Language/Swedish/Grammar/Demonstrative-pronouns/nl
< Language | Swedish | Grammar | Demonstrative-pronouns
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Translate to: Հայերէն Български език 官话 官話 Hrvatski jezik Český jazyk
Nederlands
English Suomen kieli Français Deutsch עברית हिन्दी Magyar Bahasa Indonesia فارسی Italiano 日本語 Қазақ тілі 한국어 Lietuvių kalba Νέα Ελληνικά Şimali Azərbaycanlılar Język polski Português Limba Română Русский язык Српски Español العربية القياسية Wikang Tagalog தமிழ் ภาษาไทย Türkçe Українська мова Urdu Tiếng ViệtRate this lesson:
Demonstratieve voornaamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
Demonstratieve voornaamwoorden zijn woorden die worden gebruikt om te wijzen op bepaalde dingen of personen. In het Zweeds zijn er twee soorten demonstratieve voornaamwoorden: "den/det" en "denna/detta".
"Den/det"[bewerken | brontekst bewerken]
"DEN" wordt gebruikt voor mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden en "DET" wordt gebruikt voor onzijdige zelfstandige naamwoorden.
Zweeds | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
den (mannelijk) | /den/ | de |
det (onzijdig) | /det/ | het |
Voorbeeld:
- Den här bilen (deze auto)
- Det här huset (dit huis)
"Denna/detta"[bewerken | brontekst bewerken]
"DENNA" wordt gebruikt voor mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden en "DETTA" wordt gebruikt voor onzijdige zelfstandige naamwoorden.
Zweeds | Uitspraak | Nederlands |
---|---|---|
denna (mannelijk) | /denna/ | deze |
detta (onzijdig) | /dɛta/ | dit |
Voorbeeld:
- Denna bok (dit boek)
- Detta bord (dit tafel)
Oefeningen[bewerken | brontekst bewerken]
- Vertaal de volgende zinnen naar het Zweeds:
- Dit huis is groot.
- Deze auto is snel.
- Dat boek is interessant.
- Die tafel is oud.
- Vertaal de volgende zinnen naar het Nederlands:
- Den här bilden är vacker.
- Det här äpplet är rött.
- Denna flicka är intelligent.
- Detta rum är rent.
Conclusie[bewerken | brontekst bewerken]
In deze les heb je geleerd hoe je demonstratieve voornaamwoorden kunt gebruiken in het Zweeds om te wijzen op bepaalde dingen of personen. Oefen met de voorbeelden en probeer ze in zinnen te gebruiken om je Zweeds te verbeteren.