Language/Czech/Grammar/Present-Tense/nl

From Polyglot Club WIKI
< Language‎ | Czech‎ | Grammar‎ | Present-Tense
Revision as of 22:26, 21 August 2024 by Maintenance script (talk | contribs) (Quick edit)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search
Rate this lesson:
0.00
(0 votes)


Czech-Language-PolyglotClub.png
Tsjechisch Grammatica0 tot A1 CursusTegenwoordige Tijd

Inleiding[edit | edit source]

Welkom bij de les over de tegenwoordige tijd in het Tsjechisch! Deze tijd is essentieel voor het beschrijven van wat er nu gebeurt of wat er in de nabije toekomst staat te gebeuren. Of je nu praat over wat je vandaag doet, je dagelijkse routine beschrijft, of plannen maakt voor de komende dagen, de tegenwoordige tijd is waar je mee aan de slag wilt. In deze les gaan we de basisprincipes van de tegenwoordige tijd verkennen, enkele belangrijke werkwoorden leren, en je zult ook praktische oefeningen doen om je kennis te versterken.

Wat is de Tegenwoordige Tijd?[edit | edit source]

De tegenwoordige tijd in het Tsjechisch wordt gebruikt om acties of toestanden te beschrijven die op dit moment plaatsvinden. Het is vergelijkbaar met de tegenwoordige tijd in het Nederlands. In deze tijd kun je verschillende soorten zinnen formuleren, zoals:

  • Feiten
  • Gewoontes
  • Huidige acties
  • Toekomstige plannen

Basisstructuur van Werkwoorden[edit | edit source]

In het Tsjechisch zijn werkwoorden onderverdeeld in verschillende groepen op basis van hun vervoeging. De meest voorkomende groepen zijn:

  • Reguliere werkwoorden: Deze volgen een standaard patroon.
  • Onregelmatige werkwoorden: Deze hebben unieke vervoegingen die je moet onthouden.

Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste vervoegingen van regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Vervoeging van Reguliere Werkwoorden[edit | edit source]

Bij de meeste regelmatige werkwoorden in het Tsjechisch eindigt de stam op -at, -it, of -et. De vervoegingen zijn als volgt:

Werkwoord Vervoeging: Voorbeeldwerkwoord "mít" (hebben)[edit | edit source]

Persoon Vervoeging Voorbeeldzin Vertaling
Ik mám Já mám knihu. Ik heb een boek.
Jij máš Ty máš auto. Jij hebt een auto.
Hij/Zij/Het On má psa. Hij heeft een hond.
Wij máme My máme čas. Wij hebben tijd.
Jullie máte Vy máte peníze. Jullie hebben geld.
Zij mají Oni mají dům. Zij hebben een huis.

Werkwoord Vervoeging: Voorbeeldwerkwoord "dělat" (doen)[edit | edit source]

Persoon Vervoeging Voorbeeldzin Vertaling
Ik dělám Já dělám úkol. Ik maak huiswerk.
Jij děláš Ty děláš snídani. Jij maakt ontbijt.
Hij/Zij/Het dělá Ona dělá cvičení. Zij doet oefeningen.
Wij děláme My děláme projekt. Wij doen een project.
Jullie děláte Vy děláte chybu. Jullie maken een fout.
Zij dělají Oni dělají hru. Zij doen een spel.

Onregelmatige Werkwoorden[edit | edit source]

Onregelmatige werkwoorden hebben unieke vormen en moeten vaak uit het hoofd worden geleerd. Een voorbeeld van een onregelmatig werkwoord is "být" (zijn).

Persoon Vervoeging Voorbeeldzin Vertaling
Ik jsem Já jsem učitel. Ik ben een leraar.
Jij jsi Ty jsi student. Jij bent een student.
Hij/Zij/Het je On je lékař. Hij is een dokter.
Wij jsme My jsme doma. Wij zijn thuis.
Jullie jste Vy jste přátelé. Jullie zijn vrienden.
Zij jsou Oni jsou šťastní. Zij zijn gelukkig.

Voorbeelden van de Tegenwoordige Tijd[edit | edit source]

Hieronder volgen enkele voorbeelden van hoe je de tegenwoordige tijd kunt gebruiken in verschillende contexten. Dit zal je helpen om te begrijpen hoe je deze tijd in je eigen zinnen kunt toepassen.

Voorbeeldzinnen[edit | edit source]

Czech Pronunciation Dutch
Já jím jablko. Já jím jablko. Ik eet een appel.
Ty čteš knihu. Ty čteš knihu. Jij leest een boek.
On pracuje v kanceláři. On pracuje v kanceláři. Hij werkt op kantoor.
Ona zpívá píseň. Ona zpívá píseň. Zij zingt een lied.
My hrajeme fotbal. My hrajeme fotbal. Wij spelen voetbal.
Vy studujete jazyk. Vy studujete jazyk. Jullie studeren een taal.
Oni cestují do Prahy. Oni cestují do Prahy. Zij reizen naar Praag.
Já koupím chleba. Já koupím chleba. Ik koop brood.
Ty jedeš do školy. Ty jedeš do školy. Jij gaat naar school.
On dává dárek. On dává dárek. Hij geeft een cadeau.

Oefeningen[edit | edit source]

Laten we nu enkele oefeningen doen om te zien hoe goed je de tegenwoordige tijd hebt begrepen. Probeer de zinnen in de tegenwoordige tijd te vormen op basis van de gegeven informatie.

Oefening 1: Vul de lege plekken in[edit | edit source]

Vul de lege plekken in met de juiste vorm van het werkwoord "být" (zijn).

1. Já ___ student. (ik ben)

2. Ty ___ učitelka. (jij bent)

3. On ___ lékař. (hij is)

4. My ___ doma. (wij zijn)

5. Oni ___ přátelé. (zij zijn)

Oefening 2: Maak zinnen[edit | edit source]

Maak zinnen in de tegenwoordige tijd met de volgende werkwoorden:

  • jíst (eten)
  • číst (lezen)
  • hrát (spelen)

1. Já ___ (jíst) jablko.

2. Ty ___ (číst) noviny.

3. On ___ (hrát) hru.

Oefening 3: Vertaal naar het Tsjechisch[edit | edit source]

Vertaal de volgende zinnen naar het Tsjechisch:

1. Ik lees een boek.

2. Jij eet een appel.

3. Wij spelen voetbal.

Oefening 4: Vervoeg de werkwoorden[edit | edit source]

Vervoeg de werkwoorden "dělat" (doen) en "mít" (hebben) in de tegenwoordige tijd voor alle personen.

Oefening 5: Maak vragen[edit | edit source]

Maak vragen in de tegenwoordige tijd met de volgende zinnen:

  • Ty jsi student. (Jij bent een student.)
  • Ona čte knihu. (Zij leest een boek.)

Oefening 6: Maak een dialoog[edit | edit source]

Bedenk een korte dialoog tussen twee vrienden waarin ze praten over hun dagelijkse routine.

Oefening 7: Invullen van de juiste vorm[edit | edit source]

Kies de juiste vorm van het werkwoord uit de haakjes:

1. Já (jít) ___ do školy.

2. Ty (být) ___ šťastný.

3. On (mít) ___ nový stůl.

Oefening 8: Beschrijf jezelf[edit | edit source]

Schrijf een korte tekst over jezelf in de tegenwoordige tijd. Gebruik minstens vijf zinnen.

Oefening 9: Maak een samenvatting[edit | edit source]

Maak een samenvatting van wat je vandaag hebt geleerd over de tegenwoordige tijd.

Oefening 10: Schrijf een toekomstplan[edit | edit source]

Schrijf een kort stukje over wat je van plan bent te doen dit weekend, gebruik de tegenwoordige tijd.

Oplossingen[edit | edit source]

Hier zijn de oplossingen voor de oefeningen zodat je je antwoorden kunt controleren.

Oplossingen voor Oefening 1[edit | edit source]

1. jsem

2. jsi

3. je

4. jsme

5. jsou

Oplossingen voor Oefening 2[edit | edit source]

1. Já jím jablko.

2. Ty čteš noviny.

3. On hraje hru.

Oplossingen voor Oefening 3[edit | edit source]

1. Já čtu knihu.

2. Ty jíš jablko.

3. My hrajeme fotbal.

Oplossingen voor Oefening 4[edit | edit source]

dělat:

  • já dělám
  • ty děláš
  • on/ona dělá
  • my děláme
  • vy děláte
  • oni dělají

mít:

  • já mám
  • ty máš
  • on/ona má
  • my máme
  • vy máte
  • oni mají

Oplossingen voor Oefening 5[edit | edit source]

  • Jsi student?
  • Čte ona knihu?

Oplossingen voor Oefening 6[edit | edit source]

Voorbeelddialoog:

  • A: Ahoj! Co děláš dnes?
  • B: Ahoj! Já dělám úkoly. A ty?
  • A: Já hraju fotbal.

Oplossingen voor Oefening 7[edit | edit source]

1. jdu

2. jsi

3. má

Oplossingen voor Oefening 8[edit | edit source]

Voorbeeldtekst:

  • Ahoj! Já jsem Jan. Já mám rád fotbal. Každý den hraju s přáteli. Ráno jím snídani a potom jdu do školy.

Oplossingen voor Oefening 9[edit | edit source]

Voorbeeldsamenvatting:

  • D vandaag heb ik geleerd hoe je de tegenwoordige tijd gebruikt. Ik heb verschillende werkwoorden en hun vervoegingen bestudeerd. Ik kan nu zinnen maken over wat ik doe.

Oplossingen voor Oefening 10[edit | edit source]

Voorbeeldplan:

  • O víkendu chci jít do kina a hrát fotbal s přáteli.

Gefeliciteerd! Je hebt de basis van de tegenwoordige tijd in het Tsjechisch geleerd. Blijf oefenen en gebruik deze tijd in je dagelijkse gesprekken. Het zal je helpen om je Tsjechische vaardigheden te verbeteren en meer zelfvertrouwen te krijgen in het spreken van de taal.



Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson