Language/Thai/Vocabulary/Time-Expressions/nl
Nul tot A1 Cursus[bewerken | brontekst bewerken]
Welkom bij onze complete Thai cursus, speciaal ontworpen voor beginners die geen enkele voorkennis hebben van de taal. In deze cursus leren we de basisprincipes van de Thaise taal, zodat u zich op uw gemak voelt bij het spreken, lezen en schrijven in het Thais.
Tijd Uitdrukkingen[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les leert u hoe u tijd kunt uitdrukken en over schema's kunt praten in het Thais. Tijd uitdrukkingen zijn handig om te weten, vooral als u in Thailand woont of reist.
Tijd Uitdrukkingen[bewerken | brontekst bewerken]
Hieronder staan de verschillende manieren om tijd uit te drukken in het Thais:
Thai | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
นาฬิกาห้า | nā-lí-gāa hâa | vijf uur 's ochtends |
สามโมงเย็น | sǎam-mong yen | drie uur 's middags |
ยี่สิบโมง | yìi-sìp mong | twintig uur (8 uur 's avonds) |
ครึ่งหนึ่ง | khrûeng-nèung | half een |
Praten over Tijd[bewerken | brontekst bewerken]
Hier zijn enkele nuttige zinnen die u kunt gebruiken om over tijd te praten in het Thais:
- กี่โมงแล้ว (kìi mong láew) - Hoe laat is het?
- ตอนนี้เวลากี่โมง (dtaawn-níi welaa kìi mong) - Wat is de tijd nu?
- เที่ยงคืน (thîiang kheun) - Middernacht
Dagen van de Week[bewerken | brontekst bewerken]
Hieronder staan de dagen van de week in het Thais:
Thai | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
วันอาทิตย์ | wan aa-tít | Zondag |
วันจันทร์ | wan jan | Maandag |
วันอังคาร | wan ang-khaan | Dinsdag |
วันพุธ | wan phút | Woensdag |
วันพฤหัสบดี | wan phreû-hàt-sà-ba-dii | Donderdag |
วันศุกร์ | wan sùk-grà-gàt | Vrijdag |
วันเสาร์ | wan sao | Zaterdag |
Maanden van het Jaar[bewerken | brontekst bewerken]
Hieronder staan de maanden van het jaar in het Thais:
Thai | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
มกราคม | mok-graa-khom | Januari |
กุมภาพันธ์ | goom-paa-phaan | Februari |
มีนาคม | mee-naa-khom | Maart |
เมษายน | mây-săa-yon | April |
พฤษภาคม | prêut-sà-paa-khom | Mei |
มิถุนายน | mí-tǔ-naa-yon | Juni |
กรกฎาคม | gà-rà-gà-dtaa-khom | Juli |
สิงหาคม | sing-hăa-khom | Augustus |
กันยายน | gan-yaa-yon | September |
ตุลาคม | dtù-laa-khom | Oktober |
พฤศจิกายน | prêut-sà-jì-gaa-yon | November |
ธันวาคม | tán-waa-khom | December |
Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]
Gefeliciteerd, u heeft nu kennis gemaakt met enkele basis begrippen van de Thaise taal. We hopen dat u deze kennis kunt gebruiken in uw dagelijks leven in Thailand en dat u het leuk vindt om verder te leren.
Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]
- Complete 0 tot A1 Thai Cursus → Woordenschat → Ordinale Getallen
- Complete 0 to A1 Thai Course → Woordenschat → Telefoonnummers
- Count from 1 to 10
- 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Vragen naar Naam en Nationaliteit
- 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Hallo Zeggen
- Complete 0 tot A1 Thai Course → Woordenschat → Cijfers 1-10
- 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Getallen 11-100
- 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Dagelijkse Routine
- Complete 0 tot A1 cursus → Woordenschat → Familieleden voorstellen