Language/French/Grammar/Interrogation/nl

From Polyglot Club WIKI
< Language‎ | French‎ | Grammar‎ | Interrogation
Revision as of 04:03, 26 April 2023 by Maintenance script (talk | contribs) (Quick edit)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search
Rate this lesson:
0.00
(0 votes)

French-Language-PolyglotClub.png
FransGrammatica0 tot A1 CursusInterrogatie

Interrogatieve zinnen

In deze les zullen we ons concentreren op de vorming van Franse vragen en het gebruik van Franse vraagwoorden. Door deze vaardigheden te beheersen, kun je effectief communiceren met Franstalige sprekers en je Franse taalvaardigheid verbeteren.

Het gebruik van het Franse vraagteken ?

In Franstalige landen wordt er een vraagteken (?) gebruikt aan het einde van een vraagzin om aan te geven dat de zin een vraag is. Dit is een belangrijk punt om te onthouden, omdat in sommige andere talen, zoals het Nederlands, het Engels en het Duits, het gebruik van de zinstructuur alleen al aangeeft dat de zin een vraag is.

Hieronder vind je enkele voorbeelden van Franse vragen:

Frans Uitspraak Nederlands
Comment tu t'appelles ? kɔmɑ̃ ty tapɛl Hoe heet je?
Quel est ton numéro de téléphone ? kɛl ɛ tɔn nymeʁo də telefɔn Wat is je telefoonnummer?
Où est la gare ? u ɛ la ɡaʁ Waar is het station?
Quand est-ce que tu pars en vacances ? kɑ̃ ɛskə ty paʁ ɑ̃ vakɑ̃s Wanneer ga je op vakantie?

Noteer dat er in het Frans geen verschil is in de woordvolgorde tussen een vraagzin en een bevestigende zin. In plaats daarvan kun je een Franse zin transformeren in een vraag door simpelweg het onderwerp en het werkwoord om te draaien.

Het gebruik van Franse vraagwoorden

Om specifieke informatie te vragen, kan je Franse vraagwoorden gebruiken die overeenkomen met de vraag die je wilt stellen. Hieronder vind je een lijst van Franse vraagwoorden die je kunt gebruiken:

  • Qui - wie
  • Que/Qu'est-ce que - wat
  • Où - waar
  • Quand - wanneer
  • Pourquoi - waarom
  • Comment - hoe
  • Combien - hoeveel

Hieronder volgen enkele voorbeelden:

  • Qui est ton professeur ? - wie is je leraar?
  • Qu'est-ce que tu fais ? - wat doe je?
  • Où habites-tu ? - waar woon je?
  • Quand est ton anniversaire ? - wanneer is je verjaardag?
  • Pourquoi aimes-tu la musique ? - waarom hou je van muziek?
  • Comment vas-tu ? - hoe gaat het?
  • Combien ça coûte ? - hoeveel kost het?

Voorzetselvragen

Bij Franse voorzetsels zoals à, de, en en zonder voorzetsel, is er geen overeenkomstig vraagwoord. In plaats daarvan worden deze vragen vaak geformuleerd door het onderwerp en het werkwoord om te draaien. Bijvoorbeeld:

  • Tu vas au supermarché. - Je gaat naar de supermarkt.
  • Vas-tu au supermarché ? - Ga je naar de supermarkt?

Noteer dat de vraagzinnen worden gevormd door simpelweg het onderwerp en het werkwoord om te draaien.

Samenvatting

In deze les heb je geleerd hoe je Franse vraagzinnen moet vormen en hoe je Franse vraagwoorden moet gebruiken. Door deze vaardigheden te beheersen, kun je Franse zinnen beter begrijpen en effectiever communiceren met Franstaligen.



Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson