Language/Japanese/Grammar/Verb-Conjugation/nl

From Polyglot Club WIKI
< Language‎ | Japanese‎ | Grammar‎ | Verb-Conjugation
Revision as of 22:52, 14 August 2024 by Maintenance script (talk | contribs) (Quick edit)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search
Rate this lesson:
0.00
(0 votes)


Japan-flag-Japanese-Lessons-PolyglotClub.png
Japans Grammatica0 tot A1 CursusWerkwoordsvervoeging

Inleiding[edit | edit source]

Welkom bij de les over werkwoordsvervoeging in het Japans! Dit is een cruciaal onderdeel van de Japanse grammatica, omdat het je in staat stelt om op een correcte manier zinnen te vormen in de tegenwoordige en verleden tijd. Het begrijpen van hoe werkwoorden zich aanpassen in verschillende contexten is essentieel voor elke taalstudent. In deze les zullen we ons richten op hoe je werkwoorden in het Japans kunt vervoegen, zowel in positieve als negatieve vormen.

We zullen beginnen met een uitleg over de basisprincipes van werkwoordsvervoeging, gevolgd door voorbeelden en oefeningen. Deze les is ontworpen voor complete beginners, dus maak je geen zorgen als je nog niet veel weet over de Japanse taal. Laten we samen deze reis beginnen!

Wat zijn werkwoorden?[edit | edit source]

Werkwoorden zijn woorden die acties of toestanden beschrijven. In het Japans zijn er drie hoofdcategorieën van werkwoorden die we moeten begrijpen: regelmatige werkwoorden, onregelmatige werkwoorden en werkwoorden van de groep 2. Laten we ze kort bekijken.

Werkwoordgroepen[edit | edit source]

Groep 1: Reguliere werkwoorden[edit | edit source]

Reguliere werkwoorden eindigen meestal op -u. Voorbeelden zijn:

  • 食べる (taberu) - eten
  • 飲む (nomu) - drinken

Groep 2: Onregelmatige werkwoorden[edit | edit source]

Er zijn maar een paar onregelmatige werkwoorden in het Japans, zoals:

  • する (suru) - doen
  • 来る (kuru) - komen

Vervoeging in de tegenwoordige tijd[edit | edit source]

In het Japans is de vervoeging van werkwoorden in de tegenwoordige tijd vrij eenvoudig. Laten we de basisstructuur bekijken:

Positieve vorm[edit | edit source]

Om een werkwoord in de tegenwoordige tijd positief te vervoegen, gebruik je de stam van het werkwoord. Hier zijn enkele voorbeelden:

Japanse Uitspraak Nederlands
食べます tabemasu ik eet
飲みます nomimasu ik drink
行きます ikimasu ik ga
見ます mimasu ik kijk

Negatieve vorm[edit | edit source]

Om een werkwoord in de negatieve vorm te vervoegen, voeg je -ません (masen) toe aan de stam van het werkwoord:

Japanse Uitspraak Nederlands
食べません tabemasen ik eet niet
飲みません nomimasen ik drink niet
行きません ikimasen ik ga niet
見ません mimasen ik kijk niet

Vervoeging in de verleden tijd[edit | edit source]

De verleden tijd in het Japans kan iets ingewikkelder zijn, maar met een beetje oefening zal je het onder de knie krijgen.

Positieve vorm[edit | edit source]

Voor de positieve vorm van de verleden tijd voeg je -ました (mashita) toe aan de stam:

Japanse Uitspraak Nederlands
食べました tabemashita ik at
飲みました nomimashita ik dronk
行きました ikimashita ik ging
見ました mimashita ik keek

Negatieve vorm[edit | edit source]

Voor de negatieve vorm in de verleden tijd gebruik je -ませんでした (masen deshita):

Japanse Uitspraak Nederlands
食べませんでした tabemasen deshita ik at niet
飲みませんでした nomimasen deshita ik dronk niet
行きませんでした ikimasen deshita ik ging niet
見ませんでした mimasen deshita ik keek niet

Voorbeeldzinnen[edit | edit source]

Laten we nu enkele voorbeeldzinnen bekijken waarin we de vervoegingen in context gebruiken:

Japanse Uitspraak Nederlands
私は毎日寿司を食べます。 Watashi wa mainichi sushi o tabemasu. Ik eet elke dag sushi.
彼は水を飲みません。 Kare wa mizu o nomimasen. Hij drinkt geen water.
昨日、友達と映画を見ました。 Kinō, tomodachi to eiga o mimashita. Gisteren heb ik met vrienden naar een film gekeken.
彼女は毎朝ジョギングをします。 Kanojo wa mai asa jogingu o shimasu. Zij jogt elke ochtend.

Oefeningen[edit | edit source]

Nu dat je de basisprincipes van werkwoordsvervoeging hebt geleerd, is het tijd om je kennis toe te passen. Hier zijn enkele oefeningen:

Oefening 1: Vervoegen in de tegenwoordige tijd[edit | edit source]

Vervoeg de volgende werkwoorden in de positieve en negatieve vorm in de tegenwoordige tijd: (食べる, 飲む, 行く)

Oefening 2: Vervoegen in de verleden tijd[edit | edit source]

Vervoeg de volgende werkwoorden in de positieve en negatieve vorm in de verleden tijd: (食べる, 飲む, 行く)

Oefening 3: Maak zinnen[edit | edit source]

Maak zinnen met de volgende werkwoorden in de positieve vorm: (見る, 行く, 飲む)

Oefening 4: Vertaal naar het Japans[edit | edit source]

Vertaal de volgende zinnen naar het Japans:

1. Ik eet niet.

2. Hij ging naar school.

Oefening 5: Vul de lege plekken in[edit | edit source]

Vul de lege plekken in met de juiste vervoeging:

1. 私は毎日____ (eten)。

2. 彼は水を____ (drinken) ません。

Oplossingen[edit | edit source]

Hier zijn de oplossingen voor de oefeningen:

Oplossingen oefening 1[edit | edit source]

  • 食べます (tabemasu) - ik eet
  • 食べません (tabemasen) - ik eet niet
  • 飲みます (nomimasu) - ik drink
  • 飲みません (nomimasen) - ik drink niet
  • 行きます (ikimasu) - ik ga
  • 行きません (ikimasen) - ik ga niet

Oplossingen oefening 2[edit | edit source]

  • 食べました (tabemashita) - ik at
  • 食べませんでした (tabemasen deshita) - ik at niet
  • 飲みました (nomimashita) - ik dronk
  • 飲みませんでした (nomimasen deshita) - ik dronk niet
  • 行きました (ikimashita) - ik ging
  • 行きませんでした (ikimasen deshita) - ik ging niet

Oplossingen oefening 3[edit | edit source]

1. 私は映画を見ます。 (Watashi wa eiga o mimasu) - Ik kijk naar een film.

2. 私は学校に行きます。 (Watashi wa gakkō ni ikimasu) - Ik ga naar school.

3. 私は水を飲みます。 (Watashi wa mizu o nomimasu) - Ik drink water.

Oplossingen oefening 4[edit | edit source]

1. 私は食べません。(Watashi wa tabemasen.)

2. 彼は学校に行きました。(Kare wa gakkō ni ikimashita.)

Oplossingen oefening 5[edit | edit source]

1. 私は毎日食べます。(Watashi wa mainichi tabemasu.)

2. 彼は水を飲みません。(Kare wa mizu o nomimasen.)

Conclusie[edit | edit source]

In deze les hebben we de basisprincipes van werkwoordsvervoeging in het Japans besproken. We hebben geleerd hoe je werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd kunt vervoegen, zowel in positieve als negatieve vormen. Oefening maakt de meester, dus blijf oefenen met het vervoegen van werkwoorden in verschillende contexten. Als je vragen hebt, aarzel dan niet om deze te stellen. Veel succes met je taalleerreis!

Inhoudsopgave - Japanse cursus 0 tot A1[edit source]


Hiragana-basisprincipes


Begroetingen en introducties


Geografie en geschiedenis


Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden


Familie en sociale relaties


Religie en filosofie


Deeltjes en voegwoorden


Reizen en toerisme


Onderwijs en wetenschap


Voorzetsels en uitroepen


Kunst en media


Politiek en samenleving


Andere lessen[edit | edit source]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson