Language/Thai/Vocabulary/Daily-Routine/nl
< Language | Thai | Vocabulary | Daily-Routine
Jump to navigation
Jump to search
Translate to: Հայերէն Български език 官话 官話 Hrvatski jezik Český jazyk
Nederlands
English Suomen kieli Français Deutsch עברית हिन्दी Magyar Bahasa Indonesia فارسی Italiano 日本語 Қазақ тілі 한국어 Lietuvių kalba Νέα Ελληνικά Şimali Azərbaycanlılar Język polski Português Limba Română Русский язык Српски Español العربية القياسية Svenska Wikang Tagalog தமிழ் Türkçe Українська мова Urdu Tiếng ViệtRate this lesson:
Verbindingen
In deze les zul je leren hoe je over je dagelijkse routine kunt praten met behulp van basiswerkwoorden en uitdrukkingen.
Werkwoorden
Hier zijn enkele werkwoorden die u kunt gebruiken om uw dagelijkse routine te beschrijven.
Thai | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
ตื่น | tʰɯ̂ːn | opstaan |
แต่งตัว | tɛ̀ŋ tua | aankleden |
อาบน้ำ | àap náam | douchen |
กินอาหารเช้า | kin aa-hǎan cháo | ontbijten |
ไปทำงาน | bpai tam ngaan | werken |
เรียน | rian | studeren |
กลับบ้าน | glàp bâan | naar huis gaan |
ทำงานบ้าน | tam ngaan bâan | huishoudelijk werk doen |
นอนหลับ | nɔɔn làp | slapen |
Uitdrukkingen
Hier zijn enkele veelgebruikte uitdrukkingen om over uw dagelijkse routine te praten.
- ฉันตื่นตอนเที่ยงคืน (Chan tʰɯ̂ːn tɔɔn tîang kʰɯ́n) - Ik sta om middernacht op.
- เราอาบน้ำในตอนเช้า (rao àap náam nai tɔɔn cháo) - We douchen 's ochtends.
- พวกเขากินอาหารเย็นที่ร้านอาหารญี่ปุ่น (phuak khǎo kin aa-hǎan yen tîi râan aa-hǎan yîi bpun) - Ze eten 's avonds in een Japans restaurant.
- ฉันเรียนภาษาไทยทุกวัน (chan rian phaasǎa thai thúk wan) - Ik studeer elke dag Thais.
- เขากลับบ้านดึกๆ (khǎo glàp bâan dèuk dèuk) - Hij gaat 's avonds laat naar huis.
Oefeningen
- Vertel over je dagelijkse routine met behulp van de werkwoorden en uitdrukkingen die je hebt geleerd.
- Maak een lijst van vijf nieuwe werkwoorden en vijf nieuwe uitdrukkingen die je wilt leren.