Language/Czech/Grammar/Possessive-Pronouns/nl

From Polyglot Club WIKI
Jump to navigation Jump to search
Rate this lesson:
0.00
(0 votes)


Czech-Language-PolyglotClub.png
Tsjechisch Grammatica0 tot A1 CursusBezittelijke Voornaamwoorden

Inleiding[edit | edit source]

Bezittelijke voornaamwoorden zijn een essentieel onderdeel van de Tsjechische grammatica. Ze helpen ons uit te drukken wie de eigenaar is van iets, wat cruciaal is in elke taal. In deze les zullen we de verschillende bezittelijke voornaamwoorden in het Tsjechisch leren, evenals hoe ze in zinnen worden gebruikt om bezit aan te geven. Dit zal niet alleen je Tsjechische vocabulaire uitbreiden, maar ook je vermogen om gesprekken te voeren en jezelf duidelijk uit te drukken.

Deze les is gestructureerd als volgt:

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?[edit | edit source]

Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden die aangeven dat iets toebehoort aan iemand. In het Tsjechisch zijn er verschillende bezittelijke voornaamwoorden afhankelijk van de persoon en het geslacht van het zelfstandig naamwoord waar ze naar verwijzen. Dit kan in het begin verwarrend zijn, maar met de juiste uitleg en oefening zul je het snel onder de knie krijgen.

Hier zijn de belangrijkste bezittelijke voornaamwoorden in het Tsjechisch:

Tsjechisch Uitspraak Nederlands
můj muːj mijn (mannelijk enkelvoud)
maː mijn (vrouwelijk enkelvoud)
moje moʊjɛ mijn (onzijdig enkelvoud)
naše naːʃɛ ons/onze (meervoud)
tvůj tvuːj jouw (mannelijk enkelvoud)
tvá tvaː jouw (vrouwelijk enkelvoud)
tvoje tvoʊjɛ jouw (onzijdig enkelvoud)
vaše vaːʃɛ uw/jullie (meervoud)
jeho jɛɡo zijn (mannelijk en onzijdig enkelvoud)
její jɛjiː haar (vrouwelijk enkelvoud)
jejich jɛjiːx hun (meervoud)

Voorbeelden van gebruik[edit | edit source]

Hier zijn enkele voorbeelden die de bezittelijke voornaamwoorden in zinnen laten zien. Dit zal helpen om hun gebruik in context te begrijpen.

Tsjechisch Uitspraak Nederlands
To je můj dům. to jɛ muːj duːm Dat is mijn huis.
Má kniha je na stole. maː kniːha jɛ na stoːlɛ Haar boek ligt op de tafel.
Moje auto je červená. moʊjɛ aʊto jɛ tʃɛrvɛnaː Mijn auto is rood.
Naše kočka je velmi hezká. naːʃɛ kɔtʃka jɛ vɛlmi hɛzkaː Onze kat is erg mooi.
Tvá taška je na zemi. tvaː taʃka jɛ na zɛmi Jouw tas ligt op de grond.
Jeho stůl je velký. jɛɡo stuːl jɛ vɛlkiː Zijn tafel is groot.
Její dům je daleko. jɛjiː duːm jɛ dalɛkɔ Haar huis is ver weg.
Jejich děti jsou šťastné. jɛjiːx dɛti jɛu ʃtʃastnɛ Hun kinderen zijn gelukkig.

Samenvatting van de bezittelijke voornaamwoorden[edit | edit source]

  • můj (mijn - mannelijk enkelvoud)
  • (mijn - vrouwelijk enkelvoud)
  • moje (mijn - onzijdig enkelvoud)
  • naše (ons/onze - meervoud)
  • tvůj (jouw - mannelijk enkelvoud)
  • tvá (jouw - vrouwelijk enkelvoud)
  • tvoje (jouw - onzijdig enkelvoud)
  • vaše (uw/jullie - meervoud)
  • jeho (zijn - mannelijk en onzijdig enkelvoud)
  • její (haar - vrouwelijk enkelvoud)
  • jejich (hun - meervoud)

Oefeningen[edit | edit source]

Nu is het tijd om je kennis van de bezittelijke voornaamwoorden in het Tsjechisch te testen. Hieronder vind je een paar oefeningen die je helpen om de theorie in praktijk te brengen.

Oefening 1: Vul de juiste bezittelijke voornaamwoorden in[edit | edit source]

Vul de lege plekken in met het juiste bezittelijke voornaamwoord.

1. _____ kniha je zajímavá. (jouw)

2. To je _____ auto. (mijn)

3. _____ kočka je bílá. (haar)

4. _____ dům je starý. (onze)

5. _____ stůl je malý. (hun)

Oplossingen oefening 1[edit | edit source]

1. Tvá kniha je zajímavá.

2. To je moje auto.

3. Její kočka je bílá.

4. Náš dům je starý.

5. Jejich stůl je malý.

Oefening 2: Vertaal de zinnen naar het Tsjechisch[edit | edit source]

Vertaal de volgende zinnen naar het Tsjechisch.

1. Dit is mijn boek.

2. Jouw fiets is snel.

3. Hun hond is groot.

4. Zijn huis is mooi.

5. Onze vrienden zijn hier.

Oplossingen oefening 2[edit | edit source]

1. To je má kniha.

2. Tvá kolo je rychlé.

3. Jejich pes je velký.

4. Jeho dům je hezký.

5. Naši přátelé jsou tady.

Oefening 3: Maak zinnen met de gegeven woorden[edit | edit source]

Gebruik de gegeven woorden om zinnen te maken met bezittelijke voornaamwoorden.

  • (onze, auto, nieuw)
  • (jouw, boek, interessant)
  • (haar, kat, schattig)
  • (zijn, huis, groot)
  • (hun, vrienden, aardig)

Oplossingen oefening 3[edit | edit source]

1. Naše auto je nová.

2. Tvé kniha je zajímavá.

3. Její kočka je roztomilá.

4. Jeho dům je velký.

5. Jejich přátelé jsou milí.

Oefening 4: Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord[edit | edit source]

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord in de zinnen.

1. _____ dům je krásný. (mijn/tvůj)

2. _____ auto je rychlé. (zijn/haar)

3. _____ kniha je stará. (onze/hun)

4. _____ stůl je malý. (jouw/onze)

5. _____ kočka je černá. (haar/jouw)

Oplossingen oefening 4[edit | edit source]

1. Můj dům je krásný.

2. Jeho auto je rychlé.

3. Její kniha je stará.

4. Tvůj stůl je malý.

5. Její kočka je černá.

Oefening 5: Schrijf een korte tekst[edit | edit source]

Schrijf een korte tekst van 4-5 zinnen waarin je je familie beschrijft met behulp van bezittelijke voornaamwoorden.

Oplossingen oefening 5[edit | edit source]

Voorbeeld:

"Moje matka je učitelka. Její sestra je lékařka. Můj otec má rád sport. Naše rodina je šťastná."

Oefening 6: Zoek en vervang[edit | edit source]

Neem de volgende zinnen en vervang de bezittelijke voornaamwoorden door de juiste vorm.

1. Její dům je malý. (jouw)

2. Můj pes je chytrý. (haar)

3. Naše kočka je šedá. (zijn)

4. Tvá kniha je zajímavá. (onze)

5. Jejich auto je červené. (mijn)

Oplossingen oefening 6[edit | edit source]

1. Tvůj dům je malý.

2. Její pes je chytrý.

3. Jeho kočka je šedá.

4. Naše kniha je zajímavá.

5. Moje auto je červené.

Oefening 7: Maak de zinnen compleet[edit | edit source]

Vul de lege plekken in met het juiste bezittelijke voornaamwoord.

1. _____ kniha je na stole. (haar)

2. To je _____ kolo. (onze)

3. Jeho dům je daleko. (zijn)

4. _____ pes je malý. (jouw)

5. _____ auto je modré. (mijn)

Oplossingen oefening 7[edit | edit source]

1. Její kniha je na stole.

2. To je naše kolo.

3. Jeho dům je daleko.

4. Tvůj pes je malý.

5. Moje auto je modré.

Oefening 8: Maak een dialoog[edit | edit source]

Schrijf een korte dialoog tussen twee personen waarin ze hun bezittelijke voornaamwoorden gebruiken.

Oplossingen oefening 8[edit | edit source]

Voorbeelddialoog:

A: "Kde je tvoje kniha?"

B: "Moje kniha je na stole."

A: "A co tvůj pes?"

B: "Můj pes je venku."

Oefening 9: Vul de juiste vorm in[edit | edit source]

Vul de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord in de zinnen.

1. _____ auto je červená? (jouw)

2. Jeho dům je pěkný. _____ (onze)

3. _____ kočka je tu? (hun)

4. _____ kniha je nová. (mijn)

5. Její stůl je malý. _____ (jouw)

Oplossingen oefening 9[edit | edit source]

1. Tvá auto je červená?

2. Náš dům je pěkný.

3. Jejich kočka je tu?

4. Moje kniha je nová.

5. Tvůj stůl je malý.

Oefening 10: Vertaal naar het Nederlands[edit | edit source]

Vertaal de volgende Tsjechische zinnen naar het Nederlands.

1. Moje matka je hezká.

2. Jeho dům je velký.

3. Naše děti jsou šťastné.

4. Tvá kniha je zajímavá.

5. Její pes je malý.

Oplossingen oefening 10[edit | edit source]

1. Mijn moeder is mooi.

2. Zijn huis is groot.

3. Onze kinderen zijn gelukkig.

4. Jouw boek is interessant.

5. Haar hond is klein.



Contributors

Maintenance script


Create a new Lesson