de l'

Antwoorden Oefening 3

1. Je veux de l'eau.

2. Elles ont du fromage.

3. Nous buvons du vin.

4. Tu prends de la confiture.

5. Il mange de la soupe.

Antwoorden Oefening 4

Voorbeeldzinnen:

1. Je veux du pain.

2. Elle fait de la salade.

3. Il a de l'eau.

Antwoorden Oefening 5

1. du

2. de l'

3. de la

4. de l'

5. de la

Antwoorden Oefening 6

1. du

2. de l'

3. de la

4. du

5. de l'

Antwoorden Oefening 7

1. de l'eau

2. du fromage

3. de la

4. du

5. de la

Antwoorden Oefening 8

1. de la

2. de la

3. de la

4. de la

5. de la

Antwoorden Oefening 9

Je antwoorden kunnen variëren, maar zouden bijvoorbeeld kunnen zijn:

1. Een beetje brood.

2. Een glas water.

3. Een paar stukken fruit.

4. Een beetje vlees.

5. Een handvol groenten.

Antwoorden Oefening 10

1. Nous voulons un peu de salade.

2. Tu as beaucoup de confiture.

3. Il ne boit pas de vin.

4. Elles ne mangent pas de viande.

5. J'ai peu d'eau.

Inhoudsopgave - Franse Cursus - 0 tot A1

• Cursus presentatie

  ---

Alfabet en Uitspraak

• Het Franse Alfabet
• Franse Klinkers en Medeklinkers
• Franse Accenttekens
• Kennismakingen en Groeten

  ---

Zelfstandige naamwoorden en lidwoorden

• Geslacht en Getal van Zelfstandige Naamwoorden
• Bepaalde en Onbepaalde Lidwoorden
• Partitieve Lidwoorden

  ---

Werkwoorden en Tijden

• Tegenwoordige Tijd van Regelmatige Werkwoorden
• Veelvoorkomende Onregelmatige Werkwoorden
• Voltooid Tegenwoordige Tijd
• Proche Toekomstige Tijd

  ---

Bijvoeglijke naamwoorden en Bijwoorden

• Overeenkomst van Bijvoeglijke naamwoorden
• Vergrotende en Overtreffende Trappen van Bijvoeglijke naamwoorden
• Vorming en Gebruik van Bijwoorden

  ---

Ontkenning en Vraagstelling

• Ontkenning
• Vraagstelling

  ---

Nummers en Tijd

• Kardinaal- en Ordinale Nummers
• Tijd en Datums

  ---

Familie en Relaties

• Familieleden
• Romantische Relaties

  ---

Eten en Drinken

• Eten en Eetgewoonten
• Drankjes en Drinkgewoonten

  ---

Hobby's en Interesses

• Sport en Fitness Activiteiten
• Muziek en Entertainment

  ---

Geografie en Reizen

• Regio's en Steden in Frankrijk
• Transport en Accommodatie

  ---

Franse Cultuur en Kunst

• Franse Keuken en Gastronomie
• Franse Cinema en Literatuur

  ---

Franse Geschiedenis en Samenleving

• Belangrijke Gebeurtenissen in de Franse Geschiedenis
• Franse Samenleving en Levensstijl

Andere lessen

• Should I say "Madame le juge" or "Madame la juge"?
• Complete 0 to A1 Course → Grammatica → Tegenwoordige tijd van regelmatige werkwoorden
• Complete 0 tot A1 Frans Stapcursus → Grammatica → Geslacht en Aantal Zelfstandige Naamwoorden
• 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Vergelijkende en Superlatieve Bijvoeglijke Namenwoorden
• Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Negatie
• Van 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Veelvoorkomende onregelmatige werkwoorden
• 0 to A1 Course
• Complete 0 tot A1 Frans cursus → Grammatica → Vorming en Gebruik van Bijwoorden
• ensuite VS puis
• Complete 0 tot A1 Frans → Grammatica → Introductions en Begroetingen
• Complete 0 tot A1 Frans → Grammatica → Bepaalde en Onbepaalde Lidwoorden
• Complete 0 tot A1 Frans traject → Grammatica → Frans Klinkers en Medeklinkers
• 0 tot A1-cursus → Grammatica → Futur Proche
• Van 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Interrogatie
• Volledige 0 naar A1 Franse cursus → Grammatica → Het Franse alfabet