Correções

Hoi iedereen!

Ik ben nieuw op dit site, maar ik heb voor zes maanden Nederlands geleerd!

Ik hou van Engels dichtwerken, zoals jullie misschien zullen zien.

Ik hoop jullie allemaal deze verhaal leuke vinden :) Het was een koud en donker nacht op Mooilijk Straat, alles waren rustig, zelfs de luidruchtig kat.

Binnen een van de huizen van deze alledaagse straat, een man ligt op zijn bed, veel lawaai komt uit zijn neus.

Opeens, uit de deur komt een spooktig kleine geluid, drie tapen sprong om de huis heen.

De man opwekt, kijken snellijk om de ruim.

"Er moet iemand dichtbij de deur zijn, willen om mij te praat naar, en misschien een oude vriend van mij, het moet wat dit is zijn.

Dat moet wat dit is zijn, en niks meer." En met een groot "DONK" van zijn hoofd, 'ie viel in slapen, vergeten helemaal dat hij gewekt.

Toen, een andere geluid kwam uit de deur, de ogen van de man openen langzamelijk met vrees.

Zijn adem stopt, te angstig om te opgaan.

Liggen op de bed nog, hij begint te zeg, "Het spijt me, aardige gast, jouw vergevenis ik echte willen.

Ik heb niet de deur geopent want, jij ziet, ik heb net gevallen vast in slapen, en zo rustigelijk heb jij op mijn deur komt kloppen, ik denk dat ik amper je horen!" Toen kwam hij langzamelijk naar zijn deur lopen, rekenen elke stap 'ie gemaakt. Er was het. De deur.

"Wat zou zullen ik doen?" Gedenkt hij, zijn zorgelijk hand komt naar zijn bespookt deur.

Hij gewerpd opeens toen zijn deur open.

Donkerheid er, en niks meer.

Ik heb duidelijk sommige van "The Raven" nemen, en misschien een beetje van het opening van "Paul Clifford".

Nu, verbeter mijn woorden!