Language/Czech/Grammar/Past-Tense/nl

From Polyglot Club WIKI
< Language‎ | Czech‎ | Grammar‎ | Past-Tense
Jump to navigation Jump to search
Rate this lesson:
0.00
(0 votes)

Czech-Language-PolyglotClub.png
TsjechischGrammaticaVerleden Tijd

Verleden Tijd[edit | edit source]

In deze les leer je hoe je de verleden tijd kunt gebruiken om te praten over gebeurtenissen die al hebben plaatsgevonden.

Reguliere Werkwoorden[edit | edit source]

Reguliere werkwoorden in het Tsjechisch worden gevormd door de uitgangen '-l' of '-la' aan de stam van het werkwoord toe te voegen. Hier is een tabel met voorbeelden:

Tsjechisch Uitspraak Nederlands
hrát (spelen) /hra:t/ speelde
cestovat (reizen) /tsestova:t/ reisde
pracovat (werken) /pratsovat/ werkte

Onregelmatige Werkwoorden[edit | edit source]

Er zijn veel onregelmatige werkwoorden in het Tsjechisch, en de meeste daarvan hebben geen duidelijke regels voor de vervoeging in de verleden tijd. Hier is een tabel met enkele veelvoorkomende onregelmatige werkwoorden:

Tsjechisch Uitspraak Nederlands
být (zijn) /bi:t/ was
jít (gaan) /ji:t/ ging
mít (hebben) /mi:t/ had
vidět (zien) /vi:dɛt/ zag

Nuttige Uitdrukkingen in de Verleden Tijd[edit | edit source]

Hier zijn enkele nuttige uitdrukkingen in de verleden tijd:

  • Ik speelde tennis. - Hrál jsem tenis.
  • We reisden naar Praag. - Cestovali jsme do Prahy.
  • Hij werkte in een winkel. - Pracoval v obchodě.
  • Zij zag de film gisteravond. - Viděla film včera večer.

Conclusie[edit | edit source]

In deze les heb je geleerd hoe je de verleden tijd kunt gebruiken om te praten over gebeurtenissen die al hebben plaatsgevonden. Je hebt ook geleerd hoe reguliere en onregelmatige werkwoorden in de verleden tijd worden vervoegd en enkele nuttige uitdrukkingen in de verleden tijd gezien.



Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson