Language/Indonesian/Grammar/Word-Order/nl





































Woordvolgorde in het Indonesisch
Een van de belangrijkste grammaticale aspecten in elke taal is de woordvolgorde. Het Indonesisch heeft een eenvoudige woordvolgorde: onderwerp-werkwoord-voorwerp (OWV). Dit betekent dat het onderwerp van de zin (degene of datgene waar de zin over gaat) altijd voor het werkwoord komt, en het voorwerp (wat er gebeurt met het onderwerp) altijd na het werkwoord.
Voorbeeld:
- Saya makan nasi. (Ik eet rijst.)
"Saya" is het onderwerp, "makan" is het werkwoord en "nasi" is het voorwerp.
Onderwerp
Het onderwerp is het onderdeel van de zin dat aangeeft waar de zin over gaat. In het Indonesisch komt het onderwerp altijd voor het werkwoord.
Voorbeelden:
Indonesisch | Uitspraak | Nederlands | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Saya | sa-ya | Ik | Dia | di-ja | Hij/Zij | Mereka | me-re-ka | Zij (meervoud) |
Werkwoord
Het werkwoord is het onderdeel van de zin dat aangeeft wat er gebeurt met het onderwerp. Het werkwoord staat altijd tussen het onderwerp en het voorwerp.
Voorbeelden:
Indonesisch | Uitspraak | Nederlands | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Makan | ma-kan | Eten | Minum | mi-num | Drinken | Baca | ba-tja | Lezen |
Voorwerp
Het voorwerp is het onderdeel van de zin dat aangeeft wat er gebeurt met het onderwerp. In het Indonesisch komt het voorwerp altijd na het werkwoord.
Voorbeelden:
Indonesisch | Uitspraak | Nederlands | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Nasi | na-si | Rijst | Buku | boe-koe | Boek | Air | ai-er | Water |
Negatieve zinnen
Om een negatieve zin te maken in het Indonesisch, voeg je "tidak" toe voor het werkwoord.
Voorbeelden:
- Saya tidak makan nasi. (Ik eet geen rijst.)
- Dia tidak minum air. (Hij/Zij drinkt geen water.)
Vraagzinnen
Om een vraagzin te maken in het Indonesisch, plaats je "apakah" aan het begin van de zin.
Voorbeelden:
- Apakah kamu makan nasi? (Eet jij rijst?)
- Apakah dia suka buku? (Houdt hij/zij van boeken?)
Samenvatting
In het Indonesisch is de woordvolgorde onderwerp-werkwoord-voorwerp (OWV). Dit betekent dat het onderwerp altijd voor het werkwoord komt en het voorwerp altijd na het werkwoord. Om een negatieve zin te maken, voeg je "tidak" toe voor het werkwoord. Om een vraagzin te maken, plaats je "apakah" aan het begin van de zin.