Language/Portuguese/Vocabulary/Physical-Descriptions/nl





































Inleiding[edit | edit source]
Welkom bij de les over Fysieke Beschrijvingen in het Portugees! In deze les gaan we ons richten op het beschrijven van het uiterlijk van mensen met behulp van bijvoeglijke naamwoorden en basiswoordenschat. Fysieke beschrijvingen zijn cruciaal in elke taal, omdat ze ons helpen om anderen beter te begrijpen en onszelf duidelijk te maken. Of je nu iemand wilt beschrijven aan een vriend of je wilt deelnemen aan een gesprek, deze vaardigheden zijn van groot belang.
Tijdens deze les zullen we:
- De belangrijkste bijvoeglijke naamwoorden leren die we gebruiken om het uiterlijk te beschrijven.
- Voorbeelden geven van hoe deze woorden in zinnen gebruikt worden.
- Oefeningen doen om je vaardigheden te versterken en het geleerde in de praktijk te brengen.
Laten we beginnen met het verkennen van de wereld van fysieke beschrijvingen in het Portugees!
Basisbijvoeglijke naamwoorden[edit | edit source]
Bijvoeglijke naamwoorden zijn woorden die eigenschappen van een zelfstandig naamwoord beschrijven. In ons geval beschrijven we het uiterlijk van mensen. Hier zijn enkele belangrijke bijvoeglijke naamwoorden die je moet kennen:
Portugees | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
alto | ˈaw.tu | lang |
baixo | ˈbai.ʃu | kort |
bonito | boˈnitu | mooi |
feio | ˈfeju | lelijk |
magro | ˈmaɡɾu | mager |
gordo | ˈɡoɾdu | dik |
jovem | ˈʒo.vẽ | jong |
velho | ˈveʎu | oud |
cabelo | kaˈbe.lu | haar |
olhos | ˈoʎus | ogen |
claro | ˈkla.ɾu | licht |
escuro | esˈku.ɾu | donker |
liso | ˈli.zu | steil |
encaracolado | ẽkaɾakuˈla.du | krullend |
pele | ˈpe.lɪ | huid |
simpático | sɪ̃ˈpa.tʃiku | sympathiek |
antipático | ɐ̃tʃiˈpa.tʃiku | onsympathiek |
forte | ˈfɔʁtʃi | sterk |
fraco | ˈfɾa.ku | zwak |
bonito | boˈnitu | mooi |
atraente | atɾaˈẽtʃi | aantrekkelijk |
Met deze bijvoeglijke naamwoorden kun je een breed scala aan fysieke beschrijvingen geven. Laten we nu kijken naar hoe we deze woorden in zinnen kunnen gebruiken.
Voorbeelden van zinnen[edit | edit source]
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe je bijvoeglijke naamwoorden kunt gebruiken om mensen te beschrijven:
Portugees | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
Ele é alto. | eɪˈlɛ e ˈaw.tu | Hij is lang. |
Ela é baixa. | ˈɛ.lɐ e ˈbai.ʃɐ | Zij is kort. |
O homem é bonito. | u ˈɒ.mẽ e boˈnitu | De man is mooi. |
A mulher é feia. | ɐ muˈʎɛʁ e ˈfeɪ.ɐ | De vrouw is lelijk. |
Ele é magro. | eɪˈlɛ e ˈma.ɡɾu | Hij is mager. |
Ela é gorda. | ˈɛ.lɐ e ˈɡoɾ.dɐ | Zij is dik. |
Ele é jovem. | eɪˈlɛ e ˈʒo.vẽ | Hij is jong. |
Ela é velha. | ˈɛ.lɐ e ˈveʎ.ɐ | Zij is oud. |
Ele tem cabelo liso. | eɪl eĩ ˈka.bɛ.lu ˈli.zu | Hij heeft steil haar. |
Ela tem cabelo encaracolado. | ˈɛ.lɐ eĩ kaˈbe.lu ẽkaɾakuˈla.du | Zij heeft krullend haar. |
Ele tem olhos claros. | eɪl eĩ ˈoʎus ˈkla.ɾu | Hij heeft lichte ogen. |
Ela tem olhos escuros. | ˈɛ.lɐ eĩ ˈoʎus esˈku.ɾu | Zij heeft donkere ogen. |
Ele é forte. | eɪˈlɛ e ˈfɔʁ.tʃi | Hij is sterk. |
Ela é fraca. | ˈɛ.lɐ e ˈfɾa.ka | Zij is zwak. |
Ele é simpático. | eɪˈlɛ e sɪ̃ˈpa.tʃiku | Hij is sympathiek. |
Ela é antipática. | ˈɛ.lɐ e ɐ̃tʃiˈpa.tʃiku | Zij is onsympathiek. |
Ele é atraente. | eɪˈlɛ e atɾaˈẽtʃi | Hij is aantrekkelijk. |
Met deze voorbeelden heb je een goed idee van hoe je fysieke beschrijvingen kunt gebruiken in het Portugees. Laten we nu wat oefeningen doen om je vaardigheden te verbeteren!
Oefeningen[edit | edit source]
Hier zijn enkele oefeningen die je kunt doen om je kennis te testen en te versterken:
Oefening 1: Vul de lege plekken in[edit | edit source]
Vul de lege plekken in met de juiste bijvoeglijke naamwoorden uit de lijst:
- alto
- baixo
- bonito
- feio
- magro
- gordo
1. João é ______.
2. Maria é ______.
3. O gato é ______.
4. A casa é ______.
5. O cachorro é ______.
Oplossingen:
1. alto
2. baixa
3. bonito
4. feio
5. gordo
Oefening 2: Maak zinnen[edit | edit source]
Maak volledige zinnen met de gegeven woorden:
1. (ele / jovem)
2. (ela / bonita)
3. (eles / magros)
4. (nós / fortes)
5. (você / feio)
Oplossingen:
1. Ele é jovem.
2. Ela é bonita.
3. Eles são magros.
4. Nós somos fortes.
5. Você é feio.
Oefening 3: Vertaal naar het Portugees[edit | edit source]
Vertaal de volgende zinnen naar het Portugees:
1. Hij is oud.
2. Zij heeft donker haar.
3. Hij is sterk.
4. Zij is aantrekkelijk.
5. Hij heeft lichte ogen.
Oplossingen:
1. Ele é velho.
2. Ela tem cabelo escuro.
3. Ele é forte.
4. Ela é atraente.
5. Ele tem olhos claros.
Oefening 4: Beschrijf een vriend[edit | edit source]
Schrijf een korte beschrijving van een vriend of vriendin met behulp van ten minste vijf bijvoeglijke naamwoorden.
Oplossing: (Voorbeeld)
Mijn vriend is lang, mager, heeft steil haar en is sympathiek. Hij is 25 jaar oud.
Oefening 5: Kies het juiste bijvoeglijke naamwoord[edit | edit source]
Kies het juiste bijvoeglijke naamwoord om de zin te voltooien:
1. Hij heeft ______ (steile / krullende) haren.
2. Zij is ______ (mooi / lelijk).
3. Hij is ______ (oud / jong).
4. Zij is ______ (dun / dik).
5. Hij is ______ (sterk / zwak).
Oplossingen:
1. steile
2. mooi
3. jong
4. dik
5. sterk
Oefening 6: Vraag en antwoord[edit | edit source]
Stel je voor dat je iemand ontmoet. Vraag naar hun uiterlijk en beschrijf jezelf. Gebruik de onderstaande vragen:
1. Hoe oud ben je?
2. Hoe lang ben je?
3. Heb je licht of donker haar?
4. Hoe beschrijf je jezelf?
Oplossingen: (Voorbeeld)
Vraag: Hoe oud ben je?
Antwoord: Ik ben 30 jaar oud.
Oefening 7: Voltooi de zin[edit | edit source]
Voltooi de zin met het juiste bijvoeglijke naamwoord:
1. De vrouw is ______.
2. De man is ______.
3. Het kind is ______.
4. De hond is ______.
5. De kat is ______.
Oplossingen:
1. mooi
2. sterk
3. jong
4. dik
5. mager
Oefening 8: Schrijf een kort verhaal[edit | edit source]
Schrijf een kort verhaal van 3-5 zinnen waarin je iemand beschrijft met verschillende bijvoeglijke naamwoorden.
Oplossing: (Voorbeeld)
Er was eens een jonge vrouw die erg mooi was. Ze had lang, steil haar en helderblauwe ogen. Iedereen in het dorp vond haar sympathiek en vriendelijk.
Oefening 9: Luister en schrijf op[edit | edit source]
Vraag een vriend om een beschrijving van iemand te geven. Schrijf wat je hoort en probeer het te vertalen naar het Portugees.
Oplossing: (Voorbeeld)
Mijn vriend beschrijft een jongen die lang en mager is met krullend haar. Hij zegt dat hij oud is en sterk.
Oefening 10: Spelletjes met bijvoeglijke naamwoorden[edit | edit source]
Speel een spel waarbij je andere studenten moet beschrijven zonder hun naam te noemen. Gebruik bijvoeglijke naamwoorden en laat anderen raden wie je beschrijft.
Oplossing: Dit is een groepsactiviteit en kan niet van tevoren worden opgelost.
Met deze oefeningen kun je je kennis van fysieke beschrijvingen in het Portugees verder ontwikkelen. Blijf oefenen en je zult snel comfortabeler worden met het gebruik van deze nieuwe vocabulaire. Veel succes en tot de volgende les!
Andere lessen[edit | edit source]
- Complete 0 tot A1 Portugees Cursus → Woordenschat → Persoonlijkheidsbeschrijvingen
- 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Drinken
- 0 tot A1-cursus → Woordenschat → Eten
- 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Basiszinnen
- Complete 0 to A1 Course → Woordenschat → Familieleden
- Complete 0 tot A1 Portugees → Woordenschat → Grondvervoer
- Complete 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Luchtreizen
- Complete 0 tot A1 cursus → Woordenschat → Begroetingen
- Complete 0 tot A1 Portugese Cursus → Woordenschat → Medische Woordenschat