Difference between revisions of "Language/Swedish/Grammar/Possessive-pronouns/nl"

From Polyglot Club WIKI
Jump to navigation Jump to search
m (Quick edit)
 
m (Quick edit)
Line 79: Line 79:
<span gpt></span> <span model=gpt-3.5-turbo></span> <span temperature=0.7></span>
<span gpt></span> <span model=gpt-3.5-turbo></span> <span temperature=0.7></span>


==Andere lessen==
* [[Language/Swedish/Grammar/0-to-A1-Course/nl|0 to A1 Course]]
* [[Language/Swedish/Grammar/Personal-pronouns/nl|Complete 0 tot A1 Zweedse Cursus → Grammatica → Persoonlijke voornaamwoorden]]
* [[Language/Swedish/Grammar/Reflexive-pronouns/nl|Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Wederkerende voornaamwoorden]]
* [[Language/Swedish/Grammar/Demonstrative-pronouns/nl|Complete 0 tot A1 Cursus → Grammatica → Demonstratieve voornaamwoorden]]


{{Swedish-Page-Bottom}}
{{Swedish-Page-Bottom}}

Revision as of 10:45, 6 June 2023

Swedish-Language-PolyglotClub.png
ZweedsGrammaticaComplete 0 tot A1 Zweedse cursusBezittelijke voornaamwoorden

Wat zijn bezittelijke voornaamwoorden?

Bezittelijke voornaamwoorden zijn woorden die worden gebruikt om bezit of eigendom aan te geven. In het Zweeds zijn de bezittelijke voornaamwoorden vergelijkbaar met die in het Nederlands.

Hieronder volgen de bezittelijke voornaamwoorden in het Zweeds:

Zweeds Uitspraak Nederlands
min min mijn
din din jouw
sin sin zijn/haar
vår voer onze
er er jullie/uw
deras deras hun/haar/hun

Het Zweedse bezittelijke voornaamwoord wordt gevormd door het toevoegen van een suffix aan het zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld:

  • min bok (mijn boek)
  • din hund (jouw hond)
  • sin bil (zijn/haar auto)
  • vår katt (onze kat)
  • er trädgård (jullie/uw tuin)
  • deras hus (hun/haar/hun huis)

Gebruik van bezittelijke voornaamwoorden

Bezittelijke voornaamwoorden worden gebruikt om het bezit van een persoon of een groep mensen aan te geven. Ze worden vaak gebruikt om te spreken over familieleden, vrienden en persoonlijke bezittingen.

Hieronder vindt u enkele voorbeelden:

  • Min mamma är svensk. (Mijn moeder is Zweeds.)
  • Vår bil är röd. (Onze auto is rood.)
  • Deras hund är stor. (Hun/haar/hun hond is groot.)

Oefeningen

  • Vertaal de volgende zinnen naar het Zweeds:
  1. Jouw broer is aardig.
  2. Mijn huis is groot.
  3. Hun auto is blauw.
  4. Onze hond is klein.
  • Vertaal de volgende zinnen naar het Nederlands:
  1. Min syster bor i Sverige.
  2. Er trädgård är vacker.
  3. Vårt barn går i skolan.
  4. Deras katt är svart.

Samenvatting

In deze les heb je geleerd over de Zweedse bezittelijke voornaamwoorden en hoe ze worden gebruikt om eigendom of bezit aan te geven. Door te oefenen met de voorbeelden en oefeningen, zul je beter in staat zijn om bezittelijke voornaamwoorden in het Zweeds te begrijpen en te gebruiken.


Andere lessen

Template:Swedish-Page-Bottom