Language/Hebrew/Grammar/Review-of-Nouns-and-Pronouns/nl
Herziening van zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les zullen we de concepten van zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden herzien, inclusief overeenstemming in geslacht en getal.
Zelfstandige naamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Zelfstandige naamwoorden in het Hebreeuws worden geclassificeerd als mannelijk of vrouwelijk. Het geslacht van een zelfstandig naamwoord kan worden bepaald door de uitgang van het woord.
Hieronder vindt u een lijst van enkele veel voorkomende zelfstandige naamwoorden en hun geslacht:
Hebreeuws | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
אָח | ach | broer |
אָמָה | amah | maat (oude lengtemaat) |
אִישׁ | ish | man |
אִשָּׁה | isha | vrouw |
חַיָּה | chaya | dier |
יֶלֶד | yeled | kind |
מֶלֶךְ | melech | koning |
מַלְכָּה | malka | koningin |
סֵפֶר | sefer | boek |
שָׁמַיִם | shamayim | hemel |
שֶׁמֶן | shemen | olie |
Opmerking: er zijn ook zelfstandige naamwoorden in het Hebreeuws die niet worden geclassificeerd als mannelijk of vrouwelijk, maar als onzijdig. Voorbeelden hiervan zijn: אֶרֶץ (aarde), דָּם (bloed) en יָמִים (dagen).
Voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Voornaamwoorden in het Hebreeuws duiden op een persoon of object zonder het woord te herhalen. In het Hebreeuws worden voornaamwoorden geclassificeerd als mannelijk, vrouwelijk of onzijdig en enkelvoudig of meervoudig. Het geslacht en het aantal van een voornaamwoord moeten overeenkomen met het zelfstandig naamwoord dat het vervangt.
Hieronder vindt u een lijst van enkele veel voorkomende voornaamwoorden en hun geslacht en getal:
Hebreeuws | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
הוּא | hu | hij (mannelijk enkelvoud) |
הִיא | hi | zij (vrouwelijk enkelvoud) |
הֵם | hem | zij (mannelijk meervoud) |
הֵן | hen | zij (vrouwelijk meervoud) |
זֶה | ze | dit (onzijdig enkelvoud) |
אֵלֶּה | eleh | deze (mannelijk en vrouwelijk meervoud) |
Het is belangrijk om op te merken dat in het Hebreeuws het voornaamwoord vaak aan het einde van de zin wordt geplaatst in plaats van aan het begin. Bijvoorbeeld: "De man gaat naar huis" wordt in het Hebreeuws "האיש הולך הביתה" (ha'ish holech habayta), wat zich vertaalt naar "De man gaat naar huis hij".
Overeenstemming in geslacht en getal[bewerken | brontekst bewerken]
Het is belangrijk om te onthouden dat in het Hebreeuws zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden en voornaamwoorden moeten overeenstemmen in geslacht en getal. Bijvoorbeeld, als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk en enkelvoud is, moet het bijvoeglijk naamwoord ook vrouwelijk en enkelvoud zijn, en het voornaamwoord moet ook vrouwelijk en enkelvoud zijn.
Hieronder vindt u enkele voorbeelden:
- הָאִישׁ הַזֶּה גָּבוֹהַּ. (Ha'ish hazeh gavo'a.) - Deze man is lang.
- הָאִשָּׁה הַזֹּאת גָּבוֹהַּ. (Ha'isha hazot gavo'a.) - Deze vrouw is lang.
- הָאֲנָשִׁים הָאֵלֶּה גְּדוֹלִים. (Ha'anashim haeleh gedolim.) - Deze mannen zijn groot.
- הַנָּשִׁים הָאֵלֶּה גְּדוֹלוֹת. (Ha'nashim haeleh gedolot.) - Deze vrouwen zijn groot.
Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les hebben we de concepten van zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden herzien, inclusief overeenstemming in geslacht en getal. Het is belangrijk om deze concepten te begrijpen om effectief te kunnen communiceren in het Hebreeuws.