Difference between revisions of "Language/Portuguese/Vocabulary/Physical-Descriptions/nl"

From Polyglot Club WIKI
Jump to navigation Jump to search
m (Quick edit)
m (Quick edit)
 
Line 1: Line 1:


{{Portuguese-Page-Top}}
{{Portuguese-Page-Top}}
<div class="pg_page_title"><span lang>[[Language/Portuguese/nl|Portugees]] </span> → <span cat>[[Language/Portuguese/Vocabulary/nl|Woordenschat]]</span> → <span level>[[Language/Portuguese/Grammar/0-to-A1-Course/nl|0 tot A1 Cursus]]</span> → <span title>Fysieke Beschrijvingen</span></div>
== Inleiding ==
Welkom bij de les over '''Fysieke Beschrijvingen''' in het Portugees! In deze les gaan we ons richten op het beschrijven van het uiterlijk van mensen met behulp van bijvoeglijke naamwoorden en basiswoordenschat. Fysieke beschrijvingen zijn cruciaal in elke taal, omdat ze ons helpen om anderen beter te begrijpen en onszelf duidelijk te maken. Of je nu iemand wilt beschrijven aan een vriend of je wilt deelnemen aan een gesprek, deze vaardigheden zijn van groot belang.
Tijdens deze les zullen we:
* De belangrijkste bijvoeglijke naamwoorden leren die we gebruiken om het uiterlijk te beschrijven.


<div class="pg_page_title"><span lang>Portugees</span> → <span cat>Woordenschat</span> → <span level>[[Language/Portuguese/Grammar/0-to-A1-Course/nl|0 tot A1-cursus]]</span> → <span title>Fysieke Beschrijvingen</span></div>
* Voorbeelden geven van hoe deze woorden in zinnen gebruikt worden.


__TOC__
* Oefeningen doen om je vaardigheden te versterken en het geleerde in de praktijk te brengen.


== Inleiding ==
Laten we beginnen met het verkennen van de wereld van fysieke beschrijvingen in het Portugees!


In deze les leer je hoe je mensen kunt beschrijven aan de hand van hun uiterlijk. We gaan gebruik maken van adjectieven en basiswoordenschat. Als je deze les hebt afgerond, kun je een eenvoudige beschrijving geven van iemands fysieke kenmerken. Deze les is geschikt voor beginners die het Portugees willen leren en die zich willen ontwikkelen tot niveau A1.
__TOC__


== Adjectieven voor fysieke beschrijving ==
=== Basisbijvoeglijke naamwoorden ===


Hieronder vind je een lijst met adjectieven die je kunt gebruiken om mensen te beschrijven. De woorden zijn gerangschikt op alfabetische volgorde.
Bijvoeglijke naamwoorden zijn woorden die eigenschappen van een zelfstandig naamwoord beschrijven. In ons geval beschrijven we het uiterlijk van mensen. Hier zijn enkele belangrijke bijvoeglijke naamwoorden die je moet kennen:


{| class="wikitable"
{| class="wikitable"
! Portugees !! Uitspraak !! Nederlands
! Portugees !! Uitspraak !! Nederlands
|-
|-
| alto || ahl-too || lang
 
| alto || ˈaw.tu || lang
 
|-
|-
| baixo || ba-ee-shoo || kort
 
| baixo || ˈbai.ʃu || kort
 
|-
|-
| bonito || boh-nee-too || knap
 
| bonito || boˈnitu || mooi
 
|-
|-
| branco || brahn-koo || wit
 
| feio || ˈfeju || lelijk
 
|-
|-
| castanho || kah-stahn-yoo || bruin
 
| magro || ˈmaɡɾu || mager
 
|-
|-
| claro || klah-roh || licht
 
| gordo || ˈɡoɾdu || dik
 
|-
|-
| escuro || ess-koo-roh || donker
 
| jovem || ˈʒo.vẽ || jong
 
|-
|-
| feio || fay-oo || lelijk
 
| velho || ˈveʎu || oud
 
|-
 
| cabelo || kaˈbe.lu || haar
 
|-
 
| olhos || ˈoʎus || ogen
 
|-
 
| claro || ˈkla.ɾu || licht
 
|-
 
| escuro || esˈku.ɾu || donker
 
|-
|-
| forte || fohr-teh || sterk
 
| liso || ˈli.zu || steil
 
|-
|-
| fraco || frah-koh || zwak
 
| encaracolado || ẽkaɾakuˈla.du || krullend
 
|-
|-
| gordo || gohr-doo || dik
 
| pele || ˈpe.lɪ || huid
 
|-
|-
| magro || mah-groh || dun
 
| simpático || sɪ̃ˈpa.tʃiku || sympathiek
 
|-
|-
| novo || noh-voh || jong
 
| antipático || ɐ̃tʃiˈpa.tʃiku || onsympathiek
 
|-
|-
| velho || veh-lhoh || oud
 
| forte || ˈfɔʁtʃi || sterk
 
|-
|-
| vermelho || vehr-mehl-yoh || rood
 
| fraco || ˈfɾa.ku || zwak
 
|-
 
| bonito || boˈnitu || mooi
 
|-
 
| atraente || atɾaˈẽtʃi || aantrekkelijk
 
|}
|}


== Basiswoordenschat voor fysieke beschrijving ==
Met deze bijvoeglijke naamwoorden kun je een breed scala aan fysieke beschrijvingen geven. Laten we nu kijken naar hoe we deze woorden in zinnen kunnen gebruiken.
 
=== Voorbeelden van zinnen ===
 
Hier zijn enkele voorbeelden van hoe je bijvoeglijke naamwoorden kunt gebruiken om mensen te beschrijven:
 
{| class="wikitable"
 
! Portugees !! Uitspraak !! Nederlands
 
|-
 
| Ele é alto. || eɪˈlɛ e ˈaw.tu || Hij is lang.
 
|-
 
| Ela é baixa. || ˈɛ.lɐ e ˈbai.ʃɐ || Zij is kort.
 
|-
 
| O homem é bonito. || u ˈɒ.mẽ e boˈnitu || De man is mooi.
 
|-
 
| A mulher é feia. || ɐ muˈʎɛʁ e ˈfeɪ.ɐ || De vrouw is lelijk.
 
|-
 
| Ele é magro. || eɪˈlɛ e ˈma.ɡɾu || Hij is mager.
 
|-
 
| Ela é gorda. || ˈɛ.lɐ e ˈɡoɾ.dɐ || Zij is dik.
 
|-
 
| Ele é jovem. || eɪˈlɛ e ˈʒo.vẽ || Hij is jong.
 
|-
 
| Ela é velha. || ˈɛ.lɐ e ˈveʎ.ɐ || Zij is oud.
 
|-
 
| Ele tem cabelo liso. || eɪl eĩ ˈka.bɛ.lu ˈli.zu || Hij heeft steil haar.


Naast adjectieven kun je ook basiswoordenschat gebruiken om mensen te beschrijven. Hieronder vind je een lijst met enkele veelvoorkomende woorden.
|-


* haar (cabelo)
| Ela tem cabelo encaracolado. || ˈɛ.lɐ eĩ kaˈbe.lu ẽkaɾakuˈla.du || Zij heeft krullend haar.
* ogen (olhos)
* huid (pele)
* gezicht (rosto)
* neus (nariz)
* mond (boca)


== Voorbeelden ==
|-


Hieronder vind je een aantal voorbeelden van hoe je de woordenschat en adjectieven kunt combineren om een persoon te beschrijven:
| Ele tem olhos claros. || eɪl eĩ ˈoʎus ˈkla.ɾu || Hij heeft lichte ogen.
 
|-
 
| Ela tem olhos escuros. || ˈɛ.lɐ eĩ ˈoʎus esˈku.ɾu || Zij heeft donkere ogen.
 
|-
 
| Ele é forte. || eɪˈlɛ e ˈfɔʁ.tʃi || Hij is sterk.
 
|-
 
| Ela é fraca. || ˈɛ.lɐ e ˈfɾa.ka || Zij is zwak.


{| class="wikitable"
! Beschrijving !! Portugees !! Uitspraak !! Nederlands
|-
|-
| Een knappe vrouw met lang, bruin haar. || Uma mulher bonita, com cabelo castanho e comprido. || ooh-mah moo-yehr boh-nee-tah, kohm kah-beh-loh kah-stahn-yoo ee kohm-pree-doh. || Een mooie vrouw met lang, bruin haar.
 
| Ele é simpático. || eɪˈlɛ e sɪ̃ˈpa.tʃiku || Hij is sympathiek.
 
|-
|-
| Een oude man met een dun gezicht en grijze ogen. || Um homem velho com um rosto magro e olhos cinzentos. || oohm oh-mehm vehl-yoo kohm oong roh-stoo mah-groh ee oh-lyoos seen-zehn-toosh || Een oude man met een dun gezicht en grijze ogen.
 
| Ela é antipática. || ˈɛ.lɐ e ɐ̃tʃiˈpa.tʃiku || Zij is onsympathiek.
 
|-
|-
| Een jonge vrouw met een dikke buik en rood haar. || Uma jovem mulher com uma barriga gorda e cabelo vermelho. || ooh-mah zhoh-vehm moo-yehr kohm oong bah-hee-gah gohr-dah ee kah-beh-loh vehr-mehl-yoh || Een jonge vrouw met een dikke buik en rood haar.
 
| Ele é atraente. || eɪˈlɛ e atɾaˈẽtʃi || Hij is aantrekkelijk.
 
|}
|}


== Oefeningen ==
Met deze voorbeelden heb je een goed idee van hoe je fysieke beschrijvingen kunt gebruiken in het Portugees. Laten we nu wat oefeningen doen om je vaardigheden te verbeteren!
 
=== Oefeningen ===
 
Hier zijn enkele oefeningen die je kunt doen om je kennis te testen en te versterken:
 
==== Oefening 1: Vul de lege plekken in ====
 
Vul de lege plekken in met de juiste bijvoeglijke naamwoorden uit de lijst:


* Beschrijf een persoon met behulp van minimaal drie adjectieven en twee basiswoordenschat woorden.
* alto
* Beschrijf een beroemdheid naar keuze in het Portugees.
* Schrijf een korte paragraaf over het uiterlijk van een familielid of vriend.


== Conclusie ==
* baixo


In deze les heb je geleerd hoe je mensen kunt beschrijven aan de hand van hun uiterlijk. Je hebt kennisgemaakt met adjectieven en basiswoordenschat. Je kunt nu eenvoudige beschrijvingen geven van fysieke kenmerken. Ga door met het oefenen van deze woorden en zinnen om je vaardigheden verder te ontwikkelen.
* bonito
 
* feio
 
* magro
 
* gordo
 
1. João é ______.
 
2. Maria é ______.
 
3. O gato é ______.
 
4. A casa é ______.
 
5. O cachorro é ______.
 
''Oplossingen:''
 
1. alto
 
2. baixa
 
3. bonito
 
4. feio
 
5. gordo
 
==== Oefening 2: Maak zinnen ====
 
Maak volledige zinnen met de gegeven woorden:
 
1. (ele / jovem)
 
2. (ela / bonita)
 
3. (eles / magros)
 
4. (nós / fortes)
 
5. (você / feio)
 
''Oplossingen:''
 
1. Ele é jovem.
 
2. Ela é bonita.
 
3. Eles são magros.
 
4. Nós somos fortes.
 
5. Você é feio.
 
==== Oefening 3: Vertaal naar het Portugees ====
 
Vertaal de volgende zinnen naar het Portugees:
 
1. Hij is oud.
 
2. Zij heeft donker haar.
 
3. Hij is sterk.
 
4. Zij is aantrekkelijk.
 
5. Hij heeft lichte ogen.
 
''Oplossingen:''
 
1. Ele é velho.
 
2. Ela tem cabelo escuro.
 
3. Ele é forte.
 
4. Ela é atraente.
 
5. Ele tem olhos claros.
 
==== Oefening 4: Beschrijf een vriend ====
 
Schrijf een korte beschrijving van een vriend of vriendin met behulp van ten minste vijf bijvoeglijke naamwoorden.
 
''Oplossing'': (Voorbeeld)
 
Mijn vriend is lang, mager, heeft steil haar en is sympathiek. Hij is 25 jaar oud.
 
==== Oefening 5: Kies het juiste bijvoeglijke naamwoord ====
 
Kies het juiste bijvoeglijke naamwoord om de zin te voltooien:
 
1. Hij heeft ______ (steile / krullende) haren.
 
2. Zij is ______ (mooi / lelijk).
 
3. Hij is ______ (oud / jong).
 
4. Zij is ______ (dun / dik).
 
5. Hij is ______ (sterk / zwak).
 
''Oplossingen:''
 
1. steile
 
2. mooi
 
3. jong
 
4. dik
 
5. sterk
 
==== Oefening 6: Vraag en antwoord ====
 
Stel je voor dat je iemand ontmoet. Vraag naar hun uiterlijk en beschrijf jezelf. Gebruik de onderstaande vragen:
 
1. Hoe oud ben je?
 
2. Hoe lang ben je?
 
3. Heb je licht of donker haar?
 
4. Hoe beschrijf je jezelf?
 
''Oplossingen'': (Voorbeeld)
 
Vraag: Hoe oud ben je?
 
Antwoord: Ik ben 30 jaar oud.
 
==== Oefening 7: Voltooi de zin ====
 
Voltooi de zin met het juiste bijvoeglijke naamwoord:
 
1. De vrouw is ______.
 
2. De man is ______.
 
3. Het kind is ______.
 
4. De hond is ______.
 
5. De kat is ______.
 
''Oplossingen:''
 
1. mooi
 
2. sterk
 
3. jong
 
4. dik
 
5. mager
 
==== Oefening 8: Schrijf een kort verhaal ====
 
Schrijf een kort verhaal van 3-5 zinnen waarin je iemand beschrijft met verschillende bijvoeglijke naamwoorden.
 
''Oplossing'': (Voorbeeld)
 
Er was eens een jonge vrouw die erg mooi was. Ze had lang, steil haar en helderblauwe ogen. Iedereen in het dorp vond haar sympathiek en vriendelijk.
 
==== Oefening 9: Luister en schrijf op ====
 
Vraag een vriend om een beschrijving van iemand te geven. Schrijf wat je hoort en probeer het te vertalen naar het Portugees.
 
''Oplossing'': (Voorbeeld)
 
Mijn vriend beschrijft een jongen die lang en mager is met krullend haar. Hij zegt dat hij oud is en sterk.
 
==== Oefening 10: Spelletjes met bijvoeglijke naamwoorden ====
 
Speel een spel waarbij je andere studenten moet beschrijven zonder hun naam te noemen. Gebruik bijvoeglijke naamwoorden en laat anderen raden wie je beschrijft.
 
''Oplossing'': Dit is een groepsactiviteit en kan niet van tevoren worden opgelost.
 
Met deze oefeningen kun je je kennis van fysieke beschrijvingen in het Portugees verder ontwikkelen. Blijf oefenen en je zult snel comfortabeler worden met het gebruik van deze nieuwe vocabulaire. Veel succes en tot de volgende les!


{{#seo:
{{#seo:
|title=Portugese Woordenschat 0 tot A1-cursus: Fysieke Beschrijvingen
 
|keywords=Portugees, woordenschat, adjectieven, basiswoordenschat, fysieke beschrijvingen, A1-cursus
|title=Fysieke Beschrijvingen in het Portugees
|description=Leer hoe je mensen kunt beschrijven aan de hand van hun uiterlijk in het Portugees. In deze les leer je adjectieven en basiswoordenschat die geschikt zijn voor beginners.
 
|keywords=Portugees, vocabulaire, fysieke beschrijvingen, bijvoeglijke naamwoorden, beginners
 
|description=In deze les leer je hoe je het uiterlijk van mensen kunt beschrijven met behulp van bijvoeglijke naamwoorden en basiswoorden in het Portugees.
 
}}
}}


{{Portuguese-0-to-A1-Course-TOC-nl}}
{{Template:Portuguese-0-to-A1-Course-TOC-nl}}


[[Category:Course]]
[[Category:Course]]
Line 95: Line 409:
[[Category:0-to-A1-Course]]
[[Category:0-to-A1-Course]]
[[Category:Portuguese-0-to-A1-Course]]
[[Category:Portuguese-0-to-A1-Course]]
<span gpt></span> <span model=gpt-3.5-turbo></span> <span temperature=0.7></span>
<span openai_correct_model></span> <span gpt></span> <span model=gpt-4o-mini></span> <span temperature=0.7></span>





Latest revision as of 10:24, 11 August 2024


Portuguese-europe-brazil-polyglotclub.png
Portugees Woordenschat0 tot A1 CursusFysieke Beschrijvingen

Inleiding[edit | edit source]

Welkom bij de les over Fysieke Beschrijvingen in het Portugees! In deze les gaan we ons richten op het beschrijven van het uiterlijk van mensen met behulp van bijvoeglijke naamwoorden en basiswoordenschat. Fysieke beschrijvingen zijn cruciaal in elke taal, omdat ze ons helpen om anderen beter te begrijpen en onszelf duidelijk te maken. Of je nu iemand wilt beschrijven aan een vriend of je wilt deelnemen aan een gesprek, deze vaardigheden zijn van groot belang.

Tijdens deze les zullen we:

  • De belangrijkste bijvoeglijke naamwoorden leren die we gebruiken om het uiterlijk te beschrijven.
  • Voorbeelden geven van hoe deze woorden in zinnen gebruikt worden.
  • Oefeningen doen om je vaardigheden te versterken en het geleerde in de praktijk te brengen.

Laten we beginnen met het verkennen van de wereld van fysieke beschrijvingen in het Portugees!

Basisbijvoeglijke naamwoorden[edit | edit source]

Bijvoeglijke naamwoorden zijn woorden die eigenschappen van een zelfstandig naamwoord beschrijven. In ons geval beschrijven we het uiterlijk van mensen. Hier zijn enkele belangrijke bijvoeglijke naamwoorden die je moet kennen:

Portugees Uitspraak Nederlands
alto ˈaw.tu lang
baixo ˈbai.ʃu kort
bonito boˈnitu mooi
feio ˈfeju lelijk
magro ˈmaɡɾu mager
gordo ˈɡoɾdu dik
jovem ˈʒo.vẽ jong
velho ˈveʎu oud
cabelo kaˈbe.lu haar
olhos ˈoʎus ogen
claro ˈkla.ɾu licht
escuro esˈku.ɾu donker
liso ˈli.zu steil
encaracolado ẽkaɾakuˈla.du krullend
pele ˈpe.lɪ huid
simpático sɪ̃ˈpa.tʃiku sympathiek
antipático ɐ̃tʃiˈpa.tʃiku onsympathiek
forte ˈfɔʁtʃi sterk
fraco ˈfɾa.ku zwak
bonito boˈnitu mooi
atraente atɾaˈẽtʃi aantrekkelijk

Met deze bijvoeglijke naamwoorden kun je een breed scala aan fysieke beschrijvingen geven. Laten we nu kijken naar hoe we deze woorden in zinnen kunnen gebruiken.

Voorbeelden van zinnen[edit | edit source]

Hier zijn enkele voorbeelden van hoe je bijvoeglijke naamwoorden kunt gebruiken om mensen te beschrijven:

Portugees Uitspraak Nederlands
Ele é alto. eɪˈlɛ e ˈaw.tu Hij is lang.
Ela é baixa. ˈɛ.lɐ e ˈbai.ʃɐ Zij is kort.
O homem é bonito. u ˈɒ.mẽ e boˈnitu De man is mooi.
A mulher é feia. ɐ muˈʎɛʁ e ˈfeɪ.ɐ De vrouw is lelijk.
Ele é magro. eɪˈlɛ e ˈma.ɡɾu Hij is mager.
Ela é gorda. ˈɛ.lɐ e ˈɡoɾ.dɐ Zij is dik.
Ele é jovem. eɪˈlɛ e ˈʒo.vẽ Hij is jong.
Ela é velha. ˈɛ.lɐ e ˈveʎ.ɐ Zij is oud.
Ele tem cabelo liso. eɪl eĩ ˈka.bɛ.lu ˈli.zu Hij heeft steil haar.
Ela tem cabelo encaracolado. ˈɛ.lɐ eĩ kaˈbe.lu ẽkaɾakuˈla.du Zij heeft krullend haar.
Ele tem olhos claros. eɪl eĩ ˈoʎus ˈkla.ɾu Hij heeft lichte ogen.
Ela tem olhos escuros. ˈɛ.lɐ eĩ ˈoʎus esˈku.ɾu Zij heeft donkere ogen.
Ele é forte. eɪˈlɛ e ˈfɔʁ.tʃi Hij is sterk.
Ela é fraca. ˈɛ.lɐ e ˈfɾa.ka Zij is zwak.
Ele é simpático. eɪˈlɛ e sɪ̃ˈpa.tʃiku Hij is sympathiek.
Ela é antipática. ˈɛ.lɐ e ɐ̃tʃiˈpa.tʃiku Zij is onsympathiek.
Ele é atraente. eɪˈlɛ e atɾaˈẽtʃi Hij is aantrekkelijk.

Met deze voorbeelden heb je een goed idee van hoe je fysieke beschrijvingen kunt gebruiken in het Portugees. Laten we nu wat oefeningen doen om je vaardigheden te verbeteren!

Oefeningen[edit | edit source]

Hier zijn enkele oefeningen die je kunt doen om je kennis te testen en te versterken:

Oefening 1: Vul de lege plekken in[edit | edit source]

Vul de lege plekken in met de juiste bijvoeglijke naamwoorden uit de lijst:

  • alto
  • baixo
  • bonito
  • feio
  • magro
  • gordo

1. João é ______.

2. Maria é ______.

3. O gato é ______.

4. A casa é ______.

5. O cachorro é ______.

Oplossingen:

1. alto

2. baixa

3. bonito

4. feio

5. gordo

Oefening 2: Maak zinnen[edit | edit source]

Maak volledige zinnen met de gegeven woorden:

1. (ele / jovem)

2. (ela / bonita)

3. (eles / magros)

4. (nós / fortes)

5. (você / feio)

Oplossingen:

1. Ele é jovem.

2. Ela é bonita.

3. Eles são magros.

4. Nós somos fortes.

5. Você é feio.

Oefening 3: Vertaal naar het Portugees[edit | edit source]

Vertaal de volgende zinnen naar het Portugees:

1. Hij is oud.

2. Zij heeft donker haar.

3. Hij is sterk.

4. Zij is aantrekkelijk.

5. Hij heeft lichte ogen.

Oplossingen:

1. Ele é velho.

2. Ela tem cabelo escuro.

3. Ele é forte.

4. Ela é atraente.

5. Ele tem olhos claros.

Oefening 4: Beschrijf een vriend[edit | edit source]

Schrijf een korte beschrijving van een vriend of vriendin met behulp van ten minste vijf bijvoeglijke naamwoorden.

Oplossing: (Voorbeeld)

Mijn vriend is lang, mager, heeft steil haar en is sympathiek. Hij is 25 jaar oud.

Oefening 5: Kies het juiste bijvoeglijke naamwoord[edit | edit source]

Kies het juiste bijvoeglijke naamwoord om de zin te voltooien:

1. Hij heeft ______ (steile / krullende) haren.

2. Zij is ______ (mooi / lelijk).

3. Hij is ______ (oud / jong).

4. Zij is ______ (dun / dik).

5. Hij is ______ (sterk / zwak).

Oplossingen:

1. steile

2. mooi

3. jong

4. dik

5. sterk

Oefening 6: Vraag en antwoord[edit | edit source]

Stel je voor dat je iemand ontmoet. Vraag naar hun uiterlijk en beschrijf jezelf. Gebruik de onderstaande vragen:

1. Hoe oud ben je?

2. Hoe lang ben je?

3. Heb je licht of donker haar?

4. Hoe beschrijf je jezelf?

Oplossingen: (Voorbeeld)

Vraag: Hoe oud ben je?

Antwoord: Ik ben 30 jaar oud.

Oefening 7: Voltooi de zin[edit | edit source]

Voltooi de zin met het juiste bijvoeglijke naamwoord:

1. De vrouw is ______.

2. De man is ______.

3. Het kind is ______.

4. De hond is ______.

5. De kat is ______.

Oplossingen:

1. mooi

2. sterk

3. jong

4. dik

5. mager

Oefening 8: Schrijf een kort verhaal[edit | edit source]

Schrijf een kort verhaal van 3-5 zinnen waarin je iemand beschrijft met verschillende bijvoeglijke naamwoorden.

Oplossing: (Voorbeeld)

Er was eens een jonge vrouw die erg mooi was. Ze had lang, steil haar en helderblauwe ogen. Iedereen in het dorp vond haar sympathiek en vriendelijk.

Oefening 9: Luister en schrijf op[edit | edit source]

Vraag een vriend om een beschrijving van iemand te geven. Schrijf wat je hoort en probeer het te vertalen naar het Portugees.

Oplossing: (Voorbeeld)

Mijn vriend beschrijft een jongen die lang en mager is met krullend haar. Hij zegt dat hij oud is en sterk.

Oefening 10: Spelletjes met bijvoeglijke naamwoorden[edit | edit source]

Speel een spel waarbij je andere studenten moet beschrijven zonder hun naam te noemen. Gebruik bijvoeglijke naamwoorden en laat anderen raden wie je beschrijft.

Oplossing: Dit is een groepsactiviteit en kan niet van tevoren worden opgelost.

Met deze oefeningen kun je je kennis van fysieke beschrijvingen in het Portugees verder ontwikkelen. Blijf oefenen en je zult snel comfortabeler worden met het gebruik van deze nieuwe vocabulaire. Veel succes en tot de volgende les!

Inhoudsopgave - Portugese Cursus - 0 tot A1[edit source]


Unit 1: Begroetingen en Basisuitdrukkingen


Unit 2: Werkwoorden - Tegenwoordige Tijd


Unit 3: Familie en Beschrijvingen


Unit 4: Werkwoorden - Toekomende en Voorwaardelijke Tijden


Unit 5: Portugese sprekende landen en culturen


Unit 6: Eten en drinken


Unit 7: Werkwoorden - Verleden Tijd


Unit 8: Reizen en Transport


Unit 9: Onbepaalde Voornaamwoorden en Voorzetsels


Unit 10: Gezondheid en Noodgevallen


Andere lessen[edit | edit source]