Language/Swedish/Grammar/Future-tense/nl





































Inleiding[edit | edit source]
Welkom bij deze les over de toekomende tijd in het Zweeds! De toekomende tijd is essentieel om te beschrijven wat er in de toekomst zal gebeuren. Of je nu iemand wilt vertellen dat je morgen naar de winkel gaat of dat je volgende week een examen hebt, het beheersen van deze tijd is cruciaal voor effectieve communicatie in het Zweeds. In deze les zullen we de structuur en het gebruik van de toekomende tijd behandelen, evenals veel voorbeelden en oefeningen om je vaardigheden te versterken.
Wat is de toekomende tijd?[edit | edit source]
De toekomende tijd, in het Zweeds "framtid", wordt gebruikt om acties of gebeurtenissen te beschrijven die nog moeten plaatsvinden. Dit kan variëren van een onmiddellijke toekomst tot een meer langetermijnplanning. Net zoals in het Nederlands, zijn er verschillende manieren om de toekomende tijd in het Zweeds te vormen.
Basisstructuur van de toekomende tijd[edit | edit source]
In het Zweeds gebruiken we meestal het hulpwerkwoord "ska" of "kommer att" om de toekomende tijd aan te geven. Laten we eens kijken naar deze twee structuren:
Hulpwerkwoord "ska"[edit | edit source]
De meest eenvoudige manier om de toekomende tijd uit te drukken is door het werkwoord "ska" te gebruiken. Hier is de basisstructuur:
- Onderwerp + ska + werkwoord in de stamvorm.
Hulpwerkwoord "kommer att"[edit | edit source]
Een andere manier om de toekomende tijd te vormen is door het gebruik van "kommer att". De structuur is als volgt:
- Onderwerp + kommer att + werkwoord in de stamvorm.
Voorbeelden van de toekomende tijd[edit | edit source]
Laten we nu een aantal voorbeelden bekijken om deze structuren in actie te zien. Hieronder zie je een tabel met verschillende zinnen in de toekomende tijd.
Zweeds | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
Jag ska äta middag. | jaɡ ska ˈeːta ˈmɪdːaɡ | Ik ga avondeten. |
Du kommer att läsa en bok. | dʉ ˈkɔmːer at ˈleːsa ɛn bok | Jij gaat een boek lezen. |
Han ska spela fotboll. | han ska ˈspeːla ˈfuːtːbɔl | Hij gaat voetballen. |
Vi kommer att resa till Sverige. | vi ˈkɔmːer at ˈreːsa tɪl ˈsvɛrɪɛ | We gaan naar Zweden reizen. |
Ni ska titta på film. | ni ska ˈtɪtːa pɔ ˈfɪlm | Jullie gaan een film kijken. |
De kommer att gå till skolan. | de ˈkɔmːer at ˈɡoː tɪl ˈskuːlan | Zij gaan naar school gaan. |
Jag kommer att köpa en ny bil. | jaɡ ˈkɔmːer at ˈjøːpa ɛn ny biːl | Ik ga een nieuwe auto kopen. |
Hon ska laga mat. | hʊn ska ˈlɑːɡa mɑːt | Zij gaat koken. |
Vi ska gå på konsert. | vi ska ɡoː pɔ kʊnˈsɛr | We gaan naar een concert. |
Du kommer att träffa dina vänner. | dʉ ˈkɔmːer at ˈtrɛfːa ˈdiːna ˈvɛnːer | Jij gaat je vrienden ontmoeten. |
Gebruik van de toekomende tijd[edit | edit source]
De toekomende tijd wordt gebruikt in verschillende contexten. Hier zijn enkele situaties waarin je de toekomende tijd zou gebruiken:
- Plannen: wanneer je iets van plan bent, zoals een reis of een evenement.
- Voornemens: als je iets wilt doen, zoals een boek lezen of sporten.
- Verwachtingen: als je iets verwacht te gebeuren, zoals het weer of een afspraak.
Oefeningen[edit | edit source]
Nu is het tijd om je kennis toe te passen! Hier zijn enkele oefeningen om te zien hoe goed je de toekomende tijd begrijpt.
Oefening 1: Vul de lege plekken in[edit | edit source]
Vul de zinnen in met de juiste vorm van "ska" of "kommer att".
1. Jag ___ (gå) på bio.
2. Vi ___ (besöka) våra släktingar.
3. Hon ___ (läsa) en ny roman.
4. Du ___ (träna) imorgon.
5. De ___ (arbeta) över helgen.
Oplossingen Oefening 1[edit | edit source]
1. Jag ska gå på bio.
2. Vi kommer att besöka våra släktingar.
3. Hon ska läsa en ny roman.
4. Du kommer att träna imorgon.
5. De ska arbeta över helgen.
Oefening 2: Maak zinnen[edit | edit source]
Maak volledige zinnen met de gegeven woorden.
1. Jag / (spela) / fotboll.
2. De / (resa) / till Stockholm.
3. Ni / (titta) / på en film.
4. Vi / (besöka) / museet.
5. Du / (äta) / lunch.
Oplossingen Oefening 2[edit | edit source]
1. Jag ska spela fotboll.
2. De kommer att resa till Stockholm.
3. Ni ska titta på en film.
4. Vi kommer att besöka museet.
5. Du ska äta lunch.
Oefening 3: Vertaal de zinnen[edit | edit source]
Vertaal de volgende zinnen naar het Zweeds.
1. Ik ga morgen naar de winkel.
2. Jij gaat vanavond studeren.
3. Wij gaan naar het park.
4. Hij gaat een boek lezen.
5. Zij gaan fietsen.
Oplossingen Oefening 3[edit | edit source]
1. Jag ska gå till affären imorgon.
2. Du kommer att studera ikväll.
3. Vi ska gå till parken.
4. Han kommer att läsa en bok.
5. De ska cykla.
Oefening 4: Maak vragen[edit | edit source]
Maak vragen in de toekomende tijd met de gegeven zinnen.
1. Du / (komma) / till partiet?
2. De / (äta) / middag med oss?
3. Jag / (skicka) / ett mail?
4. Vi / (besöka) / er nästa vecka?
5. Hon / (köpa) / en present?
Oplossingen Oefening 4[edit | edit source]
1. Kommer du till partiet?
2. Ska de äta middag med oss?
3. Ska jag skicka ett mail?
4. Kommer vi att besöka er nästa vecka?
5. Ska hon köpa en present?
Oefening 5: Schrijf een korte tekst[edit | edit source]
Schrijf een korte tekst van 5-7 zinnen waarin je beschrijft wat je gaat doen deze week.
Oplossingen Oefening 5[edit | edit source]
Bij deze oefening is er geen vaste oplossing omdat het antwoord persoonlijk is. Zorg ervoor dat je de juiste vormen van de toekomende tijd gebruikt!
Samenvatting[edit | edit source]
In deze les hebben we de toekomende tijd in het Zweeds geleerd, inclusief de structuren met "ska" en "kommer att". We hebben verschillende voorbeelden doorgenomen en oefeningen gedaan om je begrip te versterken. Blijf oefenen met het maken van zinnen en het toepassen van de toekomende tijd in je dagelijkse gesprekken. Veel succes met je Zweedse taalvaardigheden!