Language/Czech/Grammar/Introduction-to-Nouns/nl
Հայերէն
Български език
官话
官話
Hrvatski jezik
Nederlands
English
Suomen kieli
Français
Deutsch
עברית
हिन्दी
Magyar
Bahasa Indonesia
فارسی
Italiano
日本語
Қазақ тілі
한국어
Lietuvių kalba
Νέα Ελληνικά
Şimali Azərbaycanlılar
Język polski
Português
Limba Română
Русский язык
Српски
Español
العربية القياسية
Svenska
Wikang Tagalog
தமிழ்
ภาษาไทย
Türkçe
Українська мова
Urdu
Tiếng Việt
Welkom bij de eerste les van onze Tsjechische cursus! In deze les gaan we ons concentreren op zelfstandige naamwoorden, een essentieel onderdeel van de Tsjechische taal. Aan het einde van deze les zul je het geslacht van zelfstandige naamwoorden kunnen herkennen, weten hoe je enkelvoudige en meervoudige zelfstandige naamwoorden kunt vervoegen en hoe je verschillende naamvallen kunt gebruiken.
Geslacht van zelfstandige naamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
In het Tsjechisch hebben zelfstandige naamwoorden drie verschillende geslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Het geslacht van een zelfstandig naamwoord bepaalt welke uitgangen het woord heeft en welke lidwoorden en voornaamwoorden gebruikt moeten worden. Helaas is er geen regel die het geslacht van een zelfstandig naamwoord voorspelt en moet je het gewoon leren.
Hieronder vind je een tabel met enkele voorbeelden van elk geslacht:
| Tsjechisch | Uitspraak | Nederlands |
|---|---|---|
| muž | moezj | man |
| žena | zjena | vrouw |
| auto | auto | auto |
| jablko | jabloko | appel |
| okno | okno | raam |
| hory | horie | bergen |
Enkelvoudige en meervoudige zelfstandige naamwoorden[bewerken | brontekst bewerken]
In het Tsjechisch kunnen zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud of meervoud staan. De meervoudsvormen kunnen verschillen afhankelijk van het geslacht van het zelfstandig naamwoord en de uitgang van het woord. Hieronder vind je een tabel met enkele voorbeelden:
| Enkelvoud | Meervoud |
|---|---|
| auto | auta |
| kolo | kola |
| jablko | jablka |
| kniha | knihy |
| hory | hory |
Naamvallen[bewerken | brontekst bewerken]
In het Tsjechisch worden naamvallen gebruikt om de relatie tussen verschillende woorden in een zin aan te geven. Er zijn zeven verschillende naamvallen in het Tsjechisch: nominatief, genitief, datief, accusatief, vocatief, locatief en instrumentalis. Het is belangrijk om te weten welke naamval je moet gebruiken om correct te kunnen communiceren. Hieronder vind je een tabel met de zeven naamvallen en wanneer ze worden gebruikt:
| Naamval | Gebruik |
|---|---|
| nominatief | onderwerp van de zin |
| genitief | bezit of hoeveelheid |
| datief | indirect object, na voorzetsels |
| accusatief | direct object van de zin |
| vocatief | aanspreking van een persoon of ding |
| locatief | locatie waar iets plaatsvindt |
| instrumentalis | middel waarmee iets wordt gedaan |
We hopen dat deze les je heeft geholpen om de basis van Tsjechische zelfstandige naamwoorden te begrijpen. Blijf oefenen en blijf leren!