Language/Iranian-persian/Grammar/Lesson-14:-Past-tense-of-regular-verbs/nl
Werkwoorden in de verleden tijd[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les gaan we de verleden tijd van regelmatige werkwoorden in het Iraans Perzisch leren. Deze kennis zal je helpen om verleden gebeurtenissen en acties te beschrijven.
Om de verleden tijd van regelmatige werkwoorden te vormen, moeten we de stam van het werkwoord vinden en daar de verleden tijd uit afleiden. De stam van een werkwoord is de infinitief zonder "ن" aan het einde.
Bijvoorbeeld: de stam van het werkwoord "schrijven" is "نوشت".
Om de verleden tijd te vormen, voegen we aan de stam de volgende uitgangen toe, afhankelijk van het onderwerp:
Onderwerp | Uitgang |
---|---|
Ik | ت |
Jij | ت |
Hij/Zij/Het | |
Wij | یم |
Jullie | ید |
Zij | اند |
Laten we deze uitgangen toepassen op het werkwoord "نوشت" om de verleden tijd te vormen:
Iraans Perzisch | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
نوشتم | "noveštam" | Ik schreef |
نوشتی | "novešti" | Jij schreef |
نوشت | "novešt" | Hij/Zij/Het schreef |
نوشتیم | "noveštim" | Wij schreven |
نوشتید | "noveštid" | Jullie schreven |
نوشتند | "novešteend" | Zij schreven |
Oefeningen[bewerken | brontekst bewerken]
Laten we nu enkele oefeningen doen om de verleden tijd van regelmatige werkwoorden te oefenen. Vul de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd in.
- Ik (kopen) een nieuwe auto. => خریدم
- Jij (reizen) naar Iran. => سفر کردی
- Hij (eten) een pizza. => پیتزا خورد
- Wij (dansen) op het feest. => رقصیدیم
- Jullie (werken) hard. => سخت کار کردید
- Zij (studeren) voor hun examen. => برای امتحانشان مطالعه کردند
Belangrijke woorden en zinnen[bewerken | brontekst bewerken]
- نوشتن (noveštan) - schrijven
- خریدن (xaridan) - kopen
- سفر کردن (safar kardan) - reizen
- خوردن (xoridan) - eten
- رقصیدن (raqsidan) - dansen
- کار کردن (kār kardan) - werken
- مطالعه کردن (motāle'e kardan) - studeren
- Gisteren - دیروز (diruz)
- Vorige week - هفته گذشته (hafta-ye gozashte)
- Vorig jaar - سال گذشته (sāl-e gozashte)
Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les hebben we de verleden tijd van regelmatige werkwoorden in het Iraans Perzisch geleerd. We hebben gezien hoe we de stam van een werkwoord kunnen vinden en hoe we de juiste uitgangen kunnen gebruiken om de verleden tijd te vormen. Door te oefenen met de oefeningen en het leren van belangrijke woorden en zinnen, zul je in staat zijn om verleden gebeurtenissen en acties te beschrijven.
Andere lessen[bewerken | brontekst bewerken]
- Lesson 3: Word order in Persian sentences
- Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Les 22: Complexe zinnen en voegwoorden
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Les 5: Tegenwoordige tijd verbuiging van regelmatige werkwoorden
- 0 to A1 Course
- Complete 0 tot A1-cursus → Grammatica → Les 15: Woordvolgorde in zinnen in de verleden tijd
- 0 to A1 Course → Grammar → Les 9: Bezittelijke voornaamwoorden
- Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Les 8: Persoonlijke voornaamwoorden voor het lijdend voorwerp
- 0 tot A1-cursus → Grammatica → Les 21: Het gebruik van infinitieven
- Lesson 4: Present tense conjugation of the verb to be
- 0 to A1 Course → Grammar → Les 20: Het gebruik van de gebiedende wijs