Language/Dutch/Vocabulary/Animal
Hello everybody,
In today's lesson you will learn some useful vocabulary about ANIMALS in Dutch.
Feel free to edit this page by adding new words !
Good learning! :)
. Here we will present you with a wide variety of vocabulary for animals in the Dutch Language.
Hier presenteren wij je een gevarieerde woordenschat voor dieren in de Nederlandse taal.
Pets - huisdieren
Hamster - hamster
Cat - kat/poes
Kitten - kitten
Dog - hond
Puppy - puppy
Guinea pig - cavia
Parakeet - parkiet
Bunny - konijn
Parrot - papegaai
Canary - kanarie
Goldfish - goudvis
Mouse - muis
Mice - muizen
Rat(s) - rat(ten)
Farm animals - boerderijdieren
Rooster - haan
Chicken(s) - kip(pen)
Chick - kuiken
Bull - stier
Cow(s) - koe(ien)
Calf - kalf
Pig - varken
Piglet - big
Horse - paard
Stallion - hengst
Mare - merrie
Foal/Filly - veulen
Buck - ram
Sheep - schaap (multiple is "schapen")
Lamb - lam
Goat - geit
Goose - gans
Geese - ganzen
Goose chick - ganzenkuiken
Duck(s) - eend(en)
Duckling - kuiken
Donkey(s) - ezel(s)
Foal - ezelsveulen
Indegenous Animals - Inheemse dieren
Bat - Vleermuis
Frog - Kikker
Squirrel - Eekhoorn
Lizard - Hagedis
Butterfly - Vlinder
Moth - Mot
Hedgehog - Egel
Fox - Vos
Beaver - Bever
Badger - Das
Deer - Hert
Marmot - Marmot
Hare - Haas
Stoat - Hermelijn
Mole - Mol
Otter - Otter
Beech Marten - Steenmarter
Weasel - Wezel
Boar - Everzwijn
Birds - Vogels
Blackbird - Merel
Owl - Uil
Great Cormorant - Aalscholver
Grey Heron - Blauwe reiger
Swallow - Zwaluw
Gull - Meeuw
Magpie - Ekster
Pheasant - Fazant
Jay - (Vlaamse) Gaai
Grebe - Fuut
Woodpecker - Specht
Dove - Duif
Sparrow - Mus
Crow - Kraai
Jackdaw - Kauw
Lapwing - Kievit
Swan - Zwaan
Tit - Mees
Nightingale - Nachtegaal
Stork - Ooievaar
Robin - Roodborst
Starling - Spreeuw
Chaffinch - Vink
Wren - Winterkoninkje
Birds of prey - Roofvogels
Buzzard - Buizerd
Kestrel - Valk
Vulture - Gier
Eagle - Arend/Adelaar
Falcon - Valk
Goshawk - Havik
Zoo animals - Dieren uit de Dierentuin
Panda - panda
Ostrich - struisvogel
Pelican - pelikaan
Bear - beer
Penguin - pinguïn
Kangaroo - kangaroe
Hippo - nijlpaard
Zebra - zebra
Rhino - neushoorn
Polar bear - Ijsbeer
Camel - Kameel
Gorilla - gorilla
Snake - slang
Crocodile - krokodil
Turtle - schildpad
Lion - leeuw
Tiger - tijger
Monkey - aap
Wolf - wolf
Giraffe - giraffe
Elephant - olifant
Marine animals - zeedieren
Seal - zeehond
Sea lion - zeeleeuw
Killer whale/orca - orka
Dolphin - dolfijn
Seaturtle - zeeschildpad
Whale - walvis
Shark - haai
Hammerhead shark - hamerhaai
White shark - witte haai
Fish - vis
Walrus - walrus
Seahorse - zeepaardje
Ray - rog