Difference between revisions of "Language/Japanese/Vocabulary/Counting-Numbers-and-Time/nl"
m (Quick edit) |
m (Quick edit) |
||
Line 142: | Line 142: | ||
<span gpt></span> <span model=gpt-3.5-turbo></span> <span temperature=0.7></span> | <span gpt></span> <span model=gpt-3.5-turbo></span> <span temperature=0.7></span> | ||
==Andere lessen== | |||
* [[Language/Japanese/Vocabulary/Describing-People/nl|0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Beschrijving van Personen]] | |||
* [[Language/Japanese/Vocabulary/Greetings/nl|0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Begroetingen]] | |||
* [[Language/Japanese/Vocabulary/Introducing-Yourself-and-Others/nl|Introducing Yourself and Others]] | |||
{{Japanese-Page-Bottom}} | {{Japanese-Page-Bottom}} |
Latest revision as of 23:30, 24 May 2023
Tellen in het Japans[edit | edit source]
Het tellen van voorwerpen en mensen in het Japans kan soms wat verwarrend zijn voor mensen die deze taal niet begrijpen. In tegenstelling tot het Nederlands, heeft het Japans verschillende telwoorden voor verschillende soorten voorwerpen. Hieronder vind je enkele veelvoorkomende telwoorden in het Japans:
Japans | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
1 | ichi | een |
2 | ni | twee |
3 | san | drie |
4 | yon / shi | vier |
5 | go | vijf |
6 | roku | zes |
7 | shichi / nana | zeven |
8 | hachi | acht |
9 | kyuu / ku | negen |
10 | juu | tien |
Opmerking: voorwerpen worden niet geteld met ichi, maar met hitotsu. Hetzelfde geldt voor de cijfers 2 tot en met 10.
Tellen tot 100[edit | edit source]
Het tellen tot 100 in het Japans is vrij eenvoudig. Het enige wat je hoeft te doen is de eenheden combineren met de tientallen. Hier zijn enkele voorbeelden:
- 11 - juuichi
- 22 - nijuu ni
- 33 - sanjuu san
- 44 - yonjuu yon / shijuuyo
- 55 - gojuu go
- 66 - rokujuu roku
- 77 - nanajuu shichi / shichijuushichi
- 88 - hachijuu hachi
- 99 - kyuujuu kyuu / kujuuku
Tellen tot 1000[edit | edit source]
Het tellen tot 1000 in het Japans is vergelijkbaar met het tellen tot 100. Hier zijn enkele voorbeelden:
- 100 - hyaku
- 200 - nihyaku
- 300 - sanbyaku
- 400 - yonhyaku / shihyaku
- 500 - gohyaku
- 600 - roppyaku
- 700 - nanahyaku / shichihyaku
- 800 - happyaku
- 900 - kyuuhyaku / kuhyaku
- 1000 - sen
Tijd in het Japans[edit | edit source]
Het vertellen van de tijd in het Japans is vergelijkbaar met het Nederlands. Hier zijn enkele voorbeelden:
Japans | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
1:00 | ichiji | één uur |
2:00 | niji | twee uur |
3:00 | sanji | drie uur |
4:00 | yoji | vier uur |
5:00 | goji | vijf uur |
6:00 | rokuji | zes uur |
7:00 | shichiji | zeven uur |
8:00 | hachiji | acht uur |
9:00 | kuji | negen uur |
10:00 | juuji | tien uur |
11:00 | juuichiji | elf uur |
12:00 | juuniji | twaalf uur |
Minuten[edit | edit source]
Om minuten aan te geven, voeg je gewoon het aantal minuten toe na het uur. Hier zijn enkele voorbeelden:
- 1:30 - ichiji sanjuppun
- 2:45 - niji yonjuppun gofun
- 3:20 - sanji nijuppun
- 4:55 - yoji gojuppun gofun
Halve en kwartieren[edit | edit source]
In het Japans is er een speciaal woord voor het aangeven van halve en kwartieren. Hier zijn enkele voorbeelden:
- 3:15 - sanji juugofun
- 4:30 - yoji sanjuppun
- 5:45 - goji yonjuppun gofun
- 6:15 - rokuji juugofun
Praktische toepassingen[edit | edit source]
Nu je weet hoe je moet tellen en de tijd moet aangeven in het Japans, kun je deze kennis toepassen in praktische situaties, zoals het bestellen van eten in een restaurant of het vragen naar de tijd op straat.
- Excuseert u mij, hoe laat is het? - Sumimasen, nanji desu ka?
- Het is tien uur. - Juuji desu.
- Mag ik de rekening alstublieft? - Okaikei onegaishimasu.
- Ik wil graag een portie rijst bestellen. - Gohan wo hitotsu kudasai.
Conclusie[edit | edit source]
Het tellen van nummers en de tijd aangeven in het Japans kan in het begin wat lastig zijn, maar oefening baart kunst. Door deze woorden te oefenen en toe te passen in praktische situaties, zul je al snel beter worden in het gebruik van deze essentiële Japanse taalvaardigheden.
Andere lessen[edit | edit source]
- 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Beschrijving van Personen
- 0 tot A1 Cursus → Woordenschat → Begroetingen
- Introducing Yourself and Others