Language/Hindi/Grammar/Nouns-and-Pronouns/nl

Uit Polyglot Club WIKI
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
This lesson can still be improved. EDIT IT NOW! & become VIP
Rate this lesson:
0.00
(0 stemmen)

India-Timeline-PolyglotClub.png
HindiGrammaticaVolledige cursus 0 tot A1Zelfstandige naamwoorden en voornaamwoorden

Niveau van de les[bewerken | brontekst bewerken]

Deze les maakt deel uit van de "Volledige cursus 0 tot A1" en is bedoeld voor complete beginners die Hindi willen leren.

Zelfstandige naamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

In het Hindi zijn er twee geslachten voor zelfstandige naamwoorden: mannelijk en vrouwelijk. Er is geen regel om te bepalen welk geslacht een zelfstandig naamwoord heeft, dus het is belangrijk om de geslachten van de meest gebruikte zelfstandige naamwoorden uit het hoofd te leren.

Hieronder staan enkele voorbeelden van zelfstandige naamwoorden in het Hindi:

Hindi Uitspraak Nederlands
आदमी aadmi man
औरत aurat vrouw
बच्चा bachcha kind (mannelijk)
बच्ची bacchi kind (vrouwelijk)

Voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]

Voornaamwoorden zijn woorden die worden gebruikt in plaats van zelfstandige naamwoorden. In het Hindi zijn er verschillende voornaamwoorden voor mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden.

Hieronder staan enkele voorbeelden van voornaamwoorden in het Hindi:

Hindi Uitspraak Nederlands
वह vah hij/zij (mannelijk)
वह vah hij/zij (vrouwelijk)
वे ve zij (meervoud)

Oefening[bewerken | brontekst bewerken]

Vertaal de volgende zinnen van het Nederlands naar het Hindi:

  • Hij is een man.
  • Zij is een vrouw.
  • Het kind is een jongen.
  • Het kind is een meisje.
  • Zij zijn kinderen.

Antwoorden:

  • वह आदमी है। (Vah aadmi hai.)
  • वह औरत है। (Vah aurat hai.)
  • बच्चा एक लड़का है। (Bachcha ek ladka hai.)
  • बच्ची एक लड़की है। (Bacchi ek ladki hai.)
  • वे बच्चे हैं। (Ve bachche hain.)

Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]

In deze les heb je geleerd over de geslachten van zelfstandige naamwoorden in het Hindi en hoe je voornaamwoorden kunt gebruiken om ze te vervangen. Blijf oefenen en gebruik deze kennis om je Hindi-vaardigheden te verbeteren!

Inhoudsopgave - Hindi Cursus - 0 tot A1[brontekst bewerken]


Begroetingen en Introdukties


Voornaamwoorden en Werkwoorden


Getallen en Tijd


Vragen en Ontkenningen


Familie en Relaties


Indiase Namen en Titels


Voedsel en Dineren


Bijvoeglijke en Bijwoordelijke naamwoorden


Reizen en Vervoer


Indiase Festivals en Feestdagen


Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson