Language/Thai/Grammar/Adverbs-of-Time/nl

From Polyglot Club WIKI
< Language‎ | Thai‎ | Grammar‎ | Adverbs-of-Time
Revision as of 19:47, 13 August 2024 by Maintenance script (talk | contribs) (Quick edit)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to navigation Jump to search
Rate this lesson:
0.00
(0 votes)


Thai-Language-PolyglotClub.png
Thais Grammatica0 naar A1 CursusBijwoorden van Tijd

In deze les gaan we ons verdiepen in een belangrijk onderdeel van de Thaise grammatica: bijwoorden van tijd. Deze bijwoorden zijn essentieel voor het opbouwen van zinnen die duidelijk maken wanneer iets gebeurt. Ze helpen ons om onze gedachten en activiteiten in de tijd te plaatsen, wat cruciaal is voor effectieve communicatie. In het Thais hebben we verschillende bijwoorden van tijd die ons helpen om specifieke momenten aan te geven, zoals "vandaag", "morgen" of "gisteren".

We zullen deze les op de volgende manier structureren:

  • Wat zijn bijwoorden van tijd?
  • Veelvoorkomende bijwoorden van tijd in het Thais
  • Voorbeelden van het gebruik van bijwoorden van tijd in zinnen
  • Oefeningen om het geleerde toe te passen

Wat zijn bijwoorden van tijd?[edit | edit source]

Bijwoorden van tijd zijn woorden die ons helpen te begrijpen wanneer een actie plaatsvindt. In het Thais worden deze bijwoorden vaak aan het begin of het einde van een zin geplaatst. Dit is een belangrijke grammaticale structuur die we moeten begrijpen om effectief te communiceren.

Veelvoorkomende bijwoorden van tijd in het Thais[edit | edit source]

Hier zijn enkele van de meest voorkomende bijwoorden van tijd in het Thais:

  • วันนี้ (wan-níi) - vandaag
  • เมื่อวาน (mêuu-wan) - gisteren
  • พรุ่งนี้ (prûng-níi) - morgen
  • ตอนนี้ (ton-níi) - nu
  • บ่อยๆ (bàwy-bàwy) - vaak
  • เสมอ (sà-məə) - altijd
  • บางครั้ง (bang-khráang) - soms
  • เมื่อไหร่ (mêuu-hàir) - wanneer

Hieronder volgt een tabel met voorbeelden van deze bijwoorden van tijd.

Thai Pronunciation Dutch
วันนี้ wan-níi vandaag
เมื่อวาน mêuu-wan gisteren
พรุ่งนี้ prûng-níi morgen
ตอนนี้ ton-níi nu
บ่อยๆ bàwy-bàwy vaak
เสมอ sà-məə altijd
บางครั้ง bang-khráang soms
เมื่อไหร่ mêuu-hàir wanneer

Voorbeelden van het gebruik van bijwoorden van tijd in zinnen[edit | edit source]

Laten we nu kijken naar enkele voorbeelden van hoe deze bijwoorden in zinnen worden gebruikt. Het is belangrijk om te begrijpen hoe ze de betekenis van de zin veranderen. Hier zijn 20 voorbeelden:

Thai Pronunciation Dutch
วันนี้ฉันไปตลาด wan-níi chán bpai tà-làat Vandaag ga ik naar de markt.
เมื่อวานฉันไปทำการบ้าน mûue-wan chán bpai tham gaan-bâan Gisteren heb ik huiswerk gemaakt.
พรุ่งนี้ฉันจะไปทะเล prûng-níi chán jà bpai thá-lee Morgen ga ik naar het strand.
ตอนนี้ฉันกำลังอ่านหนังสือ ton-níi chán gam-lang àan nǎng-sǔue Nu ben ik een boek aan het lezen.
ฉันไปตลาดบ่อยๆ chán bpai tà-làat bàwy-bàwy Ik ga vaak naar de markt.
เขาเสมอซื้อด nieuwe kleren khǎo sà-məə sʉ́ʉ dīw khráen Hij koopt altijd nieuwe kleren.
บางครั้งฉัน kijk naar de sterren bang-khráang chán khʉ̂ʉk nà jà Soms kijk ik naar de sterren.
เมื่อไหร่คุณจะ komen? mûue-hàir khun jà kóom? Wanneer kom je?
วันนี้เรามีประชุม wan-níi rao mii bprà-chum Vandaag hebben we een vergadering.
เมื่อวานพวกเขามาที่นี่ mûue-wan phûuak-khǎo maa thîi nîi Gisteren kwamen ze hier.
พรุ่งนี้เขาจะโทรศัพท์ prûng-níi khǎo jà thoo-rá-sàp Morgen zal hij bellen.
ตอนนี้เราต้องรีบไป ton-níi rao tɔ̂ng rîip bpai Nu moeten we snel gaan.
ฉันเสมอไปที่ห้องฟิตเนส chán sà-məə bpai thîi hɔ̂ng fít-nét Ik ga altijd naar de sportschool.
บางครั้งเราไปดูหนัง bang-khráang rao bpai duu nǎng Soms gaan we naar de film.
เมื่อไหร่คุณจะเรียนภาษาไทย? mûue-hàir khun jà rian phaasǎa Thai? Wanneer ga je Thais leren?
วันนี้ฉันทำอาหาร wan-níi chán tham aa-hǎan Vandaag kook ik eten.
เขามาที่บ้านเมื่อวาน khǎo maa thîi bâan mûue-wan Hij kwam gisteren naar huis.
พรุ่งนี้เราจะไปเที่ยว prûng-níi rao jà bpai thîao Morgen gaan we uit.
ตอนนี้ฉันรู้สึกดี ton-níi chán rúu-sʉ̂k dii Nu voel ik me goed.
เขาไปทำงานบ่อยๆ khǎo bpai tham ngaan bàwy-bàwy Hij gaat vaak werken.

Oefeningen om het geleerde toe te passen[edit | edit source]

Laten we nu aan de slag gaan met enkele oefeningen om te zien of je het concept van bijwoorden van tijd in het Thais goed begrijpt. Probeer elke oefening zelfstandig te maken en kijk dan naar de oplossingen hieronder.

Oefening 1: Vul de lege plekken in[edit | edit source]

Vul de lege plekken in met het juiste bijwoord van tijd:

1. ฉันจะไปตลาด _______ (vandaag).

2. เขา _______ (gisteren) kwam naar mijn huis.

3. เร _______ (morgen) gaan naar het strand.

Oefening 2: Vertaal de zinnen[edit | edit source]

Vertaal de volgende zinnen naar het Thais:

1. Ik lees nu een boek.

2. Morgen ga ik werken.

3. Vandaag heb ik gesport.

Oefening 3: Maak je eigen zinnen[edit | edit source]

Maak drie zinnen met elk een ander bijwoord van tijd. Probeer variatie aan te brengen in de zinnen.

Oefening 4: Kies het juiste bijwoord[edit | edit source]

Kies het juiste bijwoord van tijd voor de volgende zinnen:

1. Ik ga _______ (soms/vandaag) naar de markt.

2. _______ (Gisteren/Morgen) heb ik een film gezien.

3. _______ (Nu/Altijd) moet ik leren.

Oefening 5: Schrijf zinnen in de verleden tijd[edit | edit source]

Schrijf de volgende zinnen in de verleden tijd:

1. Vandaag ga ik naar school.

2. Ik koop altijd nieuwe kleren.

3. Morgen ga ik naar de supermarkt.

Oplossingen voor de oefeningen[edit | edit source]

Hier zijn de oplossingen voor de oefeningen:

Oefening 1:[edit | edit source]

1. วันนี้ (wan-níi)

2. เมื่อวาน (mêuu-wan)

3. พรุ่งนี้ (prûng-níi)

Oefening 2:[edit | edit source]

1. ตอนนี้ฉันอ่านหนังสือ (ton-níi chán àan nǎng-sǔue)

2. พรุ่งนี้ฉันจะไปทำงาน (prûng-níi chán jà bpai tham-ngaan)

3. วันนี้ฉันไปออกกำลังกาย (wan-níi chán bpai òk-gam-láng-gái)

Oefening 3:[edit | edit source]

  • Voorbeeld zinnen:

1. วันนี้ฉันไปหามเหสี (wan-níi chán bpai hǎa mǎe-sǐ) - Vandaag ga ik mijn vriendin opzoeken.

2. บางครั้งเขาทำการบ้าน (bang-khráang khǎo tham gaan-bâan) - Soms maakt hij huiswerk.

3. เขาเสมอไปดูหนัง (khǎo sà-məə bpai duu nǎng) - Hij gaat altijd naar de film.

Oefening 4:[edit | edit source]

1. Ik ga soms naar de markt.

2. Gisteren heb ik een film gezien.

3. Nu moet ik leren.

Oefening 5:[edit | edit source]

1. วันนี้ฉันไปโรงเรียน (wan-níi chán bpai roong-rian) - Vandaag ging ik naar school.

2. เขาซื้อเสื้อผ้าเสมอ (khǎo sʉ́ʉ sʉ̂a-pâa sà-məə) - Hij kocht altijd nieuwe kleren.

3. พรุ่งนี้ฉันจะไปซูเปอร์มาร์เก็ต (prûng-níi chán jà bpai sū́-pə́ə-mâa-két) - Morgen ging ik naar de supermarkt.

Met deze les hoop ik dat je een goed begrip hebt gekregen van bijwoorden van tijd in het Thais. Oefen ze regelmatig en probeer ze in je gesprekken te gebruiken. Veel succes met je verdere studie van de Thaise taal!


Andere lessen[edit | edit source]


Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson