सुधार

Text from babak1981 - Nederlands

  • .......

  • Ik,Noemie, ben vriendin van Lili.
  • Ik ben zelf haar beste vriendin.
  • Dat ist ze, dat hebt het aan mij gezegen.
  • (that is her that he said it to me) 'S morgens, wanneer ik op de school kome aan, Lili rent aan mij, roepend: "Noemie, kom om te spelen!" Ze rent sneler dan ik.
  • Ik kan haar bijna nooit vangen.
  • (reach to her) Eindelijk, ik ben root als de tomaat en ik heb lust om eenmal te stoppen.
  • (I would like to stop)

PLEASE, HELP TO CORRECT EACH SENTENCE! - Nederlands