Language/Thai/Grammar/Adverbs-of-Time/nl





































In deze les gaan we ons verdiepen in een belangrijk onderdeel van de Thaise grammatica: bijwoorden van tijd. Deze bijwoorden zijn essentieel voor het opbouwen van zinnen die duidelijk maken wanneer iets gebeurt. Ze helpen ons om onze gedachten en activiteiten in de tijd te plaatsen, wat cruciaal is voor effectieve communicatie. In het Thais hebben we verschillende bijwoorden van tijd die ons helpen om specifieke momenten aan te geven, zoals "vandaag", "morgen" of "gisteren".
We zullen deze les op de volgende manier structureren:
- Wat zijn bijwoorden van tijd?
- Veelvoorkomende bijwoorden van tijd in het Thais
- Voorbeelden van het gebruik van bijwoorden van tijd in zinnen
- Oefeningen om het geleerde toe te passen
Wat zijn bijwoorden van tijd?
Bijwoorden van tijd zijn woorden die ons helpen te begrijpen wanneer een actie plaatsvindt. In het Thais worden deze bijwoorden vaak aan het begin of het einde van een zin geplaatst. Dit is een belangrijke grammaticale structuur die we moeten begrijpen om effectief te communiceren.
Veelvoorkomende bijwoorden van tijd in het Thais
Hier zijn enkele van de meest voorkomende bijwoorden van tijd in het Thais:
- วันนี้ (wan-níi) - vandaag
- เมื่อวาน (mêuu-wan) - gisteren
- พรุ่งนี้ (prûng-níi) - morgen
- ตอนนี้ (ton-níi) - nu
- บ่อยๆ (bàwy-bàwy) - vaak
- เสมอ (sà-məə) - altijd
- บางครั้ง (bang-khráang) - soms
- เมื่อไหร่ (mêuu-hàir) - wanneer
Hieronder volgt een tabel met voorbeelden van deze bijwoorden van tijd.
Thai | Pronunciation | Dutch |
---|---|---|
วันนี้ | wan-níi | vandaag |
เมื่อวาน | mêuu-wan | gisteren |
พรุ่งนี้ | prûng-níi | morgen |
ตอนนี้ | ton-níi | nu |
บ่อยๆ | bàwy-bàwy | vaak |
เสมอ | sà-məə | altijd |
บางครั้ง | bang-khráang | soms |
เมื่อไหร่ | mêuu-hàir | wanneer |
Voorbeelden van het gebruik van bijwoorden van tijd in zinnen
Laten we nu kijken naar enkele voorbeelden van hoe deze bijwoorden in zinnen worden gebruikt. Het is belangrijk om te begrijpen hoe ze de betekenis van de zin veranderen. Hier zijn 20 voorbeelden:
Thai | Pronunciation | Dutch |
---|---|---|
วันนี้ฉันไปตลาด | wan-níi chán bpai tà-làat | Vandaag ga ik naar de markt. |
เมื่อวานฉันไปทำการบ้าน | mûue-wan chán bpai tham gaan-bâan | Gisteren heb ik huiswerk gemaakt. |
พรุ่งนี้ฉันจะไปทะเล | prûng-níi chán jà bpai thá-lee | Morgen ga ik naar het strand. |
ตอนนี้ฉันกำลังอ่านหนังสือ | ton-níi chán gam-lang àan nǎng-sǔue | Nu ben ik een boek aan het lezen. |
ฉันไปตลาดบ่อยๆ | chán bpai tà-làat bàwy-bàwy | Ik ga vaak naar de markt. |
เขาเสมอซื้อด nieuwe kleren | khǎo sà-məə sʉ́ʉ dīw khráen | Hij koopt altijd nieuwe kleren. |
บางครั้งฉัน kijk naar de sterren | bang-khráang chán khʉ̂ʉk nà jà | Soms kijk ik naar de sterren. |
เมื่อไหร่คุณจะ komen? | mûue-hàir khun jà kóom? | Wanneer kom je? |
วันนี้เรามีประชุม | wan-níi rao mii bprà-chum | Vandaag hebben we een vergadering. |
เมื่อวานพวกเขามาที่นี่ | mûue-wan phûuak-khǎo maa thîi nîi | Gisteren kwamen ze hier. |
พรุ่งนี้เขาจะโทรศัพท์ | prûng-níi khǎo jà thoo-rá-sàp | Morgen zal hij bellen. |
ตอนนี้เราต้องรีบไป | ton-níi rao tɔ̂ng rîip bpai | Nu moeten we snel gaan. |
ฉันเสมอไปที่ห้องฟิตเนส | chán sà-məə bpai thîi hɔ̂ng fít-nét | Ik ga altijd naar de sportschool. |
บางครั้งเราไปดูหนัง | bang-khráang rao bpai duu nǎng | Soms gaan we naar de film. |
เมื่อไหร่คุณจะเรียนภาษาไทย? | mûue-hàir khun jà rian phaasǎa Thai? | Wanneer ga je Thais leren? |
วันนี้ฉันทำอาหาร | wan-níi chán tham aa-hǎan | Vandaag kook ik eten. |
เขามาที่บ้านเมื่อวาน | khǎo maa thîi bâan mûue-wan | Hij kwam gisteren naar huis. |
พรุ่งนี้เราจะไปเที่ยว | prûng-níi rao jà bpai thîao | Morgen gaan we uit. |
ตอนนี้ฉันรู้สึกดี | ton-níi chán rúu-sʉ̂k dii | Nu voel ik me goed. |
เขาไปทำงานบ่อยๆ | khǎo bpai tham ngaan bàwy-bàwy | Hij gaat vaak werken. |
Oefeningen om het geleerde toe te passen
Laten we nu aan de slag gaan met enkele oefeningen om te zien of je het concept van bijwoorden van tijd in het Thais goed begrijpt. Probeer elke oefening zelfstandig te maken en kijk dan naar de oplossingen hieronder.
Oefening 1: Vul de lege plekken in
Vul de lege plekken in met het juiste bijwoord van tijd:
1. ฉันจะไปตลาด _______ (vandaag).
2. เขา _______ (gisteren) kwam naar mijn huis.
3. เร _______ (morgen) gaan naar het strand.
Oefening 2: Vertaal de zinnen
Vertaal de volgende zinnen naar het Thais:
1. Ik lees nu een boek.
2. Morgen ga ik werken.
3. Vandaag heb ik gesport.
Oefening 3: Maak je eigen zinnen
Maak drie zinnen met elk een ander bijwoord van tijd. Probeer variatie aan te brengen in de zinnen.
Oefening 4: Kies het juiste bijwoord
Kies het juiste bijwoord van tijd voor de volgende zinnen:
1. Ik ga _______ (soms/vandaag) naar de markt.
2. _______ (Gisteren/Morgen) heb ik een film gezien.
3. _______ (Nu/Altijd) moet ik leren.
Oefening 5: Schrijf zinnen in de verleden tijd
Schrijf de volgende zinnen in de verleden tijd:
1. Vandaag ga ik naar school.
2. Ik koop altijd nieuwe kleren.
3. Morgen ga ik naar de supermarkt.
Oplossingen voor de oefeningen
Hier zijn de oplossingen voor de oefeningen:
Oefening 1:
1. วันนี้ (wan-níi)
2. เมื่อวาน (mêuu-wan)
3. พรุ่งนี้ (prûng-níi)
Oefening 2:
1. ตอนนี้ฉันอ่านหนังสือ (ton-níi chán àan nǎng-sǔue)
2. พรุ่งนี้ฉันจะไปทำงาน (prûng-níi chán jà bpai tham-ngaan)
3. วันนี้ฉันไปออกกำลังกาย (wan-níi chán bpai òk-gam-láng-gái)
Oefening 3:
- Voorbeeld zinnen:
1. วันนี้ฉันไปหามเหสี (wan-níi chán bpai hǎa mǎe-sǐ) - Vandaag ga ik mijn vriendin opzoeken.
2. บางครั้งเขาทำการบ้าน (bang-khráang khǎo tham gaan-bâan) - Soms maakt hij huiswerk.
3. เขาเสมอไปดูหนัง (khǎo sà-məə bpai duu nǎng) - Hij gaat altijd naar de film.
Oefening 4:
1. Ik ga soms naar de markt.
2. Gisteren heb ik een film gezien.
3. Nu moet ik leren.
Oefening 5:
1. วันนี้ฉันไปโรงเรียน (wan-níi chán bpai roong-rian) - Vandaag ging ik naar school.
2. เขาซื้อเสื้อผ้าเสมอ (khǎo sʉ́ʉ sʉ̂a-pâa sà-məə) - Hij kocht altijd nieuwe kleren.
3. พรุ่งนี้ฉันจะไปซูเปอร์มาร์เก็ต (prûng-níi chán jà bpai sū́-pə́ə-mâa-két) - Morgen ging ik naar de supermarkt.
Met deze les hoop ik dat je een goed begrip hebt gekregen van bijwoorden van tijd in het Thais. Oefen ze regelmatig en probeer ze in je gesprekken te gebruiken. Veel succes met je verdere studie van de Thaise taal!
Andere lessen
- Complete 0 tot A1 Thai cursus → Grammatica → Adjectieven
- Complete 0 tot A1 Thai-cursus → Grammatica → Onregelmatige werkwoorden
- 0 to A1 Course
- Complete 0 tot A1 cursus → Grammatica → Regelmatige Werkwoorden
- 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Negatieve Zinnen
- Complete 0 tot A1 Thai Cursus → Grammatica → Onderwerp en Werkwoord
- Complete 0 tot A1 Thai Cursus → Grammatica → Werkwoord 'Zijn'
- Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Vragen